ECLI:NL:OGEAA:2021:517

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 oktober 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
KG AUA202102578
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in kort geding met verzoek om rectificatie

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C. Edwards. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 september 2021 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 en de voortzetting op 7 oktober 2021, hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiser vorderde aanvankelijk dat gedaagde binnen 48 uur een rectificatie zou plaatsen op de website 24ora.com, op straffe van een dwangsom, en veroordeling in de proceskosten. Deze rectificatie had betrekking op uitlatingen van gedaagde waarin eiser werd beschuldigd van oplichting, corruptie en belastingontduiking.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 oktober 2021 hebben partijen echter een schikking bereikt, waarbij gedaagde zich bereid verklaarde de uitlatingen te rectificeren. Eiser trok zijn overige vorderingen in en vroeg alleen om veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen deze kostenveroordeling, maar verzocht om kosteloos te mogen procederen op basis van een bewijs van onvermogen.

De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde inderdaad niet in staat is de kosten van de procedure te dragen en verleent hem toestemming om kosteloos te procederen. Op basis van artikel 60 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oordeelt de rechter dat de proceskosten voor rekening van gedaagde komen, aangezien eiser nodeloos kosten heeft gemaakt door gedaagde aan te manen tot rectificatie voordat de procedure werd gestart. De proceskosten zijn vastgesteld op Afl. 690,- aan verschotten en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 20 oktober 2021 door mr. J.M.J. Keltjens.

Uitspraak

Vonnis van 20 oktober 2021
Behorend bij K.G. nr. AUA202102578
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISER],
wonend in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [Eiser],
gemachtigde: mr. R. Marchena,
tegen
[GEDAAGDE],
wonend in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: mr. C. Edwards.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 7 september 2021;
  • de brief van [eiser], met producties ten behoeve van de mondelinge behandeling;
  • de mondelinge behandeling van 30 september 2021, waar [eiser] en zijn gemachtigde zijn verschenen;
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling van 7 oktober 2021, waar de gemachtigde van [eiser], [gedaagde] en diens gemachtigde zijn verschenen.
1.2.
De uitspraak van dit vonnis is bepaald op heden.

2.HET GESCHIL

2.1.
Aanvankelijk heeft [eiser] gevorderd om [gedaagde] te bevelen om binnen 48 uur een rectificatie te plaatsen op de website 24ora.com, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. De rectificatie zag op uitlatingen die [gedaagde] eerder op die website zou hebben gedaan, kort gezegd inhoudend dat [eiser] een oplichter is, corrupt is en belasting ontduikt.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 7 oktober 2021 hebben partijen te kennen gegeven dat zij voorafgaand aan de zitting zijn overeengekomen dat [gedaagde] de uitlatingen zal rectificeren. [Eiser] heeft verzocht om [gedaagde] alleen nog te veroordelen in de proceskosten. De rechter begrijpt daaruit dat [eiser] de overige vorderingen intrekt.
2.3. [
[Gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde kostenveroordeling. Wel heeft hij verzocht om hem gratis admissie te verlenen op basis van een bewijs van onvermogen.

3.DE BEOORDELING

3.1.
Uit het door [gedaagde] overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat hij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [gedaagde] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.
3.2.
Op grond van artikel 60 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) kan de rechter kosten die nodeloos worden gemaakt voor rekening laten van de partij die ze veroorzaakte.
3.3. [
[Eiser] heeft onbetwist gesteld dat hij [gedaagde] voorafgaand aan deze procedure heeft aangemaand om de uitlatingen te rectificeren. [Gedaagde] heeft zich hier pas bereid toe getoond nadat [eiser] de onderhavige procedure is gestart. Als gevolg daarvan heeft [eiser] nodeloos kosten gemaakt voor deze procedure. Op grond van artikel 60 Rv oordeelt de rechter dat de proceskosten daarom voor rekening van [gedaagde] komen.
3.4.
De proceskosten worden tot aan deze uitspraak vastgesteld op Afl. 690,- aan verschotten (Afl. 450,- aan griffierecht en Afl. 240,- aan oproepingskosten) en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
verleent aan [gedaagde] toestemming om kosteloos te procederen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak vastgesteld op Afl. 690,- aan verschotten en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.