In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie. De minderjarige, geboren in 2008, is het kind van de vader en de moeder, die beiden in Aruba wonen. De vader heeft in het verleden bij beschikking van 12 november 2012 een bijdrage van Afl. 800,- per maand moeten betalen, welke later is verlaagd naar Afl. 400,- per maand door het Hof op 17 december 2013. De vader voert aan dat zijn inkomen door de coronacrisis is gedaald en verzoekt de alimentatie te verlagen naar Afl. 250,- per maand.
De procedure omvatte een verzoekschrift, producties van de vader, een verweerschrift van de moeder en een mondelinge behandeling op 29 juni 2021. De moeder heeft geen inkomen uit arbeid en ontvangt een uitkering van Afl. 900,- per maand. De vader heeft een netto-maandloon van Afl. 2.247,10, maar heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij de alimentatie van Afl. 400,- per maand niet kan betalen. Het gerecht oordeelt dat de vader nog steeds in staat is om deze bijdrage te leveren, ondanks zijn financiële situatie.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek van de vader afgewezen en toestemming verleend aan beide partijen om kosteloos te procederen. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2021 door rechter mr. J.M.J. Keltjens.