In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarige door de biologische vader. De moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning, mits de minderjarige haar geslachtsnaam behoudt. Het gerecht heeft vastgesteld dat de man de biologische vader is op basis van een DNA-onderzoek. De procedure is voortgekomen uit een eerder verzoek en is behandeld tijdens een mondelinge zitting op 13 april 2021, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren.
Het gerecht heeft overwogen dat, hoewel de Arubaanse wetgeving in principe de geslachtsnaam van de vader toekent bij erkenning, er een rechtstekort bestaat omdat de nieuwe Landsverordening aanvulling BWA nog niet in werking is getreden. De rechter heeft besloten dat het in het belang van het kind is dat zij de geslachtsnaam van de moeder behoudt, gezien haar huidige situatie en de opvoeding door de moeder.
Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld tussen de man en de minderjarige, waarbij de man de minderjarige om de drie weken op zaterdag na zijn werk ophaalt en op maandag naar school brengt. De partijen hebben afgesproken de omgangsregeling na drie maanden te evalueren. De moeder is tevens toestemming verleend om kosteloos te procederen, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.