[eiseres] heeft (samengevat) gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. het Land te verbieden om het perceel aan een derde over te dragen, te verkopen of te vervreemden, op straffe van een dwangsom van Afl. 250.000,-;
II. het Land te veroordelen om binnen twee weken na betekening van deze uitspraak het recht van optie aan [eiseres] te verlenen, volgens het vonnis van 12 mei 2021, op straffe van een dwangsom van Afl. 2.500,- per dag, met een maximum van Afl. 250.000,-;
III. het Land te veroordelen om mee te werken aan het passeren van de optie bij een notaris, op straffe van een dwangsom van Afl. 50.000,-;
IV. het Land een dwangsom van Afl. 100.000,- op te leggen voor ieder optierecht dat niet voldoet aan de optievoorwaarden van 26 augustus 1994;
V. het Land te veroordelen tot het betalen van de wettelijke rente, als een dwangsom verbeurd wordt verklaard;
VI. het Land te veroordelen tot betaling van de proceskosten van de vorige procedure, waaronder de kosten van betekening, en de kosten van deze procedure, inclusief wettelijke rente en eventuele extra kosten die [eiseres] moet maken om deze kosten te innen.