ECLI:NL:OGEAA:2021:658

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
AUA201902967
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verblijfvergunning en bigamie in het bestuursrecht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een beroep tegen de afwijzing van een verblijfsvergunning op basis van bigamie. Appellant, aangeduid als persoon B, heeft een verzoek ingediend om een vergunning tot tijdelijk verblijf bij zijn echtgenote. De Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie heeft dit verzoek afgewezen, omdat appellant nog steeds getrouwd zou zijn met mevrouw [Y], wat blijkt uit de huwelijksakte die is ingeschreven in de registers van de Dominicaanse Republiek.

De uitspraak van het gerecht van 23 november 2020 had appellant de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren dat zijn huwelijk met mevrouw [Y] niet rechtsgeldig was of dat het was ontbonden. Appellant heeft echter, ondanks meerdere uitstelverzoeken, geen nadere bewijsstukken ingediend. Het gerecht heeft in zijn overwegingen verwezen naar deze eerdere uitspraak en geconcludeerd dat de Minister op goede gronden het verzoek heeft afgewezen.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de huwelijksband tussen appellant en mevrouw [Y] nog steeds bestaat, wat leidt tot de conclusie dat appellant niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging met zijn huidige echtgenote. De rechter heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is openbaar uitgesproken op 18 oktober 2021.

Uitspraak

Uitspraak van 18 oktober 2021
Lar nr. AUA201902967

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

appellant (aka persoon B),

verblijvend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. G.M.N. Maduro (DIMAS).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 23 november 2020 heet het gerecht appellant in de gelegenheid gesteld te bewijzen, door overlegging van een authentiek afschrift van de huwelijksakte dan wel echtscheidingsbeschikking, dat zijn huwelijk met mevrouw [Y] niet rechtsgeldig is dan wel is ontbonden voordat hij met [de echtgenote] trouwde.
Op 24 november 2020 heeft de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (hierna: DBSB) nadere stukken ingediend.
Appellant heeft, na diverse uitstelverzoeken, geen nadere (bewijs)stukken ingediend.
De uitspraak is vervolgens (nader) bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Het gerecht verwijst voor de opsomming van de feiten in dit geval en het standpunt van partijen, naar de uitspraak van 23 november 2020.
2. Ter beantwoording ligt voor de vraag of verweerder op goede gronden het verzoek van appellant, om een vergunning tot tijdelijk verblijf om bij zijn echtgenote [echtgenote] te verblijven, heeft afgewezen.
3. Uit de nadere door de DBSB overgelegde stukken kan worden afgeleid dat het huwelijk tussen appellant onder de naam [persoon B] en mevrouw [Y] nog bestaat en dat de huwelijksakte staat ingeschreven in de registers van de Dominicaanse Republiek. Dit zal, zoals de DBSB in zijn advies van 3 juli 2020 heeft geconcludeerd, moeten leiden tot doorhaling van het huwelijk tussen appellant en mevrouw [echtgenote], omdat sprake is van bigamie.
4. Onder deze omstandigheden heeft verweerder zich, naar het oordeel van het gerecht, bij de bestreden beslissing terecht op het standpunt gesteld dat appellant nog is getrouwd met mevrouw [Y] en daarom niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging met mevrouw [echtgenote].
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 18 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hoger beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hoger beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hoger beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.