ECLI:NL:OGEAA:2021:482

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202101785
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en naamskeuze in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoekster tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. De verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. D.G. Croes, heeft een verzoek ingediend op 30 juni 2021, waarbij zij verzocht om vaststelling van het vaderschap van [X], die in 2010 is overleden. Dit verzoek is gebaseerd op een eerder vonnis van 20 november 1974, waarin het gerecht heeft vastgesteld dat [X] de verwekker is van de verzoekster. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 31 augustus 2021, waarbij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand ook aanwezig was.

De rechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, die de mogelijkheid bieden om het vaderschap vast te stellen, zelfs na het overlijden van de verwekker. De rechter heeft vastgesteld dat er geen belemmeringen zijn om het verzoek toe te wijzen en dat het verzoek tot vaststelling van het vaderschap voor toewijzing in aanmerking komt. Tevens heeft de verzoekster aangegeven dat zij de geslachtsnaam van haar vader, [achternaam X], wil dragen. De rechter heeft besloten dat deze naamskeuze zal worden vermeld in de uitspraak.

De beslissing houdt in dat het gerecht vaststelt dat [X] de vader is van de verzoekster en dat de geslachtsnaam van de verzoekster [achternaam X] zal zijn. De griffier is belast met het toezenden van een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, zodat deze kan worden opgenomen in de relevante aktes. Deze uitspraak is een belangrijke stap in de erkenning van het vaderschap en de naamskeuze van de verzoekster.

Uitspraak

Beschikking van 12 oktober 2021
behorend bij EJ nr. AUA202101785
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Croes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 30 juni 2021,
  • het advies van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, overgelegd op 3 augustus 2021,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 31 augustus 2021, waar zijn verschenen verzoekster in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij mevrouw mr. [Z].
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Bij vonnis van 20 november 1974 behorend bij A.R. no. 698 van 1973 van dit gerecht is na het afleggen van een bloedtest, door het gerecht bewezen geacht dat [X] (hierna te noemen: [X]) verwekker is van verzoekster.
2.2 [
X] is op [overlijdensdatum] 2010 overleden.
2.3
Verzoekster heeft eerder een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap bij dit gerecht ingediend, welk verzoek bij beschikking van 8 mei 2012 behorend bij EJ nr. 2075 van 2011 is afgewezen.
2.4
Deze beschikking is door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie bij uitspraak van 26 maart 2013 bevestigd. Het Hof heeft – kort gezegd – de aanvaarding van een niet in de wet voorziene gerechtelijke vaststelling van het vaderschap buiten zijn rechtsvormende taak geacht.
2.5
Op 23 oktober 2018, heeft het Hof een advies gegeven op grond van artikel 208 (oud) van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (WBA), met registratienummer HAR 58/17, met betrekking tot het verzoek ter zake van het gestelde vaderschap van [X]. Dit advies strekt tot afwijzing van het verzoek tot verlening van brieven van vaderschap als bedoeld in artikel 207 (oud) van het BWA. Wel wordt in dit advies aan verzoekster in overweging gegeven wederom een verzoek tot gerechtelijke vaststelling te doen, aangezien het Hof het niet langer buiten de gerechtelijke taak van de rechter in Aruba acht om een dergelijke vaststelling uit te spreken, waarbij de mogelijkheid tot naamskeuze moet worden geboden.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en te bepalen dat de geslachtsnaam van verzoekster [achternaam X] zal zijn.
3.2
Daartoe wordt aangevoerd dat het gerecht bij vonnis van 20 november 1974 bewezen heeft geacht dat [X] verwekker van verzoekster is.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:207 lid 1 sub b van het BWA, zoals dat luidt met ingang van 1 september 2021, kan het vaderschap van een man, ook indien deze is overleden, op de grond dat deze de verwekker is van het kind door de rechter in eerste aanleg worden vastgesteld op verzoek van het kind. Deze vaststelling kan niet geschieden indien er sprake is van één van de situaties als bedoeld in het tweede lid, onder sub a en b, van dit artikel. Het vierde lid bepaald dat de vaststelling van het vaderschap, mits de beschikking daartoe in kracht van gewijsde is gegaan, terug werkt tot het moment van de geboorte van het kind. Te goeder trouw door derden verkregen rechten worden hierdoor nochtans niet geschaad. Voorts ontstaat geen verplichting tot teruggave van vermogensrechtelijke voordelen, voor zover degene die hen heeft genoten ten tijde van het doen van het verzoek daardoor niet was gebaat.
4.2
Ingevolge artikel 1:5 van het BWA, zoals dat luidt met ingang van 1 september 2021, kan bij de keuze van de geslachtsnaam van een kind, hierna aan te duiden als de naamskeuze, worden gekozen voor de geslachtsnaam van de vader of de moeder.
Ingevolge artikel 1:5d van het BWA – voor zover hier van belang – kan, indien een kind op het tijdstip van ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaren of ouder is, het kind zelf de naamskeuze doen, ingeval van gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, ten overstaan van de rechter. Van de verklaring van naamskeuze wordt melding gemaakt in de rechterlijke uitspraak inzake gerechtelijke vaststelling van het vaderschap.
4.3
Deze bepalingen hebben – voor zover hier van belang – vanaf hun inwerkingtreding directe werking en zijn daarmee ook van toepassing op het onderhavige, vóór die inwerkingtreding ingediende, verzoek.
4.4
Bij vonnis van 20 november 1974 is bepaald dat [X] de verwekker is van verzoekster. Het gerecht ziet geen reden om in het kader van het onderhavige verzoek anders te oordelen. Tevens blijkt uit het verhandelde ter terechtzitting niet dat zich één van de situaties als bedoeld in artikel 1:207 lid 2, onder sub a en b, van het BWA voordoet.
4.5
Uit bovenstaande volgt dat het verzoek tot vaststelling van het vaderschap voor toewijzing in aanmerking komt. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zal worden uitgesproken.
4.6
Verzoekster heeft tevens de wens geuit dat haar geslachtsnaam [achternaam X] zal zijn. Haar daartoe strekkende verklaring zal overeenkomstig artikel 1:5d in het dictum van deze uitspraak worden vermeld.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt vast dat [X], geboren op [geboortedatum] 1930 in Aruba, de vader is van [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1973 in Aruba,
maakt er melding van dat verzoekster ten overstaan van het gerecht heeft verklaard de kiezen voor de geslachtsnaam van haar vader, te weten [achternaam X];
bepaalt dat de griffier van het gerecht, zodra deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van de beschikking doet toekomen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in Aruba, opdat deze een latere vermelding toevoegt aan de betrokken aktes van de burgerlijke stand .
Aldus gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 12 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.