ECLI:NL:OGEAA:2021:43

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
AUA202001594
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling achterstallig loon wegens onbetaalde overuren in arbeidsrelatie

In deze zaak heeft verzoeker, een voormalige werknemer van Aruba Security, een verzoek ingediend om betaling van achterstallig loon wegens onbetaalde overuren. Verzoeker was in dienst als security-officer en stelde dat hij gedurende zijn dienstverband structureel overuren had gemaakt die niet waren uitbetaald. Hij verzocht het gerecht om Aruba Security te veroordelen tot betaling van het achterstallige loon, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

Aruba Security betwistte de vordering van verzoeker en stelde dat alle overuren die verzoeker had gewerkt, maandelijks waren uitbetaald. Het gerecht heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Tijdens deze behandeling heeft verzoeker zijn standpunten toegelicht, maar Aruba Security heeft haar verweer onderbouwd met loonstroken en verklaringen van andere werknemers.

Het gerecht heeft geoordeeld dat verzoeker zijn vordering onvoldoende heeft onderbouwd en dat Aruba Security haar verweer overtuigend heeft aangetoond. De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet in staat is geweest om zijn claims met specifieke gegevens te onderbouwen, waardoor de vordering is afgewezen. Verzoeker is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde van Aruba Security.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2021
Behorend bij AUA202001594
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA SECURITY AND CRIME PREVENTION N.V.,
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: Aruba Security,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift d.d. 8 juli 2020;
- het verweerschrift d.d. 13 oktober 2020;
- de e-mails d.d. 11 november en 18 november van de zijde van [verzoeker] met producties;
- de mondelinge behandeling van 24 november 2020, waar partijen hun standpunten nader hebben toegelicht, [verzoeker] onder het overleggen van een pleitnota;
- de akte uitlaten regeling d.d. 8 december 2020.
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Aruba Security drijft een onderneming die beveiligings- en bewakingswerkzaamheden verricht.
2.2 [
verzoeker] is op 4 september 2014 bij Aruba Security in dienst getreden in de functie van security-officer.
2.3
Bij brief van 28 augustus 2019 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoeker] verzoekt dat het gerecht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, Aruba Security veroordeelt om binnen vijf dagen na betekening van deze beschikking aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
- het nettobedrag aan achterstallig loon wegens onbetaalde overuren overeenkomend met 1199,33 uren, gerekend op 150% van het normale tarief;
- de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van 10% en wettelijke rente;
- met veroordeling van Aruba Security in de kosten van de procedure, waaronder begrepen het salaris van gemachtigde.
3.2
Aan zijn vordering legt [verzoeker] het volgende ten grondslag. [verzoeker] had tijdens zijn dienstverband een officiële werkweek van 45 uren, verdeeld over 6 dagen per week. Behoudens de zaterdagen werd hij iedere werkdag ingeroosterd voor 10 uren, zodat hij per maand 43,33 uren aan overwerk verrichtte. Een deel van de overuren is hem uitbetaald, zodat per saldo gemiddeld 33,33 uur per maand te weinig is betaald aan overwerk gedurende een periode van drie jaren. Dit komt in totaal overeen met 1199,33 uren.
3.3
Aruba Security voert hiertegen verweer. Zij betwist dat [verzoeker] structureel 43,33 per maand aan overuren moest werken, omdat hij (behoudens de zaterdag) dagelijks voor 10 uren werd ingedeeld. De overuren die [verzoeker] daadwerkelijk heeft gewerkt, zijn altijd maandelijks aan hem betaald tegelijk met zijn reguliere salaris.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
verzoeker] heeft in algemene termen gesteld dat hij dagelijks (behoudens de zaterdagen) 10 uur moest werken tussen 7:00 uur in de ochtend en 7:00 uur in de avond (met twee uur pauze, zo begrijpt het gerecht) en dat hij aldus gedurende drie jaren structureel 43,33 uren per maand heeft moeten overwerken. Ook heeft hij in algemene termen gesteld dat hem gemiddeld 10 uren per week aan overuren is betaald.
4.2
Van de zijde van Aruba Security is dit betwist. Zij stelt dat er twee ploegendiensten waren. De ene week moest een werknemer van 7:00 uur in de ochtend tot 4:00 uur in de middag werken, met een uur pauze, en de andere week van 08:00 uur in de ochtend tot 7:00 uur in de avond met 2 uur pauze. Overuren werden maandelijks betaald. Aruba Security heeft haar stellingen onderbouwd door te verwijzen naar verklaringen van werknemers en door het overleggen van loonstroken van [verzoeker] over 2017 en 2018 (verweerschrift, prod. 8-A).
4.3 [
verzoeker] heeft de door Aruba Security gestelde werkweken in twee ploegendiensten niet betwist, zodat het gerecht van de juistheid daarvan uitgaat. Tijdens zijn pleidooi heeft [verzoeker] ermee volstaan om te stellen dat aldus uit de eigen stellingen van Aruba Security volgt dat er structureel sprake was van twee gewerkte overuren per dag (pleitnota 5). Dit is echter een onjuiste gevolgtrekking. Uit hetgeen Aruba Security aldus heeft gesteld volgt immers dat een medewerker de ene week geen overuren maakte en de andere week één overuur per dag. Dit komt overeen met ongeveer 10 uren per maand.
4.4 [
verzoeker] stelt nog aanvullend dat hij vanwege een afwijkende functie en de aanvullende werkzaamheden die hij hiervoor moest verrichten, eerder op het werk verscheen dan de overige medewerkers en ook later naar huis vertrok.
4.5
Uit de door Aruba Security overgelegde loonstroken over 2017 en 2018 blijkt dat [verzoeker] iedere maand (veel) meer dan 10 uur aan overwerk kreeg uitbetaald. De betaalde overwerkuren betroffen kennelijk niet alleen de uren die uit het dienstrooster voortvloeiden (te weten: 10 uren per week), maar ook overuren die [verzoeker] daarnaast nog werkte. Hiermee heeft Aruba Security in het licht van de stellingen van [verzoeker] haar verweer dat iedere maand alle overuren werden betaald, gemotiveerd onderbouwd. Gezien dit gemotiveerde verweer kan [verzoeker] er niet langer mee volstaan om zijn vordering met algemene berekeningen te onderbouwen. Van hem had mogen worden verwacht dat hij zijn vordering nader had onderbouwd en in het bijzonder dat hij deze per week dan wel per maand had gespecificeerd. Door deze nadere onderbouwing niet te geven, heeft [verzoeker] het gemotiveerde verweer van Aruba Security onvoldoende betwist. Het verweer van Aruba Security slaagt om die reden en de vorderingen van [verzoeker] zullen worden afgewezen zonder dat hij tot bewijs van zijn stellingen behoeft te worden toegelaten.
4.6
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [verzoeker] worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Aruba Security worden begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aruba Security worden begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 9 februari 2021 in aanwezigheid van de griffier.