ECLI:NL:OGEAA:2021:394

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 juli 2021
Publicatiedatum
10 september 2021
Zaaknummer
AUA202101463
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen tussen Pelca Airport Hotel Operating Company en [verweerster]

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Pelca Airport Hotel Operating Company en [verweerster]. De verzoekster, Pelca, heeft de ontbinding aangevraagd op basis van gewichtige redenen, stellende dat [verweerster] niet over de benodigde vaardigheden beschikte om de functie van General Manager van Hyatt Place Aruba naar behoren uit te oefenen. De procedure begon met een verzoekschrift van 1 juni 2021, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 8 juli 2021. Tijdens de behandeling werd duidelijk dat [verweerster] sinds haar indiensttreding op 5 maart 2019 niet in staat was gebleken om de prestaties te verbeteren, ondanks begeleiding en een Performance Improvement Plan (PIP) dat op 26 oktober 2020 was opgesteld. Het gerecht heeft vastgesteld dat er een verlies aan vertrouwen was in de capaciteiten van [verweerster] en dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 9 augustus 2021 en een billijkheidsvergoeding van Afl. 30.000,00 toegekend aan [verweerster].

Uitspraak

Beschikking van 30 juli 2021
Behorend bij AUA202101463
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
PELCA AIRPORT HOTEL OPERATING COMPANY VBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Pelca Airport Hotel Operating Company,
2.
PELCA DEVELOPMENT VBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Pelca Development,
verzoeksters,
hierna gezamenlijk in enkelvoud ook te noemen: Pelca,
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen,
tegen:
[verweerster],
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigden: mr. G. de Hoogd en R.E. Yarzagaray.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
Het verzoekschrift d.d. 1 juni 2021;
- de e-mail d.d. 5 juli 2021 van Pelca met producties;
- de e-mail d.d. 5 juli 2021 van [verweerster] met producties;
- de e-mail d.d. 6 juli 2021 van Pelca met producties;
- de e-mail d.d. 7 juli 2021 van [verweerster] met producties;
- de mondelinge behandeling d.d. 8 juli 2021, waar partijen hun standpunten onder het overleggen van een pleitnotitie hebben toegelicht.
1.2
Beschikking is na afloop van de mondelinge behandeling bepaald op heden.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1
Pelca exploiteert sinds oktober 2019 het bij het vliegveld van Aruba gelegen hotel Hyatt Place Aruba (hierna te noemen: Hyatt Place Aruba). Bestuurders van zowel Pelca Airport Hotel Operating Company als van Pelca Development zijn [naam] en [naam] (hierna: [naam]) (verzoekschrift, prod. 1).
2.2
Op grond van een op 5 maart 2019 ondertekende brief, is [verweerster] in dienst getreden in de functie van General Manager van Hyatt Place Aruba (verzoekschrift, prod. 2). De brief is aan de zijde van de werkgever ondertekend door [naam] (hierna ook: [naam]), handelend namens Pelca Development. In de functieomschrijving is onder meer vermeld:
Job Assignment
In this position you will report directly to Luciano Julio, Regional Vice President of LATAM Operations Hyatt House & Hyatt Place, and will be responsible for overseeing all administrative, financial and operational activities of Hyatt Place Aruba Airport by achieving the key objectives in accordance with Hyatt Strategies and Regional directives. (…)”
2.3
Tot aan het moment van haar indiensttreding bij Pelca was [verweerster] in dienst van Hyatt Regency Aruba Resort (hierna: Hyatt Regency Aruba), een luxe resort dat is gelegen aan de High Rise te Aruba. Zij was bij Hyatt Regency Aruba in dienst getreden in 1996 en vervulde daar laatstelijk de functie van salesmanager.
2.4
Hyatt Regency Aruba is een naamloze vennootschap naar Arubaans recht. Bestuurders zijn [naam], [naam], [naam], [naam] en IMC International Management & Trust Company.
2.5
In een interne e-mail d.d. 29 maart 2019 van Hyatt Regency Aruba (verzoekschrift,prod. 23) is het volgende besproken in verband met de positie van [verweerster] in verband met haar overstap naar Hyatt Place Aruba:
“(…) Attached the agreement that was presented to [verweerster]. You may recall in her case, it was agreed that for purposes of her 25 year benefit eligibility, she will retain your service date with Hyatt, and it should be reflected in EIS. We explained to her that this is not something we put in offer letters, because it is not a guaranteed benefit. (…)”
2.6
In een e-mail d.d. 5 maart 2019 van Hyatt Regency Aruba aan [verweerster] (verzoekschrift, prod. 24) was hieromtrent het volgende vermeld:
“(…) I explained to her how important it is for you to keep your Hyatt Service years and Hyatt benefits related to seniority such as the 25 year benefit eligibility.
Her feedback was that for purposes of her 25 year benefit eligibility, you will retain your service date with Hyatt, and it should be reflected in EIS. (…)”
In het salarisoverzicht van Pelca staat als de datum indiensttreding van [verweerster] vermeld 2 juni 1996 (verweerschrift, prod. 5).
2.7
In een overzicht van Hyatt is het volgende vermeld omtrent ‘transfers between Hyatt entities’ in het geval medewerkers van een ‘Hyatt Hotel Caribbean’ overstappen naar ‘Hyatt franchised properties’ (verweerschrift, prod. 7):
“Franchise owner policies and procedures differ greatly. For this reason, please contact the Human Resources representative at the specific Franchise for their policy regarding recognition of service date and Bridge of Service.Transfer HR File: No”
2.8
Hyatt Place Aruba heeft een managementovereenkomst gesloten met Hyatt LACSA. Ook Hyatt Regency Aruba heeft met Hyatt LACSA een managementovereenkomst. Vice-president van Hyatt LACSA in de periode dat [verweerster] voor Hyatt Place Aruba werkte, was [naam].
2.9
Op het moment dat [verweerster] begon aan haar functie van General Manager bij Hyatt Place Aruba beschikte zij niet over ervaring als General Manager van een hotel. Bij Hyatt Regency Aruba had zij leiding gegeven aan kleinere afdelingen. In verband met het bekleden van de functie van General Manager heeft [verweerster] in juni 2019 een maand managementtraining gekregen in een opleidingscentrum van Hyatt te Dallas (USA), zij is gedurende een periode van 165 dagen geassisteerd door een ‘task force’ van alle relevante departementen, Hyatt LACSA heeft twee ervaren managers uit de regio aangewezen als vraagbaak en ondersteuning voor [verweerster], de regionale vice-president van Hyatt LACSA was beschikbaar voor overleg en begeleiding en tot slot waren ook afdelingsmanagers van Hyatt Regency Aruba beschikbaar voor overleg met en begeleiding van [verweerster], waaronder [naam] (HRM) en [naam] (financiën).
2.1
In een e-mail d.d. 17 september 2019 (verzoekschrift, prod. 5) schrijft [naam] aan [naam]:
(…) I appreciate your time and efforts in assisting me to guide and coach Marta.
As we know, Marta’s learning curve is a little slower than we were expecting and although I’m in constant contact with her, I agree that will be great for her to spend an hour per week with you (…) in order for her to improve mainly the two areas below:
  • Overall Leadership
  • Owners relation/communication
I have already talked to her about it. (…)
2.11
In een brief van 16 december 2019 heeft [naam] onder meer het volgende aan [verweerster] geschreven (verweerschrift, prod. 12):
“I am pleased to confirm that your Gross Annual Salary has been increased to AWF$134.736.25 effective March 1st 2020.
[verweerster], I thank you for your ongoing focus, attention and leadership in driving results and outcomes during 2019. 2020 will undoubtedly bring its own set of opportunities and challenges, I know that you and Team will face these with your usual sense of urgency and deliberate and decisive actions in achieving our goals. (…)”
2.12
Door Pelca is er een zogenaamd ‘Performance Improvement Plan’ (hierna: PIP) opgesteld welke is gedateerd op 26 oktober 2020 en welke blijkens de aanhef is gericht aan [verweerster] (verzoekschrift, prod. 8). In het PIP is onder meer opgenomen:
Areas of Concern:
  • Communication with ownership and team members
  • Organizational Structure of team members
  • Accountability and Expectations for team members
  • Costs Management
  • Satisfaction scores
(…)
Observations, Previous Discussions of Counseling:
On September 25, 2020, the ownership provided negative feedback concerning Marta’s performance regarding the above-mentioned areas. On September 28, I spoke to Marta about these areas of concern and identified key opportunities and provided guidance in how to improve each. (…)”
In het PIP worden vervolgens 5 stappen geformuleerd die moeten leiden tot een verbetering van de door Pelca gesignaleerde punten.
