ECLI:NL:OGEAA:2021:486

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202101645
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de erkenning van de minderjarige op verzoek van de moeder

In deze zaak heeft de moeder verzocht om de erkenning van haar minderjarige kind te vernietigen. De minderjarige is geboren uit de moeder en erkend door de erkenner op 30 september 2014. De moeder heeft aangevoerd dat zij gedwaald heeft omtrent de verwekking van de minderjarige. Tijdens de procedure is gebleken dat de biologische vader van de minderjarige, de heer [de vader], met zekerheid kan worden vastgesteld door een DNA-onderzoek, waaruit blijkt dat hij de biologische vader is en niet de erkenner. De Voogdijraad is als bijzondere curator aangesteld om de minderjarige te vertegenwoordigen in deze procedure. De moeder heeft een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar, waaruit blijkt dat de erkenner niet de biologische vader is. Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder twijfels had over de identiteit van de vader ten tijde van de erkenning, wat betekent dat er geen sprake was van dwaling. Het verzoek van de moeder is afgewezen, maar de bijzondere curator heeft een zelfstandig verzoek ingediend om de erkenning te vernietigen, wat door het gerecht is toegewezen. De erkenning door de erkenner is vernietigd, terwijl het verzoek van de moeder is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 12 oktober 2021
Behorend bij EJ nr. AUA202101645
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Naam verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen

1.DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator,

2. [
[Naan erkenner],de erkenner, hierna [de erkenner],
wonende in Aruba,
niet verschenen,
3. [
[Naam biologische vader],de biologische vader, hierna [de vader],
wonende in Aruba,
in persoon,
Gezamenlijk te noemen VERWEERDERS,
Belanghebbende:
[Naam minderjarige],geboren op [datum] in Aruba,
hierna de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 3 juni 2021,
  • de mondelinge behandeling van 31 augustus 2021, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde, [de vader] in persoon en de Voogdijraad bij mevrouw [medewerkster voogdijraad]. [De erkenner] heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
1.2
Uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is uit de moeder geboren. De minderjarige is op 30 september 2014 door [de erkenner] erkend.
2.2
Uit het overgelegde DNA-onderzoek van I.L. Laboratorio Familiar N.V. van 3 maart 2021 blijkt dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de heer [de vader] de biologische vader van de minderjarige is.

3.HET VERZOEK

Het verzoek van de moeder strekt tot vernietiging van de erkenning van de minderjarige door [de erkenner]. Daartoe wordt aangevoerd dat de moeder heeft gedwaald omtrent de verwekking van de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) dient in zaken van afstamming het minderjarig kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden, en is ter zitting als zodanig benoemd.
4.2
Ingevolge artikel 1:205 lid 1 sub c BWA kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning, op de grond dat de erkenner niet de biologische vader van het kind is, worden ingediend door de moeder, indien zij door bedreiging, dwaling, bedrog, of tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden bewogen is toestemming tot de erkenning te geven. Ingevolge het derde lid wordt het verzoek in geval van bedreiging of misbruik van omstandigheden, door de moeder niet later ingediend dan een jaar nadat deze invloed heeft opgehouden te werken en, in geval van bedrog of dwaling, binnen een jaar nadat de verzoeker het bedrog of de dwaling heeft ontdekt.
4.3
De moeder heeft een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar van 3 maart 2021, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Nu biologisch vaderschap door middel van DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat [de erkenner] niet de biologische vader van de minderjarige is.
4.4
Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat ten tijde van het geven van toestemming tot erkenning de moeder al twijfel had omtrent wie de vader van de minderjarige was. Uitgangspunt is dat van degene die in twijfel handelde, niet kan worden gezegd dat hij/zij heeft gedwaald. Nu aan de zijde van de moeder blijkbaar geen zekerheid heeft bestaan over het biologisch vaderschap van [de erkenner] ten tijde van het geven van toestemming om de minderjarige te erkennen, kan niet worden volgehouden dat de moeder toen daarover heeft gedwaald. Om die reden is het niet mogelijk de erkenning te vernietigen ingevolge het bepaalde in artikel 1:205 lid 1 sub c BWA en zal het verzoek van de moeder worden afgewezen.
4.5
Ter zitting heeft de bijzondere curator, nadat deze alle recente ontwikkelingen had vernomen, namens de minderjarige een zelfstandig verzoek gedaan tot vernietiging van de door [de erkenner] gedane erkenning, voor zover het verzoek van de moeder mocht worden afgewezen, nu de bijzondere curator dit in het belang van de minderjarige acht.
4.6
Ingevolge artikel 1:205 lid 1 sub a BWA kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning, op de grond dat de erkenner niet de biologische vader van het kind is, worden ingediend door het kind zelf, tenzij de erkenning tijdens zijn meerderjarigheid heeft plaatsgevonden. Het verzoek kan, conform het vierde lid, door het kind worden ingediend binnen vijf jaren nadat het kind bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is. Indien het kind evenwel gedurende zijn minderjarigheid bekend is geworden met dit feit kan het verzoek tot uiterlijk vijf jaren nadat het kind meerderjarig is geworden, worden ingediend.
4.7
Nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat [de erkenner] niet de biologische vader van de minderjarige is en het verzoek binnen de geldende termijn is gedaan, zal het gerecht het verzoek van de bijzondere curator namens de minderjarige om de erkenning te vernietigen dan ook toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst af het verzoek van de moeder;
vernietigt de door [de erkenner], geboren op [geboortedatum] in Colombia, gedane erkenning op 30 september 2014 van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in Aruba.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 12 oktober 2021 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.