ECLI:NL:OGEAA:2021:581

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
411 van 2021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een jeugdige verdachte voor gewapende overvallen op snacktrucks met toepassing van jeugdstrafrecht

In deze Arubaanse strafzaak is een jeugdige verdachte veroordeeld voor het medeplegen van gewapende diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op 22 maart 2021, waarbij de verdachte samen met mededaders twee snacktrucks heeft overvallen. De verdachte, geboren in 2005, was op het moment van de feiten vijftien jaar oud en is thans gedetineerd in een huis van bewaring in Aruba. Tijdens de zitting op 1 oktober 2021, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Tromp, heeft de officier van justitie een jeugddetentie van één jaar geëist, met een taakstraf en bijzondere voorwaarden. De verdediging pleitte voor vrijspraak van een van de tenlastegelegde feiten, maar het Gerecht achtte de samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders voldoende bewezen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard betrokken te zijn geweest bij de overvallen, waarbij hij gewapend was met een mes en een mededader met een vuurwapen. De slachtoffers hebben verklaard dat zij onder dwang zijn gezet en dat er geweld is gebruikt. Het Gerecht heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte, evenals op de omstandigheden van de zaak.

De verdachte is veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van één jaar, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder begeleiding door de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba. Het Gerecht heeft ook de verbeurdverklaring van bepaalde in beslag genomen voorwerpen gelast en de teruggave van andere voorwerpen aan de verdachte bevolen. De uitspraak is gedaan door rechter mr. W.C.E. Winfield op 22 oktober 2021.

Uitspraak

Parketnummer: P-2021/02100
Zaaknummer: 411 van 2021
Uitspraak: 22 oktober 2021 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] 2005 in [plaats],
wonende in [plaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter terechtzitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.J. Tromp, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. P.A.J. van der Biezen, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van één jaar, met aftrek van voorarrest. Tevens heeft hij gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van tweehonderd uren, waarvan honderd uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte de bijzondere voorwaarde zal worden opgelegd dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba.
Zijn vordering behelst voorts:
  • de verbeurdverklaring van de zwarte trui met rood met witte mouwen en het bruin en witkleurig camouflage doekje.
  • de teruggave van de in beslag genomen paar witte gymschoenen van het merk “Nike” aan de verdachte.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde en heeft voor het overige een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
[snack truck 1]
1. dat hij op of omstreeks 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een tas inhoudende een rijbewijs en/of een vestigingsvergunning en/of een etui inhoudende Awg. 200,- althans een geldbedrag in elk geval enig goed, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [snack truck 1] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], gepleegd door hem, verdachte, en/of zijn mededaders met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een tas inhoudende een rijbewijs en/of een vestigingsvergunning en/of een etui inhoudende Awg. 200,- althans een geldbedrag in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [snack truck 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en of zijn mededaders:
- met een lang keukenmes in zijn/hun hand die [slachtoffer 2] onder dwang heeft/hebben gezet en/of
- een zilverkleurig pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht/gericht gehouden en heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Pasame la plata y celular." en/of "Tirate" en/of
- die [slachtoffer 1]met het handvat van een mes, althans een hard voorwerp, op haar hoofd heeft/hebben geslagen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Pasame la plata." althans woorden van soortgelijkende dreigende card en/of strekking;
(artikel 2:291/2:294 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht
[snack truck 2]
2. dat hij op of omstreeks 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een kasregister inhoudende ongeveer Awg. 100,-, althans een geldbedrag en/of
- een JBL luidspreker, in elk geval enig goed, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [snack truck 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd door hem, verdachte en/of zijn mededaders met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van
- een kasregister inhoudende ongeveer Awg. 100,-, althans een geldbedrag in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [snack truck 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat: verdachte en/of zijn mededaders:
- een nikkelkleurige revolver op/in de richting van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht/gericht gehouden en/of heeft/hebben gevorderd om op de grond te gaan liggen en tegen die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Bay plat, bay plat." althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] met een grote keukenmes heeft/hebben bedreigd;
(artikel 2:291/2:294 jo artikel 2:123 van het Wetboek van Strafrecht)
