ECLI:NL:OGEAA:2021:546
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing vergunning tot tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie (hierna: appellant) beroep ingesteld tegen de beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarbij zijn aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf werd afgewezen. De aanvraag was ingediend op 24 januari 2019, maar werd op 15 oktober 2019 afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de vereisten, waaronder het ontbreken van een originele DPL-notificatiebrief. Appellant heeft op 11 februari 2021 beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn bezwaar, dat op 2 februari 2021 ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 23 augustus 2021 heeft appellant aangevoerd dat hij de vereiste DPL-notificatiebrief tijdig had ingediend, maar dat deze niet was meegenomen in de beoordeling van zijn bezwaar. Het Gerecht heeft geoordeeld dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld door deze brief niet in de beoordeling te betrekken. Het beroep is gegrond verklaard, de beslissing op bezwaar is vernietigd en verweerder is opgedragen binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellant.