ECLI:NL:OGEAA:2022:223

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 januari 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2022
Zaaknummer
AUA202101695
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een beveiliger bij Avsec Worldwide N.V. wegens schending van veiligheidsregels

In deze zaak verzoekt [naam verzoekster], een beveiliger bij Avsec Worldwide N.V., het gerecht om haar kosteloze rechtsbijstand te verlenen en om het ontslag op staande voet dat haar op 23 januari 2021 is gegeven, nietig te verklaren. Het ontslag is gegeven omdat [naam verzoekster] op 21 januari 2021 haar partner, [naam X], zonder toestemming op de 'bridge' bij een vliegtuig heeft toegelaten, wat volgens Avsec een ernstige schending van de veiligheidsregels is. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 juni 2021 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 28 september 2021 en een mondelinge behandeling op 12 oktober 2021.

Het gerecht heeft vastgesteld dat Avsec een beveiligingsbedrijf is dat verantwoordelijk is voor de beveiliging van vliegtuigen op de luchthaven Reina Beatrix in Aruba. De regels voor beveiliging zijn opgesteld door luchtvaartmaatschappijen en de Transportation Security Administration (TSA) van de Verenigde Staten. [Naam verzoekster] heeft op de dag van het incident toezicht gehouden op een vliegtuig van Delta Airlines en heeft haar partner gedurende 40 minuten op de 'bridge' toegelaten, zonder dit te vermelden op het vereiste formulier. Avsec heeft haar daarop op staande voet ontslagen, stellende dat dit een dringende reden was.

Het gerecht oordeelt dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was, omdat [naam verzoekster] de regels heeft overtreden die zijn opgelegd om de veiligheid van het vliegtuig en de passagiers te waarborgen. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van [naam verzoekster] om het ontslag nietig te verklaren, moeten worden afgewezen. Tevens is [naam verzoekster] veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde van Avsec.

Uitspraak

Beschikking van 18 januari 2022
Behorend bij AUA202101695
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [naam verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Croes,
tegen:
de naamloze vennootschap
AVSEC WORLDWIDE N.V.,
gevestigd te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Avsec,
gemachtigde: mr. M.E.D. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ter griffie ingediend op 23 juni 2021;
- het verweerschrift d.d. 28 september 2021;
- de mondelinge behandeling d.d. 12 oktober 2021;
- de pleitnota van [naam verzoekster].
1.2
De datum voor de beschikking is vervolgens nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1.
Avsec is een beveiligingsbedrijf dat haar beveiligingsactiviteiten verricht voor diverse luchtvaarmaatschappijen die vluchten uitvoeren van en naar de luchthaven Reina Beatrix te Aruba. Tot de beveiligingsactiviteiten behoort onder meer het doorzoeken en beveiligen van de vliegtuigen in de periode tussen aankomst op en vertrek van de luchthaven.
2.2
De regels die met betrekking tot de beveiliging van toepassing zijn, zijn opgesteld door zowel de luchtvaartmaatschappijen zelf, de luchthavenautoriteiten en de Directie Civil Aviation (DCA). Waar het vliegtuigen betreft die vanuit Aruba naar een bestemming in de Verenigde Staten van Amerika vliegen, zijn op grond van een zogenaamd pre-clearance verdrag ook regels van toepassing die zijn uitgevaardigd door de Transportation Security Administration (TSA), die onderdeel is van het Amerikaanse Ministerie van Binnenlandse Veiligheid.
2.3
In de functieomschrijving van de functie van beveiliger heeft Avsec onder meer het volgende opgenomen (verweerschrift, prod. 3):
“(…) Security officers employed by Aviation Security Worldwide (AVSEC) are primarily responsible for the application of preventive measures at the airport. Each security officer is expected to enforce, monitor and apply AVSEC preventive measures in accordance with locally approved security programmes and Standard Operaring Procedures (SOP’s). (…)”
2.4 [
Naam verzoekster] is sinds 21 maart 2018 als beveiliger (security officer) in dienst van Avsec. Zij heeft een affectieve relatie met de heer [X] (hierna: [naam X]), die eveneens als beveiliger werkzaam is in dienst van Avsec. Op 21 januari 2021 was [naam verzoekster] werkzaam op de luchthaven en was zij door Avsec ingezet bij de beveiliging van een vliegtuig van Delta Airlines, met bestemming Verenigde Staten van Amerika.
2.5
Nadat dit vliegtuig op de luchthaven Reina Beatrix was gearriveerd en de passagiers waren uitgestapt, is dit vliegtuig schoongemaakt. Als beveiliger heeft [naam verzoekster] hierbij het toezicht gehouden. Na het schoonmaken van het vliegtuig, bleek dat dit niet direct kon vertrekken omdat er aan het toestel een defect was dat voor vertrek diende te worden gerepareerd. Op grond van de geldende regelgeving diende [naam verzoekster] erop toe te zien dat personen die daartoe geen bevoegdheid hadden, geen toegang kregen tot het vliegtuig. [naam verzoekster] stond daartoe op de ‘bridge’ bij de ingang van het vliegtuig. Zij diende op een speciaal daartoe bestemd formulier te vermelden welke personen het vliegtuig waren binnengegaan dan wel zich binnen een bepaalde (denkbeeldige) cirkel van het vliegtuig hebben opgehouden. De ‘bridge’ waarop [naam verzoekster] zich bevond, behoort tot die cirkel.
2.6
Door de TSA is een ‘Enforcement Sanction Guidance Policy’ uitgevaardigd. Hierin is ten aanzien van de straf op het niet-naleven van de regel om onbevoegde toegang tot het vliegtuig te voorkomen, bepaald:
“9. Failure to prevent unauthorized access to secured area to aircraft Max.”
De bedoelde maximale boete voor overtreding van deze regel ligt tussen de $ 25.000,00 en $ 34.777,00.
2.7
Tijdens haar dienst op 21 januari 2021 heeft [naam verzoekster] gedurende 40 minuten [naam X] toegelaten op de ‘bridge’.
2.8
Bij brief van 23 januari 2021 is [naam verzoekster] op staande voet ontslagen (verzoekschrift, prod. 2). In de ontslagbrief is, voor zover van belang, het volgende geschreven:
“This letter is to confirm your dismissal from Aviation Security Worldwide effective immediately. (…)
-On January 21, 2021 you allowed an unauthorized individual to have acces to an already secured and cleared areas of an aircraft of Delta Airlines. You deliberately did non report this to the Supervisor on Duty or Management. This resulted into a security breach of the Aircraft and caused us to be in non-compliance with our Service Level Agreement with our client and in non-compliance of regulation set out by the Transportation Security Administration. (…)”