2.13
Op 15 maart 2021 is [verweerster] door Pelca van haar taken ontheven.
2.14
Op 2 mei 2021 heeft [verweerster] aan [naam] schriftelijk onder meer bericht (verzoekschrift, prod. 16):
“(…) I have a joker to my right and a clown to my left. I am referring to Mister [naam] and Mr. [naam]. (…)”

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Pelca verzoekt dat het gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
-
primairde arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbindt zonder toekenning van een vergoeding naar billijkheid,
subsidiaireen vergoeding toekent gebaseerd op een tweejarig dienstverband;
- [ verweerster] veroordeelt in de kosten van de procedure, waaronder mede begrepen de nakosten, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van de beschikking in deze procedure.
3.2
Aan haar vordering legt Pelca het volgende ten grondslag. [verweerster] beschikt niet over de vaardigheden die in haar functie noodzakelijk zijn om de bedrijfsvoering in het hotel in al zijn facetten goed aan te sturen. Dit is met [verweerster] besproken. Ondanks de begeleiding die zij vanaf begin af aan heeft gekregen om haar in haar functie te laten groeien en ondanks het aanbieden van het PIP, is [verweerster] er niet in geslaagd om de prestaties te verbeteren en om aldus te functioneren op het gewenste niveau. Zij heeft zich bovendien (samen met haar echtgenoot) op bepaalde momenten onheus gedragen jegens [naam] en [naam]. Er is dan ook sprake van een dringende reden althans van een wijziging van omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
3.3 [
verweerster] voert hiertegen verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek, althans verzoekt zij om toekenning van een vergoeding van Afl. 498.500,00 indien het gerecht het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toewijst.
3.4
Op de grondslagen van het verzoek en op het daartegen gevoerde verweer zal het gerecht hierna, bij de beoordeling van het geschil, nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

Partijen bij de arbeidsovereenkomst
4.1 [
verweerster] heeft op 5 maart 2019 een arbeidsovereenkomst gesloten waarbij [naam] blijkens de tekst van de akte namens Pelca Development heeft gehandeld . [verweerster] is op dat moment, zo volgt ook uit de eigen stellingen van Pelca (verzoekschrift, 1), bij Pelca Development in dienst getreden. Dat [verweerster] vervolgens stilzwijgend in dienst is gestreden van Pelca Airport Hotel Operating Company, zoals door Pelca is betoogd, volgt niet uit de door Pelca gestelde feiten. Het gerecht gaat er hierna dan ook vanuit dat [verweerster] een arbeidsovereenkomst heeft met Pelca Development.
De door Pelca gevorderde ontbinding
4.2.1
Volgens Pelca bestond het disfunctioneren van [verweerster] er zakelijk uit dat zij:
- slecht communiceerde met de werknemers in het hotel en met de aandeelhouders c.q. het bestuur van Pelca;
- er niet in slaagde om de organisatie van het hotel op orde te krijgen;
- er niet in slaagde om de exploitatie in goede banen te leiden.
4.2.2
De slechte wijze van communiceren leidde er onder meer toe dat werknemers de organisatie verlieten, zoals in december 2019 de chef-kok ([naam]), in november 2020 de assistent general manager ([naam]) en ook op enig moment de director of sales ([naam]). Ook de externe district director of sales ([naam]), die daarna was aangetrokken, wilde niet langer met [verweerster] samenwerken, aldus Pelca.
4.2.3
Het gebrek aan vaardigheden om processen aan te sturen had onder meer als gevolg dat er een schimmelprobleem was in het hotel dat niet werd opgelost, dat de hygiëne in de keuken niet voldeed aan de standaarden van Hyatt en de hygiëne-certificaten van medewerkers niet op orde waren, waardoor sluiting van het hotel een reëel gevaar was, dat er geen ontruimingsplan was in het geval van brand en dat niet alle kamers konden worden gebruikt.
4.3
Het gerecht overweegt ten aanzien van de door Pelca gestelde gronden voor de ontbinding, met inachtneming van het verweer van [verweerster], als volgt.
