Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
Landsverordening van 23 september 2016 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (AB1989 no. GT 100) in verband met een aantal onderwerpen die nog een regeling of aanpassing in het Burgerlijk Wetboek van Aruba behoeven(AB2016 no. 51; hierna ook: Aanpassingsverordening Burgerlijk Wetboek). Met de invoering van deze landsverordening is het erfrecht in boek 4 BW (ingrijpend) gewijzigd. In artikel 4:7 lid 1 aanhef en onder b) BW is bepaald dat de kosten van de lijkbezorging schulden van de nalatenschap zijn. Op grond van het thans geldende erfrecht kunnen de kosten van lijkbezorging dus op de erven worden verhaald. Op grond van artikel XXX onder A van de
Landsverordening van 8 maart 2021(AB 2021 no. 43) (welke artikel strekt tot aanpassing van artikel 1 van de Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BW) juncto art. 2 van de
Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BW, is het op 1 september 2021 ingevoerde erfrecht uit boek 4 BW vanaf haar inwerkingtreding van toepassing, tenzij uit de navolgende artikelen van de
Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BWiets anders voortvloeit. Toepassing van het op 1 september 2021 ingevoerde erfrecht zou voor onderhavig geschil meebrengen dat de nalatenschap c.q. de erven op grond van artikel 4:7 lid 1 aanhef en onder b) BW exclusief aansprakelijk zijn voor de voldoening van de kosten van de lijkbezorging die door Arucar zijn voorgeschoten. Consequentie daarvan zou zijn dat de nabestaanden met wie de overeenkomst van geldlening met Arucar tot stand is gekomen, niet langer voor de voldoening van hun schuld jegens Arucar aansprakelijk zijn. In artikel 3 lid 1 aanhef en onder b) van de
Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BWis bepaald dat toepassing van de nieuwe wet niet tot gevolg heeft dat daardoor een schuld op een ander overgaat. Het overgangsrecht verhindert daarmee dat artikel 4:7 lid 1 aanhef en onder b) BW in onderhavig geschil van toepassing is, omdat toepassing immers meebrengt dat de schuld overgaat van de nabestaanden die de geldlening zijn aangegaan op de erven.