3. dat hij op 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen een vuurwapen en/of munitie, te weten een nikkelkleurige revolver en/of een pistool, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of munitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
(artikel 3 van de Vuurwapenverordening jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1. dat hij op of omstreeks 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander en/ofanderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een tas inhoudende een rijbewijs en
/ofeen vestigingsvergunning en
/ofeen etui inhoudende Awg. 200,-
althans een geldbedrag in elk geval enig goed, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [snack truck 1] en/of [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, en/of zijn mededaders,welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1], gepleegd door hem, verdachte, en
/ofzijn mededaders met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte en
ofzijn mededaders:
- met een lang keukenmes in
zijn/hun hand die [slachtoffer 2] onder dwang
heeft/hebben gezet en
/of
- een zilverkleurig pistool
, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,tegen het hoofd van die [slachtoffer 2]
heeft/hebben gericht
/gericht gehoudenen
heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Pasame la plata y celular." en/of "Tirate" en
/of
- die [slachtoffer 1]met het handvat van een mes, althans een hard voorwerp, op haar hoofd
heeft/hebben geslagen en
/of
- tegen die [slachtoffer 1]
heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Pasame la plata." althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekking;
2. dat hij op of omstreeks 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander en/ofanderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een kasregister inhoudende ongeveer Awg. 100,-, althans een geldbedrag en
/of- een JBL luidspreker
, in elk geval enig goed,geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [snack truck 2] en/of [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, en/of zijn mededaders,welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4], gepleegd door hem, verdachte en
/ofzijn mededaders met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat: verdachte en
/ofzijn mededaders:
- een nikkelkleurige revolver op/in de richting van die [slachtoffer 3]
heeft/hebben gericht
/gericht gehoudenen
/of heeft/hebben gevorderd om op de grond te gaan liggen
en tegen die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: "Bay plat, bay plat." althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 3] en
/ofdie [slachtoffer 4] met een grote keukenmes
heeft/hebben bedreigd;
3. dat hij op 22 maart 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander en/ofanderen,
althans alleeneen vuurwapen en
/ofmunitie, te weten een nikkelkleurige revolver
en/of een pistool, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerpen
/ofmunitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
[snack truck 1] en [snack truck 2]
1. De
verklaring van de verdachte, op 1 oktober 2021 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik ben betrokken bij de overvallen gepleegd op de twee snacktrucks [snack truck 1] en [snack truck 2]. Ik heb deze overvallen gepleegd met nog twee anderen. Ik was bewapend met een mes en een ander had het vuurwapen. Ik had van te voren gezien dat er een vuurwapen zou worden gebruikt. We hebben bij Well don Snack ongeveer Awg. 200,- gekregen en bij [snack truck 2] Awg. 75,- aan kleingeld.
2. Een proces-verbaal van 3e verhoor d.d. 8 mei 2021 (bijlage PD 29), voor zover inhoudende, als
verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 3], -zakelijk weergegeven-:
Ik heb de overval op [snack truck 1] samen met “Chino”
(het Gerecht begrijpt verdachte)en [medeverdachte 1]
(het Gerecht begrijpt medeverdachte [medeverdachte 1])gepleegd. Met “Chino” bedoel ik [medeverdachte 1]
(het gerecht begrijpt verdachte).Chino was gewapend met een keukenmes en [medeverdachte 1] was gewapend met de nikkelkleurige revolver van “[medeverdachte 2]”
(het Gerecht begrijpt medeverdachte [medeverdachte 2]). “Chino” stapte als eerste binnen en een zwartkleurige etui weg.
We zijn daarna naar [snack truck 2] gereden en besloten dan om een gewapende overval te plegen. Bij [snack truck 2] was “Chino” alweer gewapend met het keukenmes, “[medeverdachte 1]” met de nikkelkleurige revolver van “[medeverdachte 2]”. “[medeverdachte 1]” hielp “Chino” om de kassa weg te nemen. Het lukte mij om een camouflage luidspreker weg te nemen.
2. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 maart 2021 (bijlage AD 6), voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangeefster [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Ik werk bij de snacktruck genaamd “[snack truck 1]”. Op een gegeven moment zag ik twee voor mij onbekende mannen de snacktruck binnen stormen. Ik kon de ogen van de Overvaller 1 zien. Hij had ogen van mensen afkomstig uit China, platte kleine ogen. Hij hield mijn hoofd met kracht naar beneden en zei “dame la plata”. Hij hield in zijn hand een heel lang keukenmes en bedreigde mij hiermee door dit op mij te richten. Ik zag dat overvaller 2 een zwartkleurig pistool in zijn hand vasthield. Ik werd door Overvaller 1 heel hard tegen mijn hoofd met iets geslagen. Hierna renden beiden overvallers weg. Ik zag dat ze mijn tas hadden weggenomen. In mijn tas had ik ongeveer Awg. 200,- van de zaak, mijn rijbewijs en vergunningen van de vestiging.
3. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 maart 2021 (bijlage AD 7), voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangever [slachtoffer 2], -zakelijk weergegeven-:
Ik bevond mij bij de snacktruck toen ik plotseling door een voor mij onbekende man onder dwang werd gezet met een zeer lange keukenmes. Ik zag nog twee onbekende mannen aankomen rennen. Ik probeerde het keukenmes weg te duwen, ik werd door deze beweging aan mijn rechter hand gesneden. Overvaller 1 ging samen met Overvaller 2 de snacktruck binnen. Overvaller 3 bleef bij mij staan en hield een zilverkleurig pistool tegen mijn hoofd. Ik kan u zeggen dat het een kaliber .38 betreft. Overvaller 3 zei tegen mij “pasame la plata y celular”.
4. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 maart 2021 (bijlage AD 8), voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangever [slachtoffer 3], -zakelijk weergegeven-:
Ik ben 23 maart 2021 door drie overvallers beroofd. Ik ben manager van het bedrijf “[snack truck 2]”. Plotseling stapten twee voor mij onbekende mannen binnen. Een van hun hield een nikkelkleurige revolver in zijn rechterhand vast en de andere een opmerkelijk grote keukenmes in zijn hand vast. Er was ook een derde overvaller. Ik werd door Overvaller 1 met de revolver bedreigd en op zijn vordering op de grond moest gaan liggen. Overvallers 1 en 2 hadden mij en een van mijn werknemers met de revolver en de grote keukenmes bedreigd. De overvallers hadden het kasregister weggenomen. Het totale bedrag was tussen Awg. 75,- en Awg. 100,-. Verder zag ik dat de overvaller mijn camouflage kleurige luidspreker van het merk JBL hadden weggenomen.
5. Een proces-verbaal van verhoor d.d. 16 april 2021 (bijlage PD 74), voor zover inhoudende, als
verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2], -zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte 3]
(het Gerecht begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 3])vroeg mij of ik hem mijn vuurwapen kon lenen zodat hij samen met [medeverdachte 1]
(het Gerecht begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1])en Chino
(het Gerecht begrijpt: verdachte)de gewapende overval konden gaan plegen. Ik heb een nikkelkleurige revolver .38 Smith & Wesson. Op verzoek van [medeverdachte 3] had ik hem mijn revolver gelend zodat hij deze kon gaan gebruiken. Er zaten twee of drie patronen in de cilinder.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat onvoldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders om tot wettig en overtuigend bewijs te komen voor het voorhanden hebben van een vuurwapen.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Voor medeplegen van een strafbaar feit is een nauwe en bewuste samenwerking tussen de daders vereist. Dit impliceert dat hun opzet gericht is op het gezamenlijk verrichten van de strafbare gedraging. Hiervoor is nodig dat ieder van hen substantieel - zij het intellectueel of materieel - bijdraagt aan de verwezenlijking van het door hen beoogde strafbare feit. Die bijdrage wordt in de regel geleverd tijdens het plegen van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van dat feit. Die bijdrage kan echter worden geleverd in de vorm van verscheidene gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit.