4.4
Uit de functie-omschrijving in de arbeidsovereenkomst (zie hiervoor, nr. 2.2), volgt dat [verweerster] als General Manager verantwoordelijk was voor de financiële, administratieve en operationele activiteiten van het hotel. Dat zij verantwoording moest afleggen aan de bestuurders c.q. de aandeelhouders doet aan de verantwoordelijkheid die zij droeg voor de algemene gang van zaken in het hotel, niet af. Ook de omstandigheid dat [verweerster] (wellicht) niet volledig bevoegd was ten aanzien van het aanstellen van medewerkers (zoals door haar gesteld) en het aangaan van rechtshandelingen met derden, brengt op zichzelf niet mee dat zij daarmee in zijn algemeenheid geen verantwoordelijkheid droeg voor de financiële, administratieve en operationele activiteiten van het hotel. Dat zij die eindverantwoordelijkheid wel had, volgt ook uit haar eigen verweer, waar [verweerster] stelt (verweerschrift, 33) dat het tot haar bevoegdheid hoorde om de aandeelhouders een master-key, waarmee zij alle ruimtes in het hotel konden betreden, te onthouden. Voor zover [verweerster] op bepaalde punten in haar verweer dan ook beoogd heeft te betogen dat zij geen algemene verantwoordelijkheid droeg voor de gang van zaken in het hotel, wordt dat verweer verworpen.
4.5
Uit de (onbetwiste) stellingen van Pelca omtrent de opleiding en begeleiding die [verweerster] bij aanvang van haar dienstbetrekking kreeg en de (onbetwiste) stelling van Pelca dat dit relatief veel ondersteuning is voor de opening van een hotel (verzoekschrift, 5), begrijpt het gerecht dat Pelca er bij de aanstelling van [verweerster] vanuit ging dat zij op dat moment nog niet over alle kennis en vaardigheden beschikte die nodig waren om zelfstandig haar managementtaken te vervullen, maar dat zij zich die kennis en vaardigheden - mede met behulp van die begeleiding - deels nog moest verwerven
4.6
Uit een door Julio op 17 september 2019 (verzoekschrift, prod. 5) aan [naam] verzonden e-mail blijkt dat de groei die [verweerster] in haar functie liet zien, niet voldeed aan de verwachtingen die Pelca kennelijk had. Twee vaardigheden die vooral moesten worden verbeterd waren, aldus de e-mail, algemeen leiderschap en communicatie. Van de zijde van [verweerster] is niet betwist dat dit met haar is besproken, zoals door [naam] in de e-mail aan [naam] worden geschreven.
4.7
Tussen partijen is verder niet in geschil dat op 26 oktober 2020 een verbeterplan (het PIP) aan [verweerster] is voorgelegd dat (volgens Pelca) voorzag in een stapsgewijze verbetering van haar prestaties in de door Pelca voorgestane zin. Als punten van aandacht worden in het PIP genoemd de communicatie, de organisatie, verantwoordelijkheid en verwachtingen van teamleden, kostenbeheersing en tevredenheidscores. Het was daarmee voor [verweerster] duidelijk dat zij op deze punten niet functioneerde op een wijze zoals door Pelca wel werd verwacht.
4.8
Volgens [verweerster] kan uit het PIP, zo begrijpt het gerecht haar standpunt, niet de conclusie worden getrokken dat [verweerster] niet goed functioneerde. Zij stelt namelijk dat het PIP niet door de internationale Hyatt-organisatie was opgesteld, maar door de aandeelhouders die ‘niet altijd evenveel verstand van zaken hadden’ en volgens haar was het PIP naar zijn inhoud surrealistisch (verweerschrift, 27).
4.9
Dit verweer wordt door [verweerster] niet concreet onderbouwd. De drie opmerkingen die zij maakt naar aanleiding van het plan (verweerschrift, 28), kan niet als een concreet onderbouwd verweer gelden. Indien de doelstellingen in het PIP en de wijze waarop Pelca deze wenste te verwezenlijken, daadwerkelijk niet realistisch waren, dan had van [verweerster] mogen worden verwacht dat zij dat van ieder der doelstellingen en de onderdelen uit het stappenplan, concreet had gesteld.
4.1
Met haar verweer weerlegt [verweerster] in het bijzonder niet dat zij naar het oordeel van (de aandeelhouders van) Pelca niet voldeed aan de verwachtingen die vanuit Pelca aan haar functioneren en de door haar te behalen doelstellingen werden gesteld. Evenmin heeft [verweerster] betwist dat zij er niet in is geslaagd om in de maanden na de opstelling van het PIP de daarin geformuleerde doelstellingen te behalen. Zelfs indien er met [verweerster] veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat het PIP op de door haar genoemde punten niet realistisch was in haar doelstellingen, dan geldt nog steeds dat [verweerster] er als General Manager niet in is geslaagd om de door de aandeelhouders, ook volgens [verweerster], wel reëel gestelde doelen te realiseren.
