In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C. Edwards. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 september 2021 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 en de voortzetting op 7 oktober 2021, hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiser vorderde aanvankelijk dat gedaagde binnen 48 uur een rectificatie zou plaatsen op de website 24ora.com, op straffe van een dwangsom, en veroordeling in de proceskosten. Deze rectificatie had betrekking op uitlatingen van gedaagde waarin eiser werd beschuldigd van oplichting, corruptie en belastingontduiking.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 oktober 2021 hebben partijen echter een schikking bereikt, waarbij gedaagde zich bereid verklaarde de uitlatingen te rectificeren. Eiser trok zijn overige vorderingen in en vroeg alleen om veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen deze kostenveroordeling, maar verzocht om kosteloos te mogen procederen op basis van een bewijs van onvermogen.
De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde inderdaad niet in staat is de kosten van de procedure te dragen en verleent hem toestemming om kosteloos te procederen. Op basis van artikel 60 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oordeelt de rechter dat de proceskosten voor rekening van gedaagde komen, aangezien eiser nodeloos kosten heeft gemaakt door gedaagde aan te manen tot rectificatie voordat de procedure werd gestart. De proceskosten zijn vastgesteld op Afl. 690,- aan verschotten en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 20 oktober 2021 door mr. J.M.J. Keltjens.