ECLI:NL:OGEAA:2022:354

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
AUA202201365
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een piloot wegens gewijzigde omstandigheden en billijkheidsvergoeding

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Arubaaanse Luchtvaart Maatschappij N.V. (ALM) verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerder, een piloot, op grond van gewijzigde omstandigheden. De arbeidsovereenkomst was op 21 september 2018 gesloten, maar door de Covid-19 pandemie en de daaruit voortvloeiende bedrijfseconomische redenen, was ALM genoodzaakt om haar activiteiten te verminderen. ALM had voor de pandemie meerdere vliegtuigen in gebruik, maar na de pandemie was dit teruggebracht tot één vliegtuig, waardoor de functie van de verweerder niet langer kon worden vervuld. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake was van gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat herplaatsing van de verweerder niet mogelijk was. De rechter heeft ook geoordeeld dat de verweerder recht had op een billijkheidsvergoeding van Afl. 32.400,--, rekening houdend met de duur van het dienstverband en de omstandigheden van de ontbinding. De beschikking is gegeven op 12 augustus 2022, waarbij ALM de mogelijkheid werd geboden om haar ontbindingsverzoek in te trekken. Indien dit niet gebeurde, werd de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 26 augustus 2022, en werden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.

Uitspraak

Beschikking van 12 augustus 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202201365
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBAANSE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,
voor deze zaak domicilie kiezende aan het kantoor van mr. R.A. Wix,
verzoekster,
hierna ook te noemen: ALM,
gemachtigde: de advocaten mrs. R.A Wix en V.C. Perše.
tegen:
[Naam verweerder],
wonende in Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- producties zijdens partijen;
- de pleitaantekeningen van partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van vrijdag 24 juni 2022, waarbij aanwezig waren: ALM bij haar gemachtigden, vergezeld door de heer [naam Hfd vliegdienst] (Hoofd vliegdienst), de heer [naam Acc Mng] (
Accountable Manager) en mevrouw [naam HR mng] (
HR Manager) en [verweerder] bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd.
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1 [
Verweerder] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) op 21 september 2018 in loondienst getreden van ALM, in de functie van
“commercial pilot on any of the aircraft that ARUBA AIRLINES currently has under service (…)’, laatstelijk tegen een brutosalaris van Afl. 5.400,-- per maand.
2.2
Artikel 6. Van die overeenkomst luidt:
“6. TRAINING COSTS: The total costs for the training of the EMPLOYEE is 25.000 $ (US Dollars) which shall be covered by ARUBA AIRLINES as condition to fulfill the term of this agreement at least for thirty six (36) months.
If the EMPLOYEE terminates or ARUBA AIRLINES end this agreement based on a reasonable cause before the term within thirty-six (36) months from completing the flight training, the EMPLOYEE is obligated to pay the prorated cost of the remaining training months.
EMPLOYEE hereby authorizes Aruba Airlines to make the proper deductions or withholding given the case. Furthermore, waives the right to object any legal action related to the execution of this clause, done by ARUBA AIRLINES.”
2.3 [
Verweerder] is door ALM in dienst genomen voor het besturen van het vliegtuig van het model
Bombardier CRJ.
2.4
Ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst tussen partijen had ALM één
Bombardier CRJ 200 LRin gebruik, die ALM huurde van de
Bank of Utah.
2.5
Op 4 oktober 2021 heeft ALM de huur van voormeld vliegtuig beëindigd.
2.6
ALM heeft thans nog slechts één vliegtuig in gebruik, te weten een
Airbus A-320.
2.7 [
Verweerder] is niet gekwalificeerd om de
Airbus A-320te besturen, daarvoor moet hij eerst een “A-320 Competency-based Modular Training volgen en een licentie verkrijgen van het bedrijf Airbus zelf (type-rating).

