Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Vooraf: beroep niet tijdig beslissen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2013, waarbij de hoogte van de toegestane aftrek van alimentatie in geschil is. Belanghebbende leefde in 2013 duurzaam gescheiden van zijn echtgenote en heeft een aanslag ontvangen op basis van een belastbaar inkomen van Afl. 298.138. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur heeft geen tijdig uitspraak gedaan. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar. De Inspecteur heeft later alsnog uitspraak gedaan, maar het beroep tegen het niet tijdig beslissen is niet-ontvankelijk verklaard.
De kern van het geschil betreft de aftrekbaarheid van de door belanghebbende betaalde alimentatie. Belanghebbende heeft een bedrag van Afl. 110.517 aan alimentatie geclaimd, maar de Inspecteur heeft slechts Afl. 83.668 in aftrek toegelaten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat de maandelijkse bankbetalingen volledig als partneralimentatie kunnen worden aangemerkt. De Inspecteur heeft erkend dat de Nederlandse AOW-uitkering van belanghebbende als onderdeel van de alimentatie aan zijn echtgenote werd overgemaakt, waardoor hierover geen geschil meer bestaat.
Echter, de kosten van bank- en deviezenprovisie die verband houden met de alimentatiebetalingen zijn niet aftrekbaar, omdat deze kosten niet onder de persoonlijke lasten vallen zoals bedoeld in de Landsverordening inkomstenbelasting. Uiteindelijk heeft het Gerecht de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van Afl. 272.831 en de Inspecteur opgedragen het griffierecht van Afl. 25 aan belanghebbende te vergoeden.