4.11
Tot die doelstellingen behoorde in ieder geval een goede (en effectieve) communicatie met de aandeelhouders van Pelca. [verweerster] heeft niet betwist dat de communicatie met in ieder geval [naam] slecht verliep. Zelf bestempelt zij hem in haar e-mail d.d. 2 mei 2021 (zie hiervoor onder nummer 2.14) als een ‘joker’, waaruit volgt dat ook in haar beleving de samenwerking met [naam] niet goed verliep. Dat volgt ook uit het verweer van [verweerster] met betrekking tot het PIP, daar zij immers in dit verband zelf stelt (verweerschrift, 28) dat het contact met de aandeelhouders verslechterde nadat zij met [naam] had gesproken over het wangedrag van zijn zoon. [naam] was niet alleen aandeelhouder van Pelca, maar ook één van de twee bestuurders aan wie [verweerster] eindverantwoordelijkheid verschuldigd was. Het ontbreken van een goede communicatie alsmede het ontbreken van het vertrouwen, welke beiden voor een effectieve samenwerking met de bestuurders c.q. aandeelhouders noodzakelijke is, is op zich al een omstandigheid die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
4.12
Hoewel ten aanzien van de meeste overige aan [verweerster] gemaakte verwijten geldt dat deze in het kader van deze procedure niet voldoende aannemelijk zijn geworden, acht het gerecht het wel voldoende aannemelijk dat [verweerster] ook ten aanzien van het handhaven van de hygiëne in de keuken en het op orde brengen van de gezondheidscertificaten, tekort is geschoten in het uitvoeren van haar functie als General Manager. Daartoe geldt het volgende.
4.13 [
verweerster] erkent dat het, na het vertrek van de chef-kok [naam], noodzakelijk bleek voor diens opvolger, [naam], om de keuken drastisch schoon te maken en om de koeler en opslagruimte te reorganiseren (verweerschrift, 21). Volgens [verweerster] toont dit aan dat [naam] ongeschikt was voor zijn functie, maar kan dat haar niet worden aangerekend. Zij had, anders dan het statutaire bestuur, niet de bevoegdheid om sleutelfiguren (waartoe kennelijk de chef-kok ook behoorde) in te schakelen, zo stelt zij. Met dit verweer miskent [verweerster] dat zij er als General Manager voor verantwoordelijk was dat in de keuken de door Hyatt geformuleerde standaarden worden nageleefd (zie dit vonnis onder nr. 4.4). Indien een sleutelfiguur daartoe niet in staat bleek, dan had het op haar weg gelegen - indien zij inderdaad niet bevoegd was om de chef-kok te ontslaan - het bestuur daaromtrent in te lichten. Kennelijk heeft [verweerster] dat niet gedaan.
4.14 [
verweerster] heeft verder niet betwist dat, nadat zij op 15 maart 2021 van haar taken was ontheven, is gebleken dat de hygiëne in de keuken niet voldeed aan de Hyatt-standaard (verzoekschrift, 14) en zij heeft ook de foto’s (verzoekschrift, prod. 12) die Pelca ter ondersteuning heeft overgelegd, niet gemotiveerd betwist. De enkele opmerking dat ‘men getracht heeft om dit bij [verweerster] in de schoenen te schuiven (verweerschrift, 21) is daartoe onvoldoende. Het gerecht acht het daarmee aannemelijk dat de foto’s een getrouw beeld geven van de situatie die direct na het vertrek van [verweerster] is aangetroffen in de keuken en dat dit niet voldoet aan de door Hyatt gehanteerde standaarden.