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
ALM verzoekt dat het gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, danwel tegen een door het gerecht te bepalen tijdstip, ontbindt op grond van gewijzigde omstandigheden, met veroordeling van [verweerder], uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
3.2 [
Verweerder] voert verweer en concludeert afwijzing van het verzoek, dan wel om het verzoek toe te wijzen met toekenning aan [verweerder] van een ontbindingsvergoeding van minimaal één jaarsalaris.
3.3
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor zover die nog bestaat, ontbonden dient te worden. Ingevolge artikel 7:685 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in het eerste lid van artikel 7:677 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden, kan hij op grond van het achtste lid van artikel 7:685 BW, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen.
4.2
ALM heeft gesteld dat de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden, omdat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden, in de zin van bedrijfseconomische redenen, die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Ter onderbouwing hiervan heeft ALM het volgende gesteld.
Voor de Covid-19 pandemie had ALM een Bombardier CRJ 200 LR vliegtuig en drie Airbus A320 vliegtuigen in gebruik. Het Bombardier CRJ vliegtuig is in 2018 door ALM in gebruik genomen om vluchten te verzorgen tussen de Caribische eilanden. Zij heeft daartoe een groep lokale piloten geselecteerd, waaronder gedaagde, om de opleiding voor dat type vliegtuig te volgen en de Type rating daarvoor te verkrijgen. Er was toen een andere maatschappij, Divi Divi Airlines, die op dezelfde routes vloog. ALM was eind 2019/ begin 2020 voornemens om de dienstverlening in dit gebied uit te breiden en een tweede Bombardier CRJ te gaan huren. In dat kader heeft ALM een tweede groep piloten in dienst genomen om alvast dezelfde opleiding als gedaagde te gaan volgen.
Toen brak medio maart 2019 de Covid-19 pandemie uit met als gevolg langdurige wereldwijde lockdowns, waardoor ook de luchtvaartindustrie zwaar is getroffen. ALM heeft de bedrijfsactiviteiten voor langere tijd moeten staken en om de gevolgen van de pandemie te kunnen overleven, had ALM geen andere optie om in te krimpen. Nadat de grenzen weer open gingen en de lock downs werden opgeheven, bleek dat ook twee andere luchtvaartmaatschappijen (EZ-Air en Winair) als concurrenten op dezelfde routes gingen vliegen. ALM is daardoor in een slechte financiële positie komen te verkeren. Daardoor moest er worden ingekrompen van vier vliegtuigen naar één vliegtuig, is er met 17 werknemers een afvloeiingsregeling getroffen en zijn de schulden in overleg met de leveranciers bevroren.
ALM was daarom ook genoodzaakt om op 4 oktober 2021 de huurovereenkomst met betrekking tot de enige door ALM gehuurde
Bombardier CRJ 200 LRte beëindigen. Hierdoor is de arbeidsplaats van [verweerder] definitief komen te vervallen. Herplaatsing van [verweerder] was niet mogelijk, omdat ALM slechts nog één vliegtuig in gebruik heeft, en dat is van het type
Airbus A-320. Niet alleen is [verweerder] niet opgeleid en niet bevoegd om dit vliegtuig te besturen, maar ook heeft ALM al voldoende piloten in dienst die over de daarvoor benodigde vlieglicentie beschikken. Verder heeft ALM geen passende functie binnen haar organisatie die aansluit op de opleiding, ervaring en kwaliteiten van [verweerder].
4.3
Naar het oordeel van het gerecht staat in deze zaak als enerzijds voldoende feitelijk aangevoerd en anderzijds onvoldoende bestreden vast dat er sprake is gewijzigde omstandigheden in de zin van bedrijfseconomische redenen en dat als gevolg daarvan de functie van [verweerder] is komen te vervallen. De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de arbeidsovereenkomst als gevolg hiervan dient te worden ontbonden, of dat de werkgever gehouden is om de werknemer in een andere functie te plaatsen, dan wel het vliegtuig van het model
Airbus A-320te laten besturen.
4.4 [
Verweerder] stelt zich op het standpunt dat ALM gehouden is om hem het vliegtuig van het model
Airbus A-320te laten besturen, nu hij piloot is en er volgens hem overigens niet zoiets bestaat als een piloot die slechts één model vliegtuig bestuurt. Dit volgt volgens [verweerder] ook uit de bewoordingen en de strekking van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst zoals weergegeven in rechtsoverweging 2.1. Ook volgt uit het door hem overgelegde curriculum vitae dat hij in staat is om andere modellen vliegtuigen te besturen, indien hij de daartoe de benodigde training krijgt. Verder heeft [verweerder] gesteld dat ALM, naast de
Airbus A-320,die zij al in gebruik heeft, nog één extra
Airbus A-320heeft aangeschaft, welke op korte termijn aan de vloot van ALM zal worden toegevoegd.
4.5
Partijen verschillen niet van mening dat piloten die een
Airbus A-320gaan besturen eerst over een speciale vlieglicentie dienen te beschikken. Anders dan heeft gesteld is gebleken dat de kosten voor het volgen van de opleiding ter verkrijging van voormelde licentie in totaal US$ 63.200,-- bedragen. Ook is gebleken, anders dan [verweerder] heeft gesteld, dat de licentie, in verband met de intensievere en uitgebreider
training,dient te worden uitgegeven door het bedrijf
Airbuszelf, nu de
Air Operator Certificatede
Airbus trainingvereist.
ALM heeft gemotiveerd betwist dat de vloot binnenkort met een tweede Airbus A-320 toestel wordt uitgebreid. Er is wel een nieuwe leaseovereenkomst getekend voor een andere
Airbus A-320, aangezien de huidige leaseovereenkomst in november van dit jaar tot een einde komt. De oude
Airbuswordt derhalve door een andere vervangen.
4.6
Nu [verweerder] de stellingen van ALM niet langer heeft weersproken, is het gerecht van oordeel dat aan zijn stellingen voorbij moet worden gegaan. Dit betekent dat onder meer niet komt vast te staan dat ALM voortaan twee
Airbus A-320vliegtuigen in gebruik zal hebben, met uitzondering van een kleine overlap totdat de oude vliegtuig wordt ingeleverd. Nu gebleken is dat ALM al voldoende piloten voor de besturing van de
Airbus A-320in dienst heeft en dat er door de gewijzigde omstandigheden voor ALM geen andere herplaatsingsmogelijkheden zijn, is het gerecht van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op korte termijn beëindigd dient te worden.
4.7
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of het met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt dat aan [verweerder] een vergoeding wordt toegekend. Naar het oordeel van het gerecht is er sprake van een situatie waarbij niet gesteld kan worden dat ALM verwijtbaar heeft gehandeld jegens [verweerder], maar datzelfde geldt voor [verweerder] die zich door de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geconfronteerd ziet met de voor hem ernstige gevolgen van de situatie. Dit brengt mee dat er sprake is van een ontbindingsgrond die geheel in de risicosfeer van de werkgever valt, welke met zich brengt dat [verweerder] in aanmerking komt voor een vergoeding naar billijkheid. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.
Mede rekening houdend met de duur van het dienstverband (bijna 4 jaar), de leeftijd van [verweerder] (52 jaar), het feit dat hij thans werkloos is, de omstandigheid dat de luchtvaart door covid is getroffen en de omstandigheid dat [verweerder] zijn salaris doorbetaald heeft gekregen en zonder dat in enige formule uit te drukken, acht het gerecht de door ALM te betalen vergoeding van Afl. 32.400,-- op zich billijk. Hierop komt een eventuele cessantia-uitkering in mindering.
4.8
Toekenning aan [verweerder] van voormelde ontbindingsvergoeding brengt mee dat het gerecht overeenkomstig het bepaalde in het achtste lid van artikel 7:685 BW ALM een termijn zal verlenen om, zo zij dit wenst, haar ontbindingsverzoek in te trekken. In dat geval zal ALM de kosten van deze procedure moeten dragen, die tot aan deze uitspraak worden begroot op Afl. 1.250,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt). Indien ALM haar ontbindingsverzoek niet intrekt ziet het gerecht grond om de proceskosten te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- stelt ALM in de gelegenheid om haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een daartoe uiterlijk op
vrijdag 19 augustus 2022ter griffie van het gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan [verweerder];
- veroordeelt ALM in dat geval in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris gemachtigde;
- verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
INDIEN ALM HAAR VERZOEK NIET (TIJDIG) INTREKT
- ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van
vrijdag 26 augustus 2022;
- bepaalt dat ALM een billijkheidsvergoeding van Afl. 32.400,-- bruto dient te betalen aan [verweerder], met dien verstande dat een eventueel door ALM aan [verweerder] uit te keren bedrag aan cessantia in mindering strekt op die vergoeding;
- verklaart dit deel van deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders door ALM verzochte;
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op vrijdag 12 augustus 2022.