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
naam verzoekster] verzoekt het gerecht om haar kosteloze rechtsbijstand te verlenen en voorts om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) Avsec te veroordelen om tegen kwijting aan [naam verzoekster] haar loon door te betalen vanaf 23 januari 2021 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd;
b) Avsec te veroordelen om aan [naam verzoekster] de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BW te voldoen over het onder a) toe te wijzen bedrag;
c) Avsec te veroordelen om aan [naam verzoekster] de wettelijke rente te voldoen over de onder a) en b) toe te wijzen bedragen, vanaf de opeisbaarheid ervan tot aan de voldoening;
d) subsidiair om iedere andere in goede justitie te vermenen voorziening te treffen;
e) met veroordeling van Avsec in de kosten van de procedure.
3.2
Aan haar vordering legt [naam verzoekster] ten grondslag dat het door Avsec gegeven ontslag op staande voet nietig is wegens het ontbreken van een dringende reden.
3.3
Avsec voert hiertegen verweer. Op de grondslagen van de vorderingen en het daartegen gevoerde verweer zal hierna, voor zover nodig, bij de beoordeling van de vordering worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [naam verzoekster] overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat zij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [naam verzoekster] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.
4.2
Het gerecht is van oordeel dat de door [naam verzoekster] ingestelde vorderingen dienen te worden afgewezen. Daartoe geldt het volgende.
4.3
Het geschil tussen partijen betreft de vraag of er sprake is geweest van een dringende reden die het door Avsec op 23 januari 2021 aan [naam verzoekster] gegeven ontslag op staande voet rechtvaardigt. Als dringende redenen worden volgens artikel 7A:1615o lid 1 BW (thans: 7:677 BW) beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals diens leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet. Van belang is verder dat het de werkgever is die moet stellen en bewijzen dat sprake is van een dringende reden.
4.4
Tussen partijen is er, gezien het mede ter zitting gevoerde partijdebat, geen geschil van mening over het grootste deel van de gang van zaken die zich op 21 januari 2021 hebben afgespeeld rond het toestel van Delta Airlines en wat daarbij de rol van [naam verzoekster] was. Dat komt, onder aanvulling van hetgeen hiervoor onder de nummer 2.5 is vermeld, op het volgende neer.
4.5
Nadat het vliegtuig op 21 januari 2021 was geland en de passagiers het vliegtuig hadden verlaten, is het door een schoonmaakploeg gereinigd. Hierbij werd door [naam verzoekster] als beveiliger toezicht gehouden. Als onderdeel van haar taak heeft [naam verzoekster] op een daartoe bestemd formulier, het zogenaamde ‘cabin sheet report’, bijgehouden welke schoonmaakmedewerk(st)ers aan boord zijn geweest (verweerschrift, prod. 13). Ook van andere functionarissen die aan boord zijn geweest, heeft zij de naam en functie op het formulier genoteerd. Nadat de schoonmaak was afgerond en er een ‘cabin search’ had plaatsgevonden, is het vliegtuig (zoals partijen dat noemen) ‘gecleared’. Na deze ‘clearing’ mochten niet-geautoriseerde personen niet meer op de ‘bridge’, de slurf, in het vliegtuig of een denkbeeldige cirkel rond het vliegtuig komen. Indien dat toch gebeurt, dient dit op het ‘cabin sheet report’ te worden vermeld en dient ook de supervisor te worden geïnformeerd. Normaal gesproken zouden na de ‘clearing’ de vertrekkende passagiers aan boord van het toestel worden toegelaten. Dat is die middag niet gebeurd, omdat er een defect was aan het toestel dat voor het geplande vertrek moest worden hersteld. Conform haar instructies heeft [naam verzoekster] die middag