ECLI:NL:OGEAA:2021:661

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
AUA202100949
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaald verzoek om dwangsom op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak

In deze zaak heeft de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, als verzoeker, een herhaald verzoek ingediend op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de overheid als verweerder. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 14 september 2020, waarin was bepaald dat verweerder binnen drie maanden een beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoeker van 15 april 2019. Bij het uitblijven van deze beslissing verbeurde verzoeker een dwangsom van Afl. 300,- per dag, tot een maximum van Afl. 25.000,-.

Op 8 april 2021 diende verzoeker opnieuw een verzoek in, omdat verweerder nog steeds geen beslissing had genomen. De zitting vond plaats op 4 oktober 2021, waarbij verzoeker vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, drs. M.L. Hassell. Verweerder was niet verschenen. Het gerecht overwoog dat er geen beslissing was genomen op het bezwaar van verzoeker en dat de verplichting tot nakoming van de eerdere uitspraak van 11 november 2019 nog steeds van kracht was.

Het gerecht besloot dat verweerder binnen twee maanden na de uitspraak alsnog een beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoeker, met een nieuwe dwangsom van Afl. 500,- per dag voor elke dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van Afl. 35.000,-. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Afl. 350,- aan verzoeker. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 18 oktober 2021, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 18 oktober 2021
Lar nr. AUA202100949

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoeker],

Verblijvend in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 14 september 2020 (Lar nr. AUA202000667) heeft het gerecht bepaald dat verweerder binnen drie maanden een beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoeker van 15 april 2019 en bepaald dat verzoeker een dwangsom verbeurt van Afl. 300,- voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft om een beslissing op het bezwaar te nemen tot een maximum van Afl. 25.000,-.
Op 8 april 2021 heeft verzoeker een herhaald verzoek op grond van artikel 53 van de Lar ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 oktober 2021. Verzoeker is verschenen bij zijn gemachtigde. Verweerder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1.1
Bij beschikking van 11 april 2019 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen.
1.2
Tegen de onder 1.1 genoemde beschikking heeft verzoeker op 15 april 2019 bezwaar gemaakt.
1.3
Tegen het uitblijven van een beslissing op het onder 1.2 genoemd bezwaar heeft verzoeker op 6 augustus 2019 beroep ingesteld bij het gerecht.
1.4
Bij uitspraak van 11 november 2019 (zaaknummer Lar AUA201902717) heeft het gerecht het onder 1.3 genoemd beroep gegrond verklaard, de fictief afwijzende beslissing op het bezwaar van verzoeker vernietigd en heeft het gerecht bepaald dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van de uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoeker. In de uitspraak staat per abuis onder het procesverloop dat het om de afwijzing van een vergunning tot tijdelijk verblijf gaat. Het betreft echter de afwijzing van de asielaanvraag.
1.5
Op 27 februari 2020 heeft verzoeker een verzoek ex artikel 53 van de Lar ingediend.
1.6
Bij uitspraak van dit gerecht van 14 september 2020 (zaaknummer Lar AUA202000667) heeft het gerecht bepaald dat verweerder binnen drie maanden een beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoeker van 15 april 2019 en heeft het gerecht bepaald dat verzoeker een dwangsom verbeurt van Afl. 300,- voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft om een beslissing op het bezwaar te nemen tot een maximum van Afl. 25.000,-.
1.8
Op 8 april 2021 heeft verzoeker wederom onderhavig verzoek op grond van artikel 53 van de Lar ingediend.
Het wettelijk kader
2.1
Ingevolge artikel 51 van de Lar neemt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing met inachtneming van de uitspraak van de rechter, indien de uitspraak strekt tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de beslissing, tenzij artikel 47, vierde lid, is toegepast.
2.2
Ingevolge artikel 53, eerste lid, van de Lar kan, indien het bestuursorgaan niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet aan artikel 51, de wederpartij bij het gerecht een verzoek indienen tot toekenning van een vergoeding ten laste van het Land dan wel een verzoek om het bestuursorgaan te verplichten alsnog gevolg te geven aan de uitspraak. Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, kan bij de beslissing op dit verzoek worden bepaald dat het bestuursorgaan aan de wederpartij een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat het in gebreke blijft aan de beslissing te voldoen.
De standpunten van partijen
3.1
Verzoeker betoogt dat verweerder voorbij is gegaan aan een rechterlijke uitspraak, dat een bedrag van Afl. 300,- per dag om alsnog aan de uitspraak van 11 november 2019 te voldoen geen schrikwekkend effect heeft gehad en verzoekt thans om een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag op te leggen om verweerder ertoe te bewegen om gevolg te geven aan de uitspraak van 11 november 2019.
3.2
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen.
De beoordeling
4.1
Het gerecht overweegt dat bij het sluiten van het onderzoek niet is gebleken dat verweerder op het bezwaar van verzoeker van 15 april 2019 heeft beslist. Aangenomen dient dan ook te worden dat verweerder nog steeds geen gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van 11 november 2019 (zie 1.4). De omstandigheid dat het gerecht reeds bij beslissing van 14 september 2020 (zie 1.6) op een verzoek in de zin van artikel 53 Lar heeft beslist, en dat inmiddels de daarbij opgelegde dwangsom is volgelopen, brengt niet mee dat daarmee de verplichting tot nakoming van de uitspraak van 11 november 2019 is komen te vervallen. Een herhaald verzoek om nakoming, mits binnen een redelijke termijn, is daarom mogelijk.
4.2
Het gerecht ziet aanleiding om verweerder wederom op te dragen om alsnog een beslissing op het bezwaar van verzoeker te nemen binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van deze uitspraak, wederom onder het opleggen van een dwangsom.
4.2
Nu verzoeker met recht onderhavig verzoek heeft gedaan en hierdoor noodzakelijke kosten heeft gemaakt door met een gemachtigde op te treden, zal verweerder in de kosten van dit geding worden veroordeeld. De proceskostenvergoeding kan worden berekend op Afl. 350,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt Afl. 700,-, wegingsfactor 0,25).

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
bepaalt dat verweerder binnen twee maanden na dagtekening van deze uitspraak alsnog een beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoeker;
bepaalt dat verweerder een dwangsom aan verzoeker verbeurt van Afl. 500,- voor elke dag dat hij in gebreke blijft om na bovengenoemde termijn van drie maanden een beslissing op bezwaar te nemen, met een maximum van Afl. 35.000,-;
veroordeelt verweerder tot betaling van de door verzoeker voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 350,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.