ECLI:NL:OGEAA:2022:24

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
781 van 2021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het dealen van marihuana en cocaïne vanuit de woning

In deze strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het dealen van marihuana en cocaïne vanuit zijn woning. De verdachte, geboren in Aruba en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. Tijdens de openbare terechtzitting op 21 januari 2022 heeft de officier van justitie, mr. T. Rethmeier, een gevangenisstraf van dertig maanden geëist, met verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen. De verdediging voerde verweer aan de hand van pleitaantekeningen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het onderzoek heeft het Gerecht bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het dealen van verdovende middelen, met inbegrip van cocaïne en marihuana, gedurende een periode van anderhalf jaar. De verdachte heeft verklaard dat hij drugs verkocht om financieel te overleven. De bewezenverklaring is gebaseerd op diverse bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van getuigen en inbeslaggenomen goederen.

De strafmaat is bepaald op een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Het Gerecht heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen en onttrekkingen aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen gelast, waaronder verdovende middelen en een weegschaal. De uitspraak is gedaan door rechter mr. W.C.E. Winfield, bijgestaan door zittingsgriffier mw. L.H. Hoogenbergen.

Uitspraak

Parketnummer: P-2021/06304
Zaaknummer: 781 van 2021
Uitspraak: 11 februari 2022 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. T. Rethmeier, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen.
De raadsman heeft verweer gevoerd aan de hand van zijn pleitaantekeningen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van oktober 2019 tot en met 16 augustus 2021 in Aruba, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, althans enig zout van cocaïne als vorenbedoeld, heeft verkocht en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
(artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen)
2. dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van oktober 2019 tot en met 16 augustus 2021 in Aruba, opzettelijk hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit de hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, heeft verkocht en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad.
(artikel 4 van de Landsverordening verdovende middelen)
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. dat hij op
een (of meer)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van oktober 2019 tot en met 16 augustus 2021 in Aruba, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne,
zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, althans enig zout van cocaïne als vorenbedoeld,heeft verkocht en
/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerden
/ofin bezit en
/ofaanwezig heeft gehad;
2. dat hij op
een (of meer)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van oktober 2019 tot en met 16 augustus 2021 in Aruba, opzettelijk hennep,
althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit de hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,heeft verkocht
en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerden
/ofin bezit en
/ofaanwezig heeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen expliciete landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Algemene Dienst, Project Team Drugspanden, d.d. 12 november 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2111121000.AMB en de onderzoeksnaam “Drakenfruit”.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 16 augustus 2021 (bijlage 37), voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik word [bijnaam verdachte] genoemd. Ik woon nu bij [woonadres] samen met mijn vrouw [naam partner van de verdachte]. Het is nu ongeveer twee maanden dat ik van de [woonadres 2] ben verhuisd. Ik heb thuis, marihuana en cocaïne liggen. Ongeveer twee maanden nadat ik vanuit de gevangenis kwam, in Oktober 2019, begon ik toen in het klein drugs te verkopen om te overleven. Een tijdje later begon het verkopen van drugs groter te worden. Ik was dieper hierin gegaan en dit deed ik te [woonadres 2]. In januari 2020 ging ik weer te [woonadres 2] wonen met mijn vriendin [naam partner van de verdachte]. Ik begon hier alweer drugs te verkopen. Dit deed ik allemaal tot dat ik naar [woonadres] ging wonen. Ik verkoop cocaïne. Marihuana gebruik ik voor het maken van medicijnen, maar als mensen aan mij voor marihuana vragen verkoop ik dit ook. Klanten kwamen te [woonadres 2] cocaïne verkopen. Ik verkoop meestal pakjes cocaïne ter waarde van Afl. 25,-.