Naar het oordeel van het Gerecht komt uit de gebezigde bewijsmiddelen genoegzaam naar voren komt dat de verdachte samen met zijn mededaders op een nauwe en bewust wijze heeft samengewerkt om de bewezenverklaarde overvallen te plegen. Zij hadden een vooropgezet plan om een overval te plegen. Ter uitvoering daarvan had een van de mededaders een vuurwapen gebezigd. Blijkens zijn verklaring afgelegd ter terechtzitting was verdachte van de aanwezigheid van het vuurwapen op de hoogte en blijkt niet dat hij op enigerlei wijze afstand heeft genomen van het gebruik van dit vuurwapen bij de overvallen. Daarmee is het gebruik van dit vuurwapen onderdeel van de gezamenlijke uitvoering van die overvallen en is het voorhanden hebben van dit vuurwapen in gelijke mate aan verdachte toe te rekenen. Gelet hierop, komt het Gerecht tot het oordeel dat er sprake is van medeplegen, zoals hiervoor bewezen verklaard.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste lid, juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2. Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste lid, juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
3. Medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van die Verordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
De verdachte was ten tijde van het plegen van het feit net vijftien jaar oud. Dit betekent dat hij op grond van artikel 1:157 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba overeenkomstig de in dit wetboek neergelegde bepalingen voor jeugdige personen zal worden bestraft.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt, gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De jeugdige verdachte heeft zich, samen met zijn mededaders, schuldig gemaakt aan twee gewapende overvallen op snacktrucks. De verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van geweld, door aangeefster tegen het achterhoofd te slaan. De andere aangevers zijn door de verdachte en zijn mededaders bedreigd met lange messen en een vuurwapen. De verdachte heeft louter uit financieel gewin zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan deze overvallen. De verdachte en zijn mededaders hebben met deze overvallen de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Als schadelijk voor het imago voor Aruba als relatief veilig land, kunnen zij op termijn ook de economie en welvaart van dit land ondermijnen. De verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers niet alleen financiële schade, maar vooral ook grote angst en leed toegebracht. Slachtoffers van dergelijke daden kunnen nog langdurig lijden onder de (geestelijke) gevolgen daarvan. Het Gerecht rekent het de verdachte dan ook zwaar aan dat hij met zijn handelen geheel voorbij is gegaan aan de gevoelens van onveiligheid die door dergelijke overvallen bij de onderhavige aangevers worden veroorzaakt.
Tevens heeft verdachte samen met zijn mededaders een vuurwapen voorhanden gehad. Dit feit behoort tot een categorie feiten die een ernstige inbreuk maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en veiligheid in de samenleving veroorzaken.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Door de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba is omtrent de persoon van verdachte een Quickscan-rapport opgesteld door [naam rapportrice], d.d. 20 april 2021. Zij stelt vast dat er bij verdachte enkele dynamische criminogene factoren aanwezig die de kans op recidive verhogen, waaronder zijn sociale netwerk, denkpatroon en middelen gebruik. Volgens rapportrice is om de kans op recidive te verlagen intensieve begeleiding geïndiceerd om de voornoemde factoren te remediëren [2] .
Het Gerecht neemt de conclusies van de rapportrice over en maakt die tot de zijne.
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte geven aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Nu verdachte vijftien jaar oud is, is artikel 1:165, eerste lid onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba van toepassing en kan de duur van de op te leggen jeugddetentie in dit geval niet hoger dan twaalf maanden zijn. Ook is de verdachte, zoals blijkt uit het uittreksel uit het justitieel documentatieregister, nooit eerder onherroepelijk veroordeeld voor enig strafbaar feit. Mede gelet op het in artikel 1:11, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba neergelegde uitgangspunt dat een taakstraf niet behoort te worden opgelegd naast een langdurige (onvoorwaardelijk opgelegde) vrijheidsstraf, acht het Gerecht het niet wenselijk om naast de op te leggen jeugddetentie ook nog een taakstraf op te leggen, zoals door de officier van justitie is gevorderd.
Het voorwaardelijke strafdeel dient er toe de verdachte in de geïndiceerde begeleiden te voorzien en hem tevens ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
In het voordeel van de verdachte laat het Gerecht meewegen dat hij volledige openheid van zaken heeft gegeven en berouw heeft getoond over zijn daad.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat jeugddetentie, waarvan een deel voorwaardelijk van na te melden duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De zwarte trui met rood met witte mouwen en het bruin en witkleurig camouflage doekje zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en betreft voorwerpen met betrekking tot welke het onder 1 en 2 bewezen verklaarde is begaan. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
De witte gymschoenen van het merk “Nike” behoren toe aan de verdachte. Het Gerecht zal de teruggave daarvan aan de verdachte gelasten, nu de voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:21, 1:22, 1:62, 1:67, 1:68, 1:123, 1:136, 1:157, 1:165, 1:169, 1:180, 1:181 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba,.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1,2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van één (1) jaar;

bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie, groot
drie (3) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de zwarte trui met rood met witte mouwen en het bruin en witkleurig camouflage doekje;
gelast de teruggave van de witte gymschoenen van het merk “Nike”.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield, bijgestaan door Y.G. Wilsoe, (zittingsgriffier), en op 22 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Team Bijzonder Projecten) d.d. 2 juli 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2106031005.AMB en de onderzoeksnaam “Jackpot”.
2.Reclasseringsrapportage, p. 5