ECLI:NL:OGEAA:2021:373
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beschikking van de huurcommissie inzake huurovereenkomst en huurachterstand
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een beschikking van de huurcommissie, gegeven op 10 februari 2021, waarbij toestemming is verleend aan de verweerder om de huurovereenkomst met de verzoeker op te zeggen vanwege huurachterstand en eigen gebruik van de woning. De verzoeker heeft op 24 februari 2021 beroep ingesteld tegen deze beschikking, stellende dat zij de woning heeft opgeknapt op basis van een mondelinge afspraak met de verweerder en dat de verweerder hierdoor ongerechtvaardigd is verrijkt. De verzoeker wenst in de woning te blijven totdat zij het bedrag dat zij heeft geïnvesteerd heeft verbruikt.
De verweerder heeft verweer gevoerd en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingesteld en dat de verzoeker ontvankelijk is in haar beroep. Echter, omdat de verzoeker geen verweer heeft gevoerd tegen de huurachterstand, staat de beslissing van de huurcommissie vast. Het Gerecht oordeelt dat de huurovereenkomst opgezegd mag worden en dat de verzoeker geen recht heeft op verrekening van de gestelde investeringen met de huurprijs. Het beroep van de verzoeker wordt ongegrond verklaard en de beschikking van de huurcommissie wordt bevestigd. De verzoeker wordt veroordeeld in de proceskosten van de verweerder, begroot op Afl. 2.500,-.