4.15
Ook de stelling van Pelca dat de gezondheidscertificaten van niet alle medewerkers van food & beverage op orde waren (verzoekschrift, 15 en prod. 13) is niet gemotiveerd door [verweerster] weersproken. Weliswaar stelt [verweerster] dat Hyatt Place Aruba een Golden Seal heeft gekregen van DVG voor het voldoen aan gezondheids- en veiligheidsmaatregelen (verweerschrift, 37), maar dit betreft blijkens het partijdebat en de producties (verweerschrift, prod. 18) een van overheidswege verstrekt certificaat, inhoudende dat aan de regelgeving van de overheid in het kader van de Covid-19 pandemie is voldaan. De certificaten waarop Pelca doelt, zijn daarentegen onderdeel van de contractsvoorwaarden om onder de Hyatt-vlag restaurantvoorzieningen te mogen exploiteren (pleitnota Pelca, 12). De stelling dat aan deze voorwaarde niet volledig is voldaan, is door Pelca onderbouwd met de e-mail d.d. 16 april 2021 (verzoekschrift, prod. 13). Uit het verweer van [verweerster] dat uit de e-mail volgt dat sommige medewerkers zaten te wachten op prolongatie (verweerschrift, 37) volgt dat niet van alle medewerkers op dat moment de certificaten op orde waren. Door [verweerster] zijn geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat dit binnen de organisatie van Hyatt niet tot problemen zou leiden, althans dat het niet voltooid zijn van de prolongatie haar niet kan worden aangerekend.
4.16
Het in algemene zin geformuleerde verweer dat [verweerster] in haar 25 jarig dienstverband bij Hyatt Regency Aruba altijd naar behoren als manager heeft gefunctioneerd, zodat het ook om die reden niet waarschijnlijk is dat zij in haar functie als General Manager bij Hyatt Place Aruba ten aanzien van alle door Pelca gestelde aspecten slecht zou functioneren, kan niet tot een ander oordeel leiden. Ter zitting heeft [verweerster] desgevraagd verklaard dat zij bij Hyatt Regency Aruba een aantal functies heeft vervuld, waaronder 6 jaar die van manager van de food & beverage afdeling en de laatste 19 jaar die van sales manager. In die functie gaf ze leiding aan één medewerker. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat [verweerster] bij het uitoefenen van haar functies bij Hyatt Regency Aruba dezelfde vaardigheden nodig had als die in de functie van General Manager van Hyatt Place Aruba. Dat volgt overigens ook uit de extra begeleiding die zij bij aanvang van haar werkzaamheden als General Manager heeft gekregen. Uit het goed vervullen van haar laatste functie bij Hyatt Regency Aruba volgt dan ook niet zonder meer dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat de verwijten die haar thans door Pelca worden gemaakt, onterecht zijn.
4.17
Wanneer aldus de in de nummers 4.4 tot en met 4.16 genoemde aspecten in hun onderlinge samenhang worden beschouwd, kan Pelca zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat er een verlies aan vertrouwen is dat [verweerster] in staat is om de aan de functie van General Manager verbonden taken naar behoren te vervullen. Daarmee is er sprake van veranderingen in omstandigheden die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen.
4.18
Het gerecht volgt Pelca niet in haar stelling dat er sprake is van omstandigheden die een dringende reden zouden hebben opgeleverd als de dienstbetrekking om die reden onverwijld was beëindigd. [verweerster] heeft een groot aantal verwijten aan haar adres gemotiveerd weersproken, zodat in het kader van deze (op snelheid gerichte) procedure onvoldoende aannemelijk is geworden dat die verwijten terecht zijn gemaakt. Dit algemeen negatieve beeld dat Pelca heeft geschetst, wordt ook weersproken door de inhoud van de e-mail d.d. 16 december 2019 van [naam] aan [verweerster], in welke e-mail bovendien een (bescheiden) salarisverhoging wordt toegekend aan [verweerster]. De omstandigheden die leiden tot het oordeel dat er sprake is van een verandering van omstandigheden, zijn niet dermate ernstig en verwijtbaar dat zij tevens kunnen worden gekwalificeerd als een dringende reden. De opmerking van [verweerster] in haar e-mail d.d. 2 mei 2021, inhoudende dat zij wordt bijgestaan door een ‘clown’ en een ‘joker’ zijn pas gedaan nadat zij al van haar taken was ontheven en dus nadat de beslissing was genomen door Pelca om de arbeidsovereenkomst te beëindigden. Dat geldt ook voor de overige brieven waarnaar Pelca heeft verwezen (pleitnota Pelca, 8 e.v.) en de berichten van haar echtgenoot. De opmerkingen die aldus zijn gedaan, vormen naar het oordeel van het gerecht om die reden onvoldoende grond om te concluderen dat er behalve van een verandering van omstandigheden ook een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De aan [verweerster] toe te kennen vergoeding
4.19
Het komt het gerecht met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voor om aan [verweerster] ten laste van Pelca een vergoeding toe te kennen. Tot die omstandigheden rekent het gerecht het gegeven dat het ook voor Pelca duidelijk was dat de ervaring die [verweerster] in haar vorige functie had opgedaan, niet aansloot bij de vereisten die aan de functie van General Manager worden gesteld. Het was om die reden noodzakelijk om haar te ondersteunen en te coachen, teneinde haar vaardigheden op het gewenste niveau te brengen. Het is niet zo dat [verweerster] geen inzet toonde om haar functie naar behoren te vervullen. Ook Pelca zelf stelt dat [verweerster] hard heeft gewerkt, maar dat zij ondanks dat harde werken niet geschikt blijkt voor de functie van General Manager (pleitnota Pelca, 17). Dat [verweerster] er uiteindelijk niet in is geslaagd om de functie naar behoren te vervullen, is een risico dat niet verwijtbaar is, zodat dit door beide partijen genomen risico ook niet uitsluitend voor haar rekening behoort te komen.
4.2
Bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding speelt de duur van het dienstverband een rol. Het gerecht volgt [verweerster] niet in haar stelling dat bij de vaststelling van de duur van dat dienstverband de jaren die zij voor Hyatt Regency Aruba heeft gewerkt, moeten worden meegeteld. Daartoe geldt het volgende.
4.21
Hyatt Regency Aruba en Hyatt Place Aruba maken volgens Pelca geen deel uit van dezelfde holdingstructuur. Ter zitting heeft Pelca op dit punt nader toegelicht dat Hyatt Regency Aruba onderdeel is van de Hyatt-groep die valt onder de Hyatt Corporation te Chicago. De hotels die behoren tot deze groep worden geëxploiteerd volgens een andere (en exclusievere) formule dan de hotels die volgens de formule van Hyatt Place worden geëxploiteerd. De hotels die tot de laatstbedoelde groep behoren, zijn vaak eigendom van lokale eigenaren. Er zijn geen dwarsverbanden tussen de hotels die behoren tot de Hyatt-groep en de hotels die onder de naam Hyatt Place worden geëxploiteerd.
4.22 [
verweerster] heeft betwist dat Hyatt Regency Aruba en Hyatt Place Aruba behoren tot twee juridisch van elkaar te onderscheiden ketens, maar zij heeft dit verder niet onderbouwd. Uit de door partijen overgelegde uittreksels van de Kamer van Koophandel (verzoekschrift, prod. 1 en verweerschrift, prod. 1) volgt dat [naam] en Pel[naam]lizzari de bestuurders zijn van Pelca en dat zij niet betrokken zijn bij het bestuur van Hyatt Regency Aruba. Niet is betwist, zoals door Pelca op diverse plaatsen is gesteld, dat zij ook de aandeelhouders van Pelca zijn. Mede in het licht van het gegeven dat de twee bestuurders van Pelca Develoment en van Pelca Airport Hotel Operating Company tevens de enig aandeelhouders zijn van deze vennootschappen, had van de kant van [verweerster] mogen worden verwacht dat zij haar stelling dat desondanks ook Hyatt Place Aruba onderdeel is van de Hyatt-groep die valt onder de Hyatt Corporation, nader met stukken had onderbouwd. Dat heeft zij niet gedaan, zodat het gerecht het aannemelijk acht dat Hyatt Regency Aruba en Hyatt Place Aruba geen onderdeel uitmaken van dezelfde holdingstructuur.
4.23 [
verweerster] heeft op de functie van General Manager gesolliciteerd in een sollicitatieprocedure die ook openstond voor andere dan Hyatt-medewerkers. Bij het aangaan van het dienstverband is een nieuwe arbeidsovereenkomst opgesteld, waarin als werkgever duidelijk is vermeld Pelca Development. Door een dienstverband aan te gaan met een vennootschap die juridisch niet is verbonden met de groep waartoe Hyatt Regency Aruba behoort, is er in beginsel een nieuwe overeenkomst ontstaan die niet kan worden beschouwd als de voortzetting van het met Hyatt Regency Aruba bestaande dienstverband.
4.24
Dit volgt ook uit het door [verweerster] zelf overgelegde overzicht (verweerschrift, 7) waarin is bepaald dat franchise-eigenaren op het gebied van arbeidsvoorwaarden een eigen beleid en procedures hebben en dat het personeelsdossier niet wordt overgenomen door de franchise-eigenaar.
