In deze zaak heeft de RBC Royal Bank (ARUBA) N.V. een verzoek ingediend tot machtiging voor de onderhandse verkoop van een perceel eigendomsgrond in Savaneta, Aruba. De bank heeft een hypothecaire vordering op de verweerder, die per 18 februari 2021 een bedrag van Afl. 191.351,32 verschuldigd was, vermeerderd met rente en kosten. De bank heeft op 30 maart 2021 het registergoed, dat onbetaald is gebleven, op de veiling aangeboden, maar het is onverkocht gebleven. De bank heeft vervolgens een koopakte ondertekend met een koper voor een bedrag van Afl. 235.000,--.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 maart 2021 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 15 juni 2021. De verweerder is niet verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechter heeft vastgesteld dat de verweerder niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat de vereisten voor de onderhandse verkoop zijn voldaan.
De rechter heeft op 7 september 2021 besloten om het verzoek van de bank toe te wijzen en goedkeuring te verlenen voor de onderhandse verkoop van het perceel eigendomsgrond, dat onder hypothecaire dekking staat. De beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, en de beslissing houdt in dat de onderhandse verkoop kan plaatsvinden conform de goedgekeurde koopovereenkomst.