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte/getuige d.d. 16 augustus 2021 (bijlage 55), voor zover inhoudende, als
verklaring van de [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:
Achter het huis aan de [woonadres] verkopen ze cocaïne. Aan mij wordt een foto van de verdachte [verdachte] getoond. Ik ken hem als de monteur. Ik herken hem als degene bij wie ik drugs verkoop aan de [woonadres]. De eerste keer had ik marihuana van hem gekocht. Dat was in oktober 2020. Hij verkoopt marihuana en cocaïne.
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte/getuige d.d. 27 augustus 2021 (bijlage 59), voor zover inhoudende, als
verklaring van de [getuige 2], -zakelijk weergegeven-:
[verdachte] is mijn broer. Ik noem hem [bijnaam verdachte]. Het klopt dat ik marihuana van mijn broer kocht. Als hij mij marihuana geeft dan geef ik hem geld hiervoor.
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte/getuige d.d. 16 oktober 2021 (bijlage 70), voor zover inhoudende, als
verklaring van de [getuige 3], -zakelijk weergegeven-:
Aan mij wordt een foto van de verdachte [verdachte] getoond. Ik ken hem als [bijnaam verdachte]. Ik kocht cocaïne steentjes bij hem.
* Een proces-verbaal van doorzoeking [woonadres] appartement d.d. 16 augustus 2021 (bijlage 9), voor zover inhoudende, als
relaas van de verbalisant [verbalisant 1], -zakelijk weergegeven-:
Op 16 augustus 2021 werd een machtiging tot binnentreden ter inbeslagname voor de woning te [woonadres] afgegeven. De binnentreding in het perceel [woonadres] appartement werd verricht naar aanleiding van het lopend onderzoek met de zaaknaam “DRAKENFRUIT”, waarbij er bij dit onderzoeksteam en het Openbaar Ministerie een redelijk vermoeden is gerezen dat de bewoners van bedoeld adres zich bezighouden met illegale handel en verkoop in verdovende middelen.
Door het doorzoekingsteam werd in de woonkamer, slaapkamer 2 en in de keuken te inbeslagneming vatbare voorwerpen en goederen aangetroffen en later inbeslaggenomen. Hieronder volgt een schema met een aantal van deze voorwerpen:
Code
Voorwerp
Plaats
SAB24.C.02.01
Een witte weegschaal zonder merk en een doorzichtige plastic zakje met restjes van een witte gelijkende op cocaïne substantie.
In een kast in de slaapkamer
SAB24.D.01.01
Een blauwe plastic zakje inhoudende een blok bruin/groen op marihuana gelijkende kruiden.
In de koelkast, in de keuken.
SAB24.D.02.01
Een doorzichtige plastic zakje bruin/groen op marihuana gelijkende kruiden.
Op een tafel in de keuken.
* Een proces-verbaal van wegen en testen woning d.d. 17 augustus 2021 (bijlage 21), voor zover inhoudende, als
relaas van de verbalisant [verbalisant 2], -zakelijk weergegeven-:
De inbeslaggenomen verdovende middelen betroffen:
- een blauwe doorzichtige plastic zak inhoudende marihuana kruiden met inbeslagnamecode SAB24.D.01.01. In de tabel van het gewicht zal het nummer “1” gebruikt worden voor het vorenstaande.
- een doorzichtige plastic zakje met marihuana kruiden met inbeslagnamecode SAB24.D.02.01. In de tabel van het gewicht zal het nummer “2” gebruikt worden voor het vorenstaande.
Nummer
Gewicht (gram)
1
204.8 gr
2
24.7
Totaal
229.5 gram
Vanuit nummer 1 heeft verbalisant een kleine hoeveelheid van de bruine/groene kruiden in een potje gedaan. Voornoemd potje zal later naar de Gerechtelijke deskundige, de toxicoloog, worden verzonden om na te gaan of de inhoud van dit potje onder de bepalingen van de Landsverordening Verdovende Middelen valt.
Dit potje is voorzien van kenmerk
D1.
* Een geschrift, te weten een
deskundigenrapport, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door A. A. Diaz, Toxicoloog, op 23 augustus 2021, voor zover inhoudende, als
bevindingen van genoemde deskundige, -zakelijk weergegeven-:
Kenmerk
Omschrijving
Conclusie
D1
Monster plantaardig materiaal
Bevat thc
* Een proces-verbaal van wegen en testen woning d.d. 19 augustus 2021 (bijlage 22), voor zover inhoudende, als
relaas van de verbalisant [verbalisant 3], -zakelijk weergegeven-:
Door het personeel van de Bureau Forensische onderzoek van het KPA onder indicatie van het onderzoeksteam tijdens de huiszoeking te [woonadres] swaps genomen. Gedurende de huiszoeking trof het onderzoeksteam de wc-pot helemaal nat en de douche met lopend water, hiermee rees bij het onderzoeksteam het vermoeden dat de verdachte [partner van de verdachte], voor het binnentreden bewijsmateriaal probeerde weg te maken. Tijdens de doorzoeking in de slaapkamer kwam het onderzoeksteam een witte weegschaal met erop een doorzichtige plastic zakje inhoudende witte substanties gelijkende op cocaïne restjes.
De stukken van overtuiging betroffen:
- een wattenstaafje van de wc-pot te [woonadres], voornoemde werd gewaarmerkt met het nummer (1);
- een wattenstaafje van een doorzichtige plastic zakje aangetroffen in de slaapkamer te [woonadres], voornoemd werd gewaarmerkt met het nummer (3).

