ECLI:NL:OGEAA:2021:563

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
AUA202002542
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging in civiele procedure tussen Stichting Fundacion Lotta Pa Deporte en Ernst & Young

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om een incident tot voeging van de Stichting Fundacion Lotta Pa Deporte (FLPD) in een civiele procedure. FLPD, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. M.R.B. Gorsira en N.R.V. Soeltaansingh, verzocht om zich te voegen aan de zijde van Ernst & Young (EY), die gedaagde was in de hoofdzaak. De procedure volgde op een eerder vonnis van 12 mei 2021, waarin het verzoek van EY om FLPD in vrijwaring op te roepen was toegewezen. FLPD had zich vervolgens gesteld, maar diende nog een conclusie van antwoord te nemen.

De rechter beoordeelde het verzoek van FLPD om zich te voegen aan de zijde van EY. Volgens artikel 75 Rv heeft FLPD het recht om zich in de hoofdzaak aan de zijde van EY te voegen zonder dat daar een rechterlijk verlof voor vereist is. De rechter concludeerde echter dat FLPD bij gebrek aan belang niet in haar verzoek kon worden ontvangen, en wees het verzoek af. FLPD werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de verweerders op nihil werden begroot, aangezien de andere partij zich had gerefereerd aan het oordeel van de rechter en EY niet had gereageerd.

In de hoofdzaak werd vastgesteld dat FLPD zich als partij had gevoegd aan de zijde van EY, en de zaak werd verwezen naar de rolzitting van 24 november 2021, zodat FLPD als gevoegde partij een conclusie van antwoord kon nemen. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven op 27 oktober 2021.

Uitspraak

Vonnis van 27 oktober 2021
Behorend bij AUA202002542
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot voeging zijdens
de stichting
FUNDACION LOTTA PA DEPORTE,
te Aruba,
eiseres in het incident,
hierna ook te noemen: FLPD,
gemachtigden: mrs. M.R.B. Gorsira en N.R.V. Soeltaansingh,
in de zaak van:
[EISER IN DE HOOFDZAAK, VERWEERDER IN HET INCIDENT]
te Aruba,
eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident,
hierna ook te noemen: [Eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident]
gemachtigden: mrs. I.R. Wever en A.A. Ruiz,
tegen
de maatschap
ERNST & YOUNG,
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
hierna ook te noemen: EY,
gemachtigde: mr. P.R.C. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in het incident tot vrijwaring van 12 mei 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de conclusie van antwoord in de hoofdzaak;
  • de incidentele conclusie van FLPD houdende een verzoek tot voeging ex
  • de conclusie van antwoord in het incident tot voeging, van [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident].
1.2.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.
2.
DE BEOORDELING
in het incident
2.1.
In het voornoemde vonnis van 12 mei 2021 is het verzoek van EY om FLPD in vrijwaring op te roepen toegewezen. FLPD is vervolgens opgeroepen en zij heeft zich ook gesteld. Thans dient zij nog een conclusie van antwoord te nemen.
2.2.
In dit incident verzoekt FLPD het haar toe te staan om zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van EY. Uit artikel 75 Rv vloeit voort dat de waarborg, FLPD, het recht heeft om zich in de hoofdzaak aan de zijde van de gewaarborgde, EY, te voegen. Daar is geen rechterlijk verlof voor vereist en dus ook geen incidentele vordering, zoals de onderhavige (Hoge Raad 21 november 1952, NJ 1953/50). FLPD hoeft, als zij zich in de hoofdzaak wil voegen aan de zijde van EY, deze keuze dus slechts kenbaar te maken aan de rolrechter en de partijen in de hoofdzaak. Bij gebrek aan belang wordt de incidentele vordering daarom afgewezen.
2.3.
FLPD zal in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, nu uit het voorgaande volgt dat zij dit incident nodeloos heeft veroorzaakt. Gelet op het feit dat [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] zich heeft gerefereerd aan het oordeel van dit gerecht en EY niet heeft gereageerd, worden de kosten aan de zijde van verweerders begroot op nihil.
in de hoofdzaak
2.4.
Uit de incidentele conclusie van FLPD is gebleken dat zij zich wenst te voegen aan de zijde van EY. Zij zal daarom in de gelegenheid worden gesteld een conclusie van antwoord te nemen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek af;
veroordeelt FLPD in de kosten van het geding, aan de zijde van verweerders begroot op nihil;
in de hoofdzaak:
stelt vast dat FLPD zich als partij heeft gevoegd aan de zijde van EY en verwijst de zaak naar de rolzitting van 24 november 2021 opdat FLPD als gevoegde partij desgewenst een conclusie van antwoord kan nemen;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.