op het bestemde formulier de namen genoteerd van functionarissen die aan boord van het toestel zijn geweest (verweerschrift, prod. 13). Dat betreft niet alleen de namen van de schoonmaakmederkers, maar ook de namen van degenen die na de ‘clearance’ in of bij het toestel zijn geweest. Op een gegeven moment, nadat de ‘clearance’ had plaatsgevonden, heeft [naam verzoekster] - die op dat moment op de bridge stond - bezoek gekregen van haar partner [naam X], die klaar was met zijn eigen shift en die de sleutels van de locker van [naam verzoekster] kwam halen. [Naam X] is ongeveer 40 minuten op de bridge gebleven.
4.6
Volgens Avsec was het aan [naam X] niet toegestaan om op de bridge te verblijven, zodat [naam verzoekster] hem had moeten wegsturen. Bovendien heeft [naam verzoekster] nagelaten zijn aanwezigheid te vermelden op het formulier. Dit is een ernstige schending van de regels, welke volgens Avsec een ontslag op staande voet rechtvaardigt.
4.7
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam verzoekster] (voor het eerst) gesteld dat zij de aanwezigheid van [naam X] wel op het formulier heeft vermeld. Hiertoe heeft zij verwezen naar de eerste pagina van het ‘cabin sheet report’, waarin in het vak rechtsonder aan de pagina achter de voorgedrukte letter ‘CSC’ met pen de initialen ‘mpi’ zijn opgeschreven, hetgeen verwijst naar [naam X]. Van de zijde van Avsec is niet betwist dat de letters ‘mpi’ verwijzen naar [naam X]. Volgens haar maakte [naam X] onderdeel van de ‘cabin search crew’, die voorafgaand aan de ‘clearing’ het vliegtuig heeft doorzocht.
4.8
Naar het oordeel van het gerecht heeft [naam verzoekster] deze gemotiveerde betwisting van Avsec onvoldoende weerlegd. Daartoe geldt onder meer het volgende. De initialen van ‘mpi’ zijn als achtste opgenomen in een rij van elf door [naam verzoekster] genoteerde initialen. Deze initialen zijn genoteerd achter de op het formulier voorgedrukte letter ‘CSC’, welke volgens Avsec voor ‘cabin search crew’ staan. Op het formulier is voorts vermeld dat de ‘cabin search’ heeft plaatsgevonden van 13:34 tot 13:55 uur. Van [naam verzoekster] had mogen worden verwacht dat zij, ter onderbouwing van haar stelling dat zij de aanwezigheid van [naam X] na de ‘clearance’ had genoteerd, had toegelicht waarom zijn initialen staan vermeld tussen de initialen van 10 andere medewerkers. Zij heeft ook niet betwist dat de initialen zijn vermeld in het vak bestemd voor de vermelding van de medewerkers van de ‘cabin search crew’ en dat [naam x] deel uitmaakte van die crew. Zij had dan ook behoren toe te lichten waarom de vermelding van de initialen ‘mpi’ op die plaats geen betrekking had op de aanwezigheid van [naam X] als onderdeel van de ‘search crew’ maar daarentegen betrekking had op zijn latere aanwezigheid op de bridge. In het verlengde hiervan geldt dat ook niet duidelijk is waarom de aanwezigheid van [naam X] later die middag niet is vermeld op de tweede pagina van het formulier, waarop de vermelding is gedaan van alle andere medewerkers die na de ‘clearance’ in dan wel nabij het vliegtuig zijn geweest. Wegens het gebrek aan nadere onderbouwing op dit punt neemt het gerecht dan ook als vaststaand aan dat de vermelding van de initialen ‘mpi’ heeft plaatsgevonden in verband met de aanwezigheid van [naam X] in het vliegtuig als onderdeel van de cabin search crew’ en dat de aanwezigheid op de bridge later die middag niet is aangetekend.
4.9
