ECLI:NL:OGEAA:2022:256
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de verzoeker, een Venezolaanse nationaliteit, op 30 juli 2021 een asielaanvraag ingediend in Aruba. De Minister van Arbeid, Integratie en Energie heeft deze aanvraag op 25 maart 2022 afgewezen. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 5 april 2022 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin hij verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 20 april 2022.
De verzoeker stelt dat hij bij terugkeer naar Venezuela gevaar loopt voor vervolging en vernederende behandelingen vanwege zijn politieke overtuiging. Hij betoogt dat hij tijdens zijn ophouding niet in staat was om zijn situatie volledig toe te lichten en dat hij niet alle relevante documenten heeft kunnen overleggen. De verweerder, de Minister, heeft het verzoek afgewezen en stelt dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde vrees heeft voor vervolging.
De voorzieningenrechter overweegt dat de veiligheidssituatie in Venezuela zorgelijk is, maar niet zodanig dat vreemdelingen uit dat land automatisch als vluchteling kunnen worden aangemerkt. De verzoeker heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging of onmenselijke behandelingen. De rechter concludeert dat de bestreden beschikking naar verwachting in bezwaar stand zal houden en wijst het verzoek tot voorlopige voorziening af. Er wordt geen proceskostenveroordeling uitgesproken.