4.25
Naar het oordeel van het gerecht was [verweerster] zich hiervan ook bewust. Hyatt kent voor werknemers die na 25 jaar zonder geschil en in ‘good standing’ uit dienst treden een zogenaamd ‘25 year + lifetime benefit plan’. Dit programma houdt in dat de betreffende medewerker ook na de uitdiensttreding een korting krijgt op de kosten van een hotelkamer in een Hyatt-hotel, waar ook ter wereld (verzoekschrift, prod. 22a). Daartoe wordt centraal in een door de Hyatt-groep gebruikt computerprogramma geregistreerd dat de betreffende ex-werknemer (langer dan) 25 jaar in dienst is geweest. Uit door Pelca overgelegde e-mails (verzoekschrift, prod. 23) volgt dat het behoud van de opbouw van haar dienstjaren in het kader van het ‘25 year + lifetime benefit plan’ onderwerp is geweest van de besprekingen tussen [verweerster] en Hyatt Regency Aruba in verband met haar vertrek bij Hyatt Regency Aruba. In de e-mail van 5 maart 2019 aan [verweerster] is van de zijde van Hyatt Regency Aruba toegezegd dat zij haar dienstjaren in verband met de opbouw van het ‘25 year + lifetime benefit plan’ zou behouden. Een dergelijke afzonderlijke afspraak was niet nodig geweest, indien het dienstverband bij Pelca niet meer was dan een voortzetting van het dienstverband bij Hyatt Regency Aruba en door beide partijen ook als zodanig werd beschouwd.
4.26
De door [verweerster] aangevoerde feiten en omstandigheden die volgens haar aantonen dat er wel een voortzetting is geweest van het dienstverband, kunnen niet leiden tot een ander oordeel. Dat geldt ook voor de rechtspraak van de Hoge Raad waarop door [verweerster] een beroep is gedaan. De door [verweerster] bedoelde rechtspraak ziet immers op situaties waarin bepaalde activiteiten van een onderneming door een andere rechtspersoon werd overgenomen en waarbij de werknemers hun bestaande werkzaamheden (nagenoeg) ongewijzigd blijven uitoefenen. In onderhavige zaak heeft [verweerster] zelf besloten om een geheel andere functie te gaan bekleden bij Hyatt Place Aruba. Van een overneming van activiteiten is geen sprake geweest.
4.27
Het gerecht zal bij het vaststellen van de vergoeding dan ook uitgaan van een tweejarig dienstverband. Zoals hiervoor is overwogen (nr. 4.19) is niet aannemelijk geworden dat de verandering van omstandigheden aan [verweerster] verwijtbaar is. Anders dan door [verweerster] is gesteld, is evenmin gebleken dat door Pelca verwijtbaar is gehandeld. Het salaris van [verweerster] bedroeg laatstelijk Afl. 134.736,25 per jaar. Op basis van de hier genoemde uitgangspunten en zonder enige vaste formule te hanteren, acht het gerecht een vergoeding van Afl. 30.000,00 billijk.
4.28
Toekenning aan [verweerster] van voormelde ontbindingsvergoeding brengt mee dat het gerecht overeenkomstig het bepaalde in het zesde lid van artikel 7A:1615w BW een termijn zal verlenen aan Pelca om, zo zij dit wenst, haar ontbindingsverzoek in te trekken. In dat geval zal Pelca de kosten van deze procedure moeten dragen, die tot aan deze uitspraak worden begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigden. Indien Pelca haar ontbindingsverzoek niet intrekt ziet het gerecht grond om de proceskosten te compenseren tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
stelt Pelca in de gelegenheid haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een uiterlijk op vrijdag 6 augustus 2021 ter griffie van het gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan [verweerster];
5.2
veroordeelt Pelca in dat geval in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigden;
INDIEN PELCA HAAR VERZOEK NIET INTREKT
5.3
ontbindt de tussen Pelca Development en [verweerster] gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van maandag 9 augustus 2021;
5.4
bepaalt dat Pelca Development in geval van ontbinding een billijkheidsvergoeding van Afl. 30.000,00 dient te betalen aan [verweerster];
5.5
compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.6
wijst af het meer of anders door Pelca verzochte.
5.7
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 30 juli 2021 in aanwezigheid van de griffier.