Met Avsec is het gerecht van oordeel dat het niet vermelden van de aanwezigheid van [naam X] een ernstige overtreding van de geldende regels is en dat dit ook een ontslag op staande voet rechtvaardigt. De regel heeft, samen met vele andere maatregelen, als strekking om de veiligheid van het vliegtuig, en daarmee die van de bemanning en passagiers tijdens de vlucht, te garanderen. De regel is opgelegd door de TSA, die de bevoegdheid heeft om in geval van overtreding sancties op te leggen. [Naam verzoekster] heeft niet betwist dat in de functieomschrijving van een beveiliger is opgenomen dat het haar taak is om voor een juiste toepassing van de geldende regels te zorgen. Die taak was haar ook duidelijk, nu zij ten aanzien van andere medewerkers de aanwezigheid heeft vermeld op het cabin sheet report. Zij heeft daarmee de regel dus welbewust overtreden. Behalve dat met het niet naleven van de veiligheidsregels de veiligheid van bemanning en passagiers in gevaar kunnen worden gebracht, heeft Avsec onbetwist gesteld (verweerschrift, 15) dat niet-naleving van de regels ook verstrekkende consequenties kan hebben voor Avsec zelf. Er kunnen schadeclaims tegen haar worden ingediend (het gerecht begrijpt: als door de TSA een boete wordt opgelegd aan de luchthaven of luchtvaartmaatschappij), de luchthaven kan het contract met Avsec opzeggen en ook de betreffende dan wel andere luchtvaartmaatschappijen kunnen hun beveiligingscontract met Avsec opzeggen als blijkt dat zij (lees: haar medewerkers) zich niet aan de regels houdt. Gezien (i) het belang van de door [naam verzoekster] geschonden regel, (ii) de consequenties die het niet-naleven van de regels voor Avsec kan hebben en gezien (iii) de omstandigheid dat [naam verzoekster] de regel welbewust heeft overtreden, levert de overtreding van de regel in beginsel een dringende reden op die het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
4.1
De omstandigheid dat [naam verzoekster] er vanuit ging dat [naam X] toestemming had van de supervisor om naar de bridge te gaan (verzoekschrift, 7) en dat [naam X] samen met zowel een medewerker van Delta Airlines als met de supervisor van Avsec het toestel heeft ‘geseald’ toen duidelijk werd dat het die dag niet meer zou vertrekken, zoals gesteld door [naam verzoekster] (pleitnota, 10), leidt niet tot een ander oordeel. Van de zijde van [naam verzoekster] is niet gesteld op welke gronden zij de aanwezigheid van I[naam X] niet op het cabin sheet report behoefde te vermelden indien deze zich met instemming van de supervisor dan wel een medewerker van Delta Airlines bij en in het toestel bevond. Integendeel, juist omdat [naam X] uiteindelijk heeft medegewerkt aan het sealen van het vliegtuig en daartoe ook in en onder het vliegtuig is geweest, had van [naam verzoekster] mogen worden verwacht dat zij de aanwezigheid en de medewerking van [naam X] op het formulier had vermeld.
4.11
Van de zijde van [naam verzoekster] zijn geen (persoonlijke) omstandigheden gesteld die (indien ze zouden komen vast te staan) kunnen leiden tot het oordeel dat van Avsec redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.12
Het voorgaande brengt mee dat de overige feiten en omstandigheden die volgens Avsec een dringende reden opleveren en door haar aan het ontslag op staande voet ten grondslag zijn gelegd, niet relevant zijn voor de beoordeling van het geschil. Al hetgeen partijen daaromtrent hebben gesteld, behoeft dan ook geen bespreking.
4.13
De slotsom van het vorenstaande is dan ook dat de vorderingen, die allen zijn gegrond op de stelling dat het gegeven ontslag op staande voet nietig is, zullen worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [naam verzoekster] worden veroordeeld in de kosten van de procedure, welke aan de zijde van Avsec worden begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [naam verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
wijst het gevorderde af;
5.3
veroordeelt [naam verzoekster] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Avsec worden begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 18 januari 2022 in aanwezigheid van de griffier.