ECLI:NL:OGEAA:2021:291

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
25 juni 2021
Zaaknummer
AUA202100737
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om kinderalimentatie in de zaak tussen ouders van minderjarigen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 15 juni 2021 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de moeder en de vader van vier minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft op 22 maart 2021 een verzoekschrift ingediend waarin zij de vader verzoekt om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De vader procedeert in persoon. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 mei 2021 zijn beide ouders verschenen.

De moeder heeft de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen vastgesteld op Afl. 2.327,04 per maand, terwijl de vader deze kosten niet heeft weersproken. Het gerecht heeft vastgesteld dat de kosten per kind Afl. 582,- bedragen. De draagkracht van beide ouders is beoordeeld aan de hand van hun netto-inkomens en vaste lasten. De moeder heeft een netto-inkomen van Afl. 3.291,69 per maand, terwijl de vader een netto-inkomen heeft van Afl. 2.476,90 per maand.

Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, heeft het gerecht geconcludeerd dat de vader in staat is om een bijdrage te leveren aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Het gerecht heeft bepaald dat de vader een bijdrage van Afl. 120,- per kind per maand moet betalen, met ingang van 1 juli 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 15 juni 2021
behorend bij EJ nr. AUA202100737
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
[verzoekster],
gevestigd in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
en:
[verweerder],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna: de vader,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 maart 2021,
  • de financiële stukken zijdens de moeder, ingediend op 29 april 2021,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 4 mei 2021, waar zijn verschenen de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde en de vader in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit het huwelijk zijn geboren de thans nog minderjarigen:
[minderjarige 1], op [geboortedatum] in Aruba,
[minderjarige 2], op [geboortedatum] in Aruba,
[minderjarige 3], op [geboortedatum] in Aruba en
[minderjarige 4], op [geboortedatum] in Aruba,
hierna te noemen de minderjarigen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader om ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen een bedrag van Afl. 300,- per kind per maand te betalen. Daartoe wordt gesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is.
4.DE BEOORDELING
4.1
Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader. Teneinde ieders draagkracht te bepalen, dienen over en weer de netto-inkomens te worden vastgesteld, alsmede de vaste lasten die in redelijkheid voorrang krijgen boven het betalen van kinderalimentatie.
4.3
De kosten van verzorging en opvoeding
4.3.1
De moeder heeft de kosten van de minderjarigen bepaald op Afl. 2.327,04 per maand. De vader heeft deze kosten niet weersproken, zodat het gerecht ervan uit zal gaan dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen maandelijks Afl. 582,- per kind bedragen.
4.4
De draagkracht van de moeder
4.4.1
Uit de door de moeder overgelegde loonstroken blijkt dat zij kindertoelage ten behoeve van de minderjarigen ontvangt van Afl. 220,- per maand. Dit bedrag komt de minderjarigen toe.
4.4.2
Voorts blijkt uit de loonstroken dat zij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 3.158,-. De moeder ontvangt jaarlijks bashi-premie Afl. 1.601,-. Haar netto-inkomen bedraagt maandelijks dan ook gemiddeld Afl. 3.291,69.
4.4.3
Wat betreft de vaste lasten gaat het gerecht ervan uit dat zij een bedrag van minimaal Afl. 1.400,- per maand nodig heeft om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. In dit bedrag zitten onder andere begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoon/internet/cable aansluiting en van autogebruik, zodat met de door de moeder opgevoerde daadwerkelijke kosten bij de vaststelling van de draagkracht niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden.
4.4.4
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de moeder bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 1.400,-.
4.4.5
Uit het vorenstaande volgt dat de moeder maandelijks een bedrag overhoudt van (Afl. 3.291,69 - Afl. 1.400,- =) Afl. 1.891,69, waarmee zij aan haar verplichting met betrekking tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen dient te voldoen.
4.5
De draagkracht van de vader
4.5.1
Uit de door de vader overgelegde loonstroken blijkt dat hij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 2.476,90.
4.5.2
Wat betreft de lasten van de vader zal het gerecht rekening houden met de posten “huur” ad Afl. 800,-, “lening Banco di Caribe” ad 312,-, “elektra (aircogeld)” ad Afl. 97,-, “abonnement telefoon” ad Afl. 75,-, “benzine” ad Afl. 250,-, “voedsel en huishoudelijke artikelen” ad Afl. 350,- en “wasgoed” ad Afl. 112,-.
De post “Island Finance” ad Afl. 224,- zal buiten beschouwing worden gelaten, nu deze post is al afgelost.
4.5.3
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de vader bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 1.996,-.
4.5.4
Uit het vorenstaande volgt dat de vader maandelijks een bedrag overhoudt van (Afl. 2.476,90 - Afl. 1.996,- =) Afl. 480,90, waarmee hij aan zijn verplichting met betrekking tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen dient te voldoen.
4.6
Gelet op wat partijen hebben aangevoerd, hun draagkracht en op de behoefte van de minderjarigen acht het gerecht een door de vader te betalen bijdrage van Afl. 120,- per kind per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. De ingangsdatum van de bijdrage zal worden bepaald op 1 juli 2021.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [verweerder] in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] geboren op [geboortedatum] in Aruba, [minderjarige 2] geboren op [geboortedatum] in Aruba, [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] in Aruba en [minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op Afl. 120,- per kind per maand, met ingang van 1 juli 2021, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 15 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.