Uitspraak
Island Finance Aruba N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) betaling van een bedrag van Afl. 5.391,88, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, van gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De vordering is gebaseerd op een geldleningsovereenkomst die op 28 juli 2016 is gesloten tussen IFA en [gedaagde 1]. [gedaagde 2] is aangesproken als borg voor de verplichtingen van [gedaagde 1]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 15 april 2020 is ingediend, gevolgd door een akte van vermindering van eis en schriftelijke verweren van de gedaagden.
Het gerecht heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] geen verweer heeft gevoerd en dat de vordering tegen haar toewijsbaar is. [gedaagde 2] heeft wel verweer gevoerd, maar het gerecht oordeelt dat haar argumenten niet opwegen tegen de verplichtingen die zij als borg heeft. De vordering van IFA wordt toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, die niet voldoende zijn onderbouwd. De proceskosten worden toegewezen aan IFA, die als de overwegend in het gelijk gestelde partij wordt beschouwd.
De uitspraak is gedaan op 6 april 2022 door mr. J.A. van Voorthuizen en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis wijst af wat verder is gevorderd.