In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 30 mei 2022 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad door de verzoekster, de Minister van Arbeid, Energie en Integratie. De verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen ministeriële beschikkingen die haar bevoegdheden als directeur van het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS) inperken. De bestreden beschikkingen zijn genomen naar aanleiding van een gebrek aan vertrouwen van de verweerder in de verzoekster, wat heeft geleid tot een wijziging in de leiding van DIMAS en de instelling van een Managementteam dat toezicht houdt op de dagelijkse leiding.
De verzoekster stelt dat de bestreden beschikkingen niet in stand kunnen blijven, omdat zij bij landsbesluit is benoemd tot directeur van DIMAS en dat de verweerder niet bij ministeriële beschikking kan afwijken van deze aanstelling. Het Gerecht overweegt dat de bestreden beschikkingen een inbreuk maken op de hiërarchische verhoudingen binnen DIMAS en dat deze maatregelen de rechtspositie van de verzoekster als ambtenaar rechtstreeks raken. Het Gerecht concludeert dat de bestreden beschikkingen vermoedelijk in de bodemprocedure geen stand zullen houden en schorst deze om onevenredig nadeel voor de verzoekster te voorkomen.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtspositie van ambtenaren en de noodzaak om bij het nemen van besluiten rekening te houden met de wettelijke kaders en de hiërarchische structuren binnen overheidsinstanties. De beslissing is gegeven door mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken in raadkamer, waarbij tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.