In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek tot gezamenlijk gezag over een minderjarige, ingediend door de vader. De procedure is gestart met een eerdere beschikking op 26 november 2019 en is voortgezet met een mondelinge behandeling op 4 mei 2021, waarbij beide ouders en hun advocaten aanwezig waren. De Voogdijraad heeft ook een rapport ingediend ter ondersteuning van de zaak. De vader, vertegenwoordigd door mr. D.G. Croes, en de moeder, vertegenwoordigd door mr. O.D. Lodowica, hebben hun standpunten toegelicht. Het gerecht heeft vastgesteld dat, ondanks de communicatieproblemen tussen de ouders, zij bereid zijn om gezamenlijk het gezag over hun kind uit te oefenen. Het gerecht heeft besloten dat het gezamenlijk gezag wordt toegekend aan beide ouders, waarbij de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn. Tevens is de vader verplicht om de moeder elke twee weken schriftelijk te informeren over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot het kind. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling van de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige.