ECLI:NL:OGEAA:2021:374
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opzegging arbeidsovereenkomst en rechtsgeldigheid van de beëindiging
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het Land Aruba over de opzegging van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.M.E. Mohamed, had een arbeidsovereenkomst voor de duur van de regeerperiode van het kabinet Wever-Croes. De arbeidsovereenkomst werd opgezegd door de ministerraad, maar de verzoeker betwistte de rechtsgeldigheid van deze opzegging. Hij stelde dat hij niet op de hoogte was gesteld van de beslissing tot opzegging en verzocht het Gerecht om doorbetaling van zijn loon vanaf maart 2021 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst op 1 februari 2021 zou zijn beëindigd, maar dat de opzegging niet met terugwerkende kracht kon ingaan. De rechter oordeelde dat de verzoeker recht had op doorbetaling van zijn loon over de maanden maart en april 2021, met een wettelijke verhoging van maximaal 15% en wettelijke rente. Het Land Aruba werd veroordeeld in de proceskosten van de procedure. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.