ECLI:NL:OGEAA:2021:32

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 februari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
AUA202001655
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet nietig verklaard wegens gebrek aan dringende reden en wedertewerkstelling gelast

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap Rotech. Verzoekster, die sinds 14 oktober 2013 in dienst was bij Rotech, werd op non-actief gesteld en later ontslagen op staande voet. Rotech stelde dat verzoekster concurrente werkzaamheden had verricht, wat in strijd zou zijn met de arbeidsovereenkomst. Verzoekster betwistte deze beschuldiging en vroeg het Gerecht om het ontslag nietig te verklaren en om haar weder te werk te stellen.

Het Gerecht oordeelde dat Rotech niet voldoende bewijs had geleverd voor de dringende reden die nodig was voor een ontslag op staande voet. De stelling dat verzoekster administratieve werkzaamheden voor een concurrent had verricht, werd niet bewezen. Het Gerecht concludeerde dat het ontslag niet rechtsgeldig was en dat verzoekster recht had op doorbetaling van haar loon en wedertewerkstelling. Rotech werd veroordeeld in de proceskosten en het Gerecht verleende verzoekster toestemming om kosteloos te procederen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Rotech onmiddellijk moest voldoen aan de bevelen van het Gerecht.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering door de werkgever bij ontslag op staande voet en de bescherming van werknemersrechten in het arbeidsrecht.

Uitspraak

Beschikking van 2 februari 2021
Behorend bij E.J. nr. AUA202001655
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
DIEPGROND ALARM SYSTEMS N.V. h.o.d.n. ROTECH AUTOMATION,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Rotech,
gemachtigde: de advocaat mr. S.M. Paesch.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 14 juli 2020;
- het verweerschrift met producties, tevens inhoudende een voorwaardelijk zelfstandig
(tegen)verzoek, ingediend op 20 oktober 2020;
- de pleinota’s van partijen;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 1 december 2020.
1.2
Ter zitting zijn verschenen [verzoekster] bijgestaan door haar gemachtigde en Rotech bij
haar gemachtigde voornoemd en mr. Crouch.
1.3
De datum van de uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoekster] is sinds 14 oktober 2013 bij (voor de periode tot 1 juni 2017 de voorganger van) Rotech in loondienst, laatstelijk in de functie van administratie medewerkster en tegen een brutoloon van Afl. 2.788,49 per maand.
2.2
In artikel 4 sub c van de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst staat:

Het is de werknemer verboden om tijdens het dienstverband en zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever, te werken voor een derde partij, een eigen onderneming te drijven of op te treden als agent of vertegenwoordiger voor een derde partij.”
2.3
Bij brief van 20 februari 2020 is aan [verzoekster] medegedeeld dat zij, hangende een onderzoek, op non-actief wordt gesteld.
2.4
In de ontslagbrief van 27 februari 2020 staat, voor zover van belang:

(…)
E resultado di esaki ta cu como doño di trabou Rotech a encontra suficiente prueba den cual bo persona tawata ehecuta otro trabou nan administrativo pa bo mes persona y pa otro compania den horario nan di Diepgrond Alarm N.V. Bo persona ningun momento ta authorisa pa hasi uzo di Diepgrond Alarm N.V. su computer pa bo asunto nan personal.
E documento nan cu a wordo discubri di “[ex werknemer]” ta un compania cu ta competi cu e servicio nan den cual famia di Rotech su N.V. nan tambe ta enherce.
(…)“.
2.5 [
verzoekster] heeft bij brief van 2 juli 2020 de nietigheid van het ontslag ingeroepen en heeft zich bereid verklaard de bedongen arbeid te blijven verrichten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoekster] verzoekt het Gerecht om haar toestemming te verlenen om kosteloos te procederen en om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
- het aan [verzoekster] verleende ontslag op staande voet nietig te verklaren;
- Rotech te bevelen om [verzoekster] binnen vijf dagen na betekening van deze beslissing weder te werk te stellen in haar reguliere functie, op straffe van een dwangsom van Afl. 250,- per dag dat zij dat bevel niet opvolgt;
- Rotech te veroordelen om aan [verzoekster] het salaris vanaf datum van het ontslag te betalen en te blijven betalen zolang het dienstverband rechtsgeldig voortduurt, vermeerderd met de wettelijke verhoging;
- Rotech te veroordelen in de proceskosten.
3.2 [
verzoekster] grondt het verzoek erop dat zij op staande voet is ontslagen terwijl geen sprake was van een daartoe vereiste dringende reden.
3.3
Rotech voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [verzoekster] verzochte, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan [verzoekster] zal, gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen, toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
4.2
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd en of Rotech moet worden veroordeeld tot doorbetaling loon.
4.3
Als dringende redenen worden volgens artikel 1615 o lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals diens leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet. Van belang is verder dat het de werkgever is die moet stellen en bewijzen dat sprake is van een dringende reden.
4.4
Naar het oordeel van het Gerecht is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig en overweegt daartoe als volgt.
4.5
De stelling van Rotech dat [verzoekster] in strijd met artikel 4 sub c van de arbeidsovereenkomst heeft gehandeld door concurrente werkzaamheden te verrichten voor een ander bedrijf, is door [verzoekster] gemotiveerd betwist en is niet komen vast te staan. [verzoekster] heeft ter zitting toegelicht dat zij de job order van [ex werknemer] op werk heeft gescand, omdat zij thuis geen print- en scanapparaat heeft. Dit formulier had zij nodig omdat zij een reparatie moest uitvoeren aan een door haar verhuurde woning en ten behoeve van een procedure bij de huurcommissie aan [ex werknemer] een offerte heeft gevraagd. De job order heeft zij van de directeur van [ex werknemer], zijnde een ex werknemer van Rotech, gekregen om vervolgens een offerte aan te vragen. Volgens [verzoekster] heeft zij ook aan Rotech een offerte gevraagd, maar kreeg van de directie geen reactie. Wat er ook van zij van de reden voor het printen of scannen van de job order, betreft de getroffen job order een blanco job order die niet is ingevuld. Uit de getroffen blanco job order blijkt naar het oordeel van het Gerecht niet dat [verzoekster] administratieve werkzaamheden heeft verricht voor [ex werknemer]. Dit blijkt ook niet uit de ingevulde job order die [verzoekster] vervolgens in het geding heeft gebracht en ook niet uit het verwijderen van de job order op de werkcomputer.
4.6
De omstandigheid dat [ex werknemer] ingeschreven staat op het woonadres van [verzoekster] betekent niet zonder meer dat [verzoekster] medeoprichter is van [ex werknemer] of betrokken is bij de administratie van [ex werknemer]. [verzoekster] heeft ter zitting toegelicht dat zij toestemming had gegeven aan [ex werknemer] om het bedrijf tijdelijk op haar woonadres in te schrijven totdat [ex werknemer] een eigen adres had. Deze toelichting komt ook overeen met de verklaring van de directeur van [ex wwerknemer]. Het inschrijven van een bedrijf van een kennis van een werknemer op diens adres is in principe niet verboden en is verder in de ontslagbrief niet aan het ontslag ten grondslag gelegd.
4.7
Ook veronderstellende wijs ervan uitgaande dat de ontslaggrond “
Bo persona ningun momento ta authorisa pa hasi uzo di Diepgrond Alarm N.V. su computer pa bo asunto nan personal” betrekking heeft op de door [verzoekster] gemaakte of geproduceerde sponsorbrief aan de wielrennersbond, is er naar het oordeel van het gerecht nog steeds geen sprake van het verrichten van concurrente administratieve werkzaamheden. Hoewel het opmaken van dergelijke brieven of het printen, scannen of verwerken van job orders voor privédoeleinden tijdens werktijd niet tot de overeengekomen werkzaamheden behoren, leveren al deze gedragingen, ook gelet op de in het verleden gegeven waarschuwingen, onvoldoende gewicht in de schaal om tot de conclusie te komen dat er sprake is van een dringende reden en maken in dit geval dat het ontslag op staande voet te ver gaat. Zelfs indien wordt uitgegaan van de geldigheid van de waarschuwingen, zijn de waarschuwingen niet recent en zijn ze (te) verschillend van aard. Rotech had hooguit kunnen volstaan met een schorsing, zodat het voor [verzoekster] duidelijk had moeten zijn dat het afhandelen van privéaangelegenheden tijdens werktijd door Rotech niet getolereerd wordt.
4.8
Het voorgaande betekent dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Nu Rotech ten onrechte [verzoekster] heeft ontslagen, zal de vordering om het ontslag nietig te verklaren hierna worden toegewezen. Ook de vordering om het loon door te betalen, zolang de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig voortduurt, zal worden toegewezen.
4.9
De vordering tot betaling van de verhoging wegens de vertraging op grond van artikel 7A:1614q BW zal eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat de verhoging wegens de vertraging in geen geval 15% van het verschuldigde bedrag te boven zal gaan.
4.1
Zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, heeft [verzoekster] er recht op om de bedongen werkzaamheden te verrichten. Ook de vordering tot weder te werkstelling zal daarom hierna worden toegewezen. De dwangsom kan eveneens als onbetwist worden toegewezen, doch deze zal ambtshalve worden gemaximeerd tot een bedrag van Afl. 100.000,-.
4.11
Het voorwaardelijk (tegen)verzoek van Rotech om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden is ter zitting ingetrokken, zodat het Gerecht daarover geen beslissing zal nemen.
4.12
Rotech zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
5.DE BESLISSING
Het Gerecht:
5.1
verleent aan [verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
verklaart voor recht dat het door Rotech aan [verzoekster] gegeven ontslag nietig is;
5.3
beveelt Rotech om [verzoekster] binnen vijf (5) dagen na betekening van deze beschikking weder te werk te stellen in haar reguliere functie en werktijden, zulks op straffe van een dwangsom van 250,- per dag dat Rotech nalaat aan dit bevel te voldoen en maximeert de te verbeuren dwangsommen tot een bedrag van Afl. 100.000,-;
5.4
veroordeelt Rotech om aan [verzoekster] haar achterstallig loon te betalen vanaf 27 februari 2020 en haar loon door te blijven betalen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging ingevolge artikel 7A:1614q BW, tot een maximum van 15% en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag der voldoening;
5.5
veroordeelt Rotech in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoekster] worden begroot op Afl. 50,- aan griffierecht en Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde;
5.6
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 2 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.