Fieldtest cocaïne (1)

Verbalisant had de punt van het waterstafje genomen en in een buisje bestemd voor het testen van cocaïne gedaan en vervolgens de zogenaamde fieldtest genomen. Dit test viel positief uit.

Fieldtest cocaïne (3)

Verbalisant had de punt van het waterstafje genomen en in een buisje bestemd voor het testen van cocaïne gedaan en vervolgens de zogenaamde fieldtest genomen. Dit test viel positief uit.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, onder B en onder C, van de Landsverordening verdovende middelen, strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening, meermalen gepleegd;
2. Opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid, onder B van de Landsverordening verdovende middelen, strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening, meermalen gepleegd;
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft gedurende de periode van een anderhalf jaar (het Gerecht gaat ervan uit dat hij dit tot aan zijn verhuizing naar het adres [woonadres] heeft gedaan, dat wil zeggen tot ongeveer mei 2021) zich schuldig gemaakt aan de verkoop van cocaïne en marihuana vanuit zijn woning. Cocaïne en marihuana zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen, die verstrekkende gevolgen hebben voor de gebruikers daarvan en voor de maatschappij. De handel in verdovende middelen gaat vaak gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze middelen. Verdachte heeft door zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het drugscircuit. Met de handel in verdovende middelen wordt veel geld verdiend. Kennelijk heeft verdachte zich laten leiden door het oogmerk van financieel gewin ten koste van anderen.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de strafoplegging heeft het gerecht voorts acht geslagen op de justitiële documentatie d.d. 25 november 2021 betreffende de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten. In het bijzonder is het de verdachte aan te rekenen dat hij op 26 april 2018 ter zake van het dealen vanuit een pand tot een gevangenisstraf van 36 maanden is veroordeeld en amper een paar maanden nadat hij in vrijheid werd gesteld, hij de ten laste gelegde feiten pleegde.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op de door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld. Het gerecht zal een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen teneinde de verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan misdrijf schuldig te maken.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Verbeurdverklaring
Een witte weegschaal en een zip lock zakje inhoudende een hoeveelheid zip lock zakjes zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en betreft voorwerpen met betrekking tot welke het onder feiten 1 en 2 bewezen verklaarde is begaan. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Onttrekking aan het verkeer
De verdovende middelen, waaronder marihuana kruiden en witte cocaïne poeder zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het betreft voorwerpen met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan. Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is bovendien in strijd met de wet en/of het algemeen belang. Het Gerecht zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
Teruggave aan de verdachte
De hierna te noemen voorwerpen behoren toe aan de verdachte:
- twee zwarte mobiele telefoons van het merk Samsung;
- doorzichtige plastic zakje inhoudende bankbiljetten en geldmunten;
- een spaarpot met daarop een tekening van een “$50 bankbiljet” inhoudende geldmunten;
- een kartonnendoos inhoudende bankbiljetten;
- een geldbedrag van Afl. 70,- (inbeslaggenomen aan de [woonadres 2])
- een geldbedrag van $15,-; (inbeslaggenomen aan de [woonadres 2])
- een geldbedrag van Afl. 320,50 (inbeslaggenomen aan de [woonadres])
- een spuit met CBD pasta (inbeslaggenomen aan de [woonadres]).
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van deze in beslag genomen voorwerpen. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:62, 1:67, 1:74, 1:75, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
vierentwintig [24] maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
zes [6] maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
drie [3] jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een witte weegschaal en een zip lock zakje inhoudende een hoeveelheid zip lock zakjes;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de verdovende middelen, waaronder marihuana kruiden en witte cocaïne poeder;
gelast de teruggave van de hierna te noemen voorwerpen aan de verdachte:
- twee zwarte mobiele telefoons van het merk Samsung;
- doorzichtige plastic zakje inhoudende bankbiljetten en geldmunten;
- een spaarpot met daarop een tekening van een “$50 bankbiljet” inhoudende geldmunten;
- een kartonnendoos inhoudende bankbiljetten;
- een geldbedrag van Afl. 70,- (inbeslaggenomen aan de [woonadres 2]);
- een geldbedrag van $15,-; (inbeslaggenomen aan de [woonadres 2]);
- een geldbedrag van Afl. 320,50 (inbeslaggenomen aan de [woonadres]);
- een spuit met CBD pasta (inbeslaggenomen aan de [woonadres]).
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield, bijgestaan door mw. L.H. Hoogenbergen, (zittingsgriffier), en op 11 februari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
Arubaanse strafzaak: verdachte veroordeeld voor het dealen van marihuana en cocaïne vanuit zijn woning. Straf: Gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.