ECLI:NL:OGEAA:2021:192

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 mei 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
AUA202100512
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 mei 2021 uitspraak gedaan op het verzoek van een verzoeker om zijn oom onder curatele te stellen. De verzoeker, die in persoon procedeerde, stelde dat zijn oom, de verweerder, zich in een gedurige staat van onnozelheid bevond en niet in staat was om zijn belangen te behartigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 februari 2021 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 april 2021. Tijdens deze zitting was de verzoeker aanwezig, maar de verweerder verscheen niet. Een huisbezoek op 28 april 2021 werd uitgevoerd om de verweerder te horen.

De beoordeling van het verzoek was gebaseerd op artikel 1:378, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De rechter concludeerde, op basis van de verklaring van de huisarts, dat de verweerder niet in staat was om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling werd dan ook toegewezen. Echter, het verzoek om de verzoeker als toeziend curator te benoemen werd afgewezen, aangezien deze rechtsfiguur niet meer bestaat onder het nieuwe Burgerlijk Wetboek van Aruba.

De rechter benoemde de heer [belanghebbende 2] tot curator van de onder curatele gestelde en bepaalde dat de uitspraak binnen tien dagen na tenuitvoerlegging in de Landscourant van Aruba en in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA” moest worden gepubliceerd. De beschikking werd gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van 11 mei 2021.

Uitspraak

Beschikking van 11 mei 2021
behorend bij EJ nr. AUA202100512
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoeker],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEKER,
procederend in persoon,
om ondercuratelestelling van zijn oom:
[Verweerder],
wonende in Aruba, te [adres] doch feitelijk te [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen [naam verweerder],
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Belanghebbende 1], zus,
[Belanghebbende 2],voorgestelde curator,
[Belanghebbende 3], broer,

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 24 februari 2021;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 13 april 2021, waarbij aanwezig waren verzoeker in persoon en de belanghebbenden in persoon. Verweerder is ter zitting niet verschenen;
  • het huisbezoek van 28 april 2021 te stichting H.O.P.E., teneinde verweerder te horen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerder onder curatele wordt gesteld met benoeming van [belanghebbende 2] tot curator en verzoeker als toeziend curator. Daartoe wordt aangevoerd dat verweerder zich bevindt in een gedurige staat van onnozelheid en dat hij niet in staat is om voor zijn belangen op te komen, evenmin om die te behartigen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2
Uit het verhandelde ter zitting en de overgelegde schriftelijke verklaring van de huisarts L.G. Beke-Martinez, MD, volgt dat verweerder niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Verweerder gaf tijdens het horