ECLI:NL:OGEAA:2022:272
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn bij aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de minister belast met vreemdelingen- en integratiebeleid de aanvraag van appellante voor een vergunning tot tijdelijk verblijf in het kader van gezinshereniging afgewezen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft appellante beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Tijdens de zitting op 21 februari 2022 is appellante niet verschenen, maar verweerder heeft verzocht om de behandeling aan te houden omdat hij zijn eerdere beslissing wilde heroverwegen. Op 20 mei 2022 heeft verweerder alsnog een vergunning tot tijdelijk verblijf verleend aan appellante, maar zij heeft gepersisteerd in haar verzoek om schadevergoeding wegens termijnoverschrijding.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de afwijzende beschikking door de verlening van de vergunning is gewijzigd, waardoor appellante geen belang meer heeft bij de beoordeling van haar bezwaar. Het beroep is in zoverre niet-ontvankelijk verklaard. Met betrekking tot het verzoek om schadevergoeding heeft het gerecht overwogen dat de redelijke termijn is overschreden. De totale procedure heeft drie jaar geduurd, wat resulteert in een overschrijding van één jaar. Appellante heeft recht op immateriële schadevergoeding, en het gerecht heeft verweerder veroordeeld tot betaling van Afl. 1.000,- aan appellante. Daarnaast is bepaald dat het door appellante betaalde griffierecht van Afl. 25,- moet worden teruggegeven.
De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 6 juli 2022, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.