ECLI:NL:OGEAA:2021:375

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
31 augustus 2021
Zaaknummer
AUA2021001003
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van officiële waarschuwing en verwijdering uit personeelsdossier

In deze zaak verzoekt de werknemer, aangeduid als [verzoeker], het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om voor recht te verklaren dat zijn werkgever, de Stichting Algemeen Bejaardenzorg Aruba (SABA), geen gronden had voor het geven van een officiële waarschuwing. De werknemer is sinds 1 juni 2010 in dienst bij SABA en heeft in het verleden al een schriftelijke waarschuwing ontvangen wegens ongewenst gedrag op de werkvloer. De tweede waarschuwing volgde op 21 januari 2021, na een incident waarbij de werknemer een opdracht van zijn leidinggevende niet naar behoren zou hebben uitgevoerd. De werknemer betwist de gronden voor de waarschuwing en verzoekt om deze uit zijn personeelsdossier te verwijderen.

Tijdens de procedure zijn verschillende documenten ingediend, waaronder het verzoekschrift, het verweerschrift en pleitaantekeningen. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 juni 2021, waarbij zowel de werknemer als de vertegenwoordigers van SABA aanwezig waren. Het Gerecht oordeelt dat de werkgever het recht heeft om een werknemer aan te spreken op zijn functioneren en dat het geven van een schriftelijke waarschuwing niet in strijd is met goed werkgeverschap. De werknemer kan niet eisen dat hij alleen schriftelijke opdrachten accepteert en moet ook mondelinge opdrachten opvolgen.

Het Gerecht concludeert dat de vordering van de werknemer om de waarschuwing uit zijn dossier te verwijderen en te verklaren dat er geen gronden waren voor de waarschuwing, niet is gebaseerd op enige wettelijke bepaling. Daarom wordt het verzoek afgewezen en wordt de werknemer veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 24 augustus 2021
Behorend bij EJ nr. AUA2021001003
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de stichting
STICHTING ALGEMEEN BEJAARDENZORG ARUBA,
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: SABA,
gemachtigde: de advocaat mr. R.T.J.M. Oomen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 15 april 2021;
- het verweerschrift, ingediend op 8 juni 2021;
- de pleitaantekeningen van partijen, overgelegd op 22 juni 2021;
- de mondelinge behandeling van 22 juni 2021, waarbij zijn verschenen [verzoeker] bijgestaan door zijn gemachtigde en Saba bij haar gemachtigde voornoemd en vergezeld door mevrouw [naam supervisor], directe leidinggevende, de heer [naam divisie manager], divisie manager en mevrouw [naam P&O manager], PO manager.
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Verzoeker] is op 1 juni 2010 in loondienst getreden van SABA in de functie van bewaker/ handyman. In de arbeidsovereenkomst (prod. 1 verweerschrift) in artikel 6 is overeengekomen:
“De werknemer aanvaardt de dienstbetrekking op de voorwaarden als vermeld in deze overeenkomst en verbindt zich ten aanzien van de regeling en uitvoering van haar werkzaamheden zich te gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften hem door of namens de werkgeefster te geven, en deze werkzaamheden naar beste kunnen te verrichten en al zijn ijver in dienst van werkgeefster te zullen stellen en mitsdien na te laten alles wat voor de reputatie van werkgeefster ongunstig zou kunnen zijn”.
2.2
SABA is een door de overheid gesubsidieerde stichting die belast is met de zorg voor hulpbehoevende senioren.
2.3 [
Verzoeker] is shopsteward van de vakbond Seppa.
2.4
Op 5 maart 2020 heeft [verzoeker] een eerste schriftelijke waarschuwing van SABA ontvangen omdat volgens die waarschuwing ‘ongewenst gedrag op de werkvloer geconstateerd is’. In de brief staat:
(…)
-
In de weekend van 29 februari en 1 maart was u bij alle drie tehuizen langs geweest (buiten uw werktijd) en foutieve informatie gaf aan het personeel omtrent AZV+;
-
Uw verkeerde of negatieve houding irritaties oproept bij andere personeel;
-
Dat het personeel zich geïntimideerd en opgestoken voelt door uw uitspraken;
-
Dat u de vakbond ABV met grove uitspraken beledigd omtrent hun deskundigheid.
(…) Uw gedrag overschrijdt alle normen van gewoon fatsoen en bovendien beïnvloedt de sfeer op het werk negatief.
In het gesprek dat we hierover hadden, gaf u aan dat u fungeerde als woordvoerder voor het personeel.
(…)
2.5
Op 18 januari 2021 kreeg [verzoeker] van mevrouw [naam supervisor], zijn directe leidinggevende (supervisor), de opdracht om bij de hoofdpoort te blijven, zodat hij de leden van de Raad van Advies die om 18.00 uur een vergadering hadden kon binnenlaten en zo nodig de weg kon wijzen naar de vergaderzaal op het terrein van SABA.
2.6
Op 21 januari 2021 is [verzoeker] bij [naam divisiemanager], zijn divisiemanager uitgenodigd voor een personeelsgesprek waarbij ook aanwezig waren de genoemde supervisor en [naam P&O-manager], de PO-manager.
2.7
Later op die dag heeft [verzoeker] een officiële schriftelijke waarschuwing van SABA ontvangen ten gevolge van verwijtbaar gedrag: In de brief (prod. 1 verzoekschrift) staat:
(…)
-
Op 18 januari 2021 in de middag, kreeg u van uw directe leidinggevende een opdracht om tussen 17.00 en 18.00 uur bij de poort te staan, om zo de deelnemers aan de Raadsvergadering te begeleiden naar desbetreffende vergaderzaal (nieuwe). Deze opdracht is niet naar behoren uitgevoerd, immers u heeft niemand te woord gestaan.
-
Op 18 januari 2021, liet u tevens de toegangspoort van het Verpleeghuis Oranjestad onbewaakt achter en open, wetende dat het covid crises managementbeleid.
Wij beschikken over diverse getuigenverklaringen die aantonen dat u duidelijk niet aanwezig was bij de poort bij de hoofdingang en aldus u uw plichten ernstig verzuimde.
Op 21 januari jl. heeft u in aanwezigheid van ondergetekende, manager P&O [naam manager P&O] en uw directe leidinggevende, mevrouw [naam supervisor] de gelegenheid gekregen voor hoor- en wederhoor. U werd geconfronteerd met de feiten van uw doen. U beweerde dat de hierboven beschreven klachten niet waar zijn. U beweert dat de Raadsleden door hebben gereden en u géén kans hebben gegeven om hen te woord te staan. Ook beweert u dat deze leden van de Raad wel degelijk wisten waar ze naar toe moesten. U gaf voorts aan, op de hoogte te zijn van de reglementen omtrent de bewaking van de poort van het Verpleegtehuis Oranjestad van 16 oktober 2020. U beweerde ook géén enkel moment de poort onbewaakt achter te hebben gelaten. Verder gaf u aan, dat diegene die een klacht heeft ingediend niet de waarheid spreekt.
De door u gegeven versie heeft ons niet kunnen overtuigen. Gezien de hoeveelheid getuigenverklaringen hebben wij geen reden om enig geloof te hechten aan uw versie van hetgeen zich heeft voorgedaan.
Derhalve zijn we genoodzaakt om stappen te ondernemen en u deofficiële schriftelijke waarschuwingte geven.
Wij hopen dat u hiermee de ernst van dit incident inziet en herhaling van dit incident zult voorkomen. Het vertrouwen in u is geschaad. Herhaling van dit incident, dan wel vergelijkbare incidenten, zal tot verdere disciplinaire maatregelen leiden, waarbij ontslag op staande voet niet wordt uitgesloten.
Conform afspraak, zullen we zo snel mogelijk starten met een begeleidingstraject om uw functioneren te verbeteren.
Een kopie van deze brief zal in uw personeelsdossier bewaard worden.
(…)

3.HET VERZOEK

3.1 [
Verzoeker] verzoekt het gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht te verklaren dat SABA geen gronden had voor het geven van een officiële waarschuwing aan [verzoeker],
de waarschuwing uit het personeelsdossier van [verzoeker] te (doen) verwijderen;
enige andere beslissing te nemen die het gerecht in goede justitie vermeent te behoren;
met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van deze procedure.
3.2
Hij voert daartoe aan – kort gezegd - dat hij de opdracht op 18 januari 2021 als een goed werknemer heeft uitgevoerd en hem niets te verwijten valt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gelet op de gezagsverhouding tussen SABA als werkgever en [verzoeker] als werknemer heeft de werkgever, indien deze meent dat het handelen van de werknemer daartoe aanleiding geeft, de bevoegdheid haar werknemer aan te spreken op zijn functioneren of zijn gedrag, eventueel door het geven van een officiële waarschuwing.
Vanzelfsprekend hoeft de werknemer het niet eens te zijn met de aan hem gerichte op- of aanmerkingen en/of waarschuwingen.
4.2
In dit geval heeft SABA gemeend om voor de tweede keer een schriftelijke waarschuwing aan [verzoeker] te moeten geven. [Verzoeker] heeft zich daartegen verweerd zoals in de schriftelijke waarschuwing en zijn schriftelijke reactie daarop d.d. 26 januari 2021 is vastgelegd. De waarschuwingsbrief en schriftelijke reactie is, en dient ook te worden, opgenomen in het personeelsdossier zodat ook de visie van [verzoeker] daarin vastligt.
4.3
Beide partijen hebben een verschillende visie over het gedrag van [verzoeker] dat aanleiding zou hebben gegeven tot die waarschuwing. Het geven van een schriftelijke waarschuwing is niet in strijd met goed werkgeverschap. Juist als de werkgever in voorkomende gevallen concrete sancties zou opleggen zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing, zou in strijd met goed werkgeverschap worden gehandeld. [Verzoeker] kan als goed werknemer niet van SABA eisen dat hij ter voorkoming van misverstanden in het vervolg alleen nog maar schriftelijke opdrachten kan accepteren, zoals hij schrijft in zijn schriftelijke reactie van 26 januari 2021 aan de heer [naam directeur], directeur van SABA.
Ook mondelinge opdrachten dient hij als werknemer stipt en nauwgezet op te volgen.
De onderhavige waarschuwing heeft thans geen concrete gevolgen, behalve dat SABA [verzoeker] wil laten deelnemen aan een begeleidingstraject om zo zijn functioneren te verbeteren, waarvan evenmin gezegd kan worden dat dit in strijd is met goed werkgeverschap. Dat [verzoeker] zonder bericht van verhindering niet verschijnt op de eerste bijeenkomst is hem verwijtbaar en strookt niet met de regels van goed werknemerschap.
4.4
Partijen zijn het er beiden over eens dat de functie van shopsteward van de vakbond Seppa niet mee mag spelen in het onderhavige geschil, voor zover deze taak wordt uitgeoefend binnen de grenzen de toepasselijke regelgeving en fatsoensnormen.
Echter, ook na dit met partijen is besproken tijdens de behandeling ter terechtzitting, komt het gerecht tot de conclusie, dat de verklaring voor recht dat SABA geen gronden had voor het geven van een officiële waarschuwing aan [verzoeker] niet is gebaseerd op enige wettelijke bepaling.
4.5
De vordering tot het bevelen de waarschuwing uit het personeelsdossier te verwijderen mist, evenals de verklaring voor recht dat SABA geen gronden had voor het geven van een officiële waarschuwing aan [verzoeker], een wettelijke basis.
Derhalve zal het verzoek worden afgewezen.
4.6
Indien SABA op enig moment de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] zou willen opzeggen vanwege diens gedrag of functioneren, zal een verzoek daartoe goed gemotiveerd en onderbouwd dienen te zijn, alvorens kan worden beoordeeld of dat verzoek terecht is. Hetzelfde geldt in het geval van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de rechter. Een dergelijk verzoek zal niet (kunnen) worden toegewezen als dit onvoldoende schriftelijk is onderbouwd. In zoverre kan Saba dan ook niet worden tegengeworpen dat zij de officiële waarschuwing in het personeelsdossier van [verzoeker] heeft opgenomen.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [verzoeker] in de aan de zijde van SABA gevallen kosten van de procedure worden veroordeeld.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
wijst het verzoek van [verzoeker] af;
veroordeelt [verzoeker] in de aan de zijde van SABA gevallen kosten van het geding, tot op heden begroot op Afl. 2.500,- als salaris voor de gemachtigde van Saba.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit Gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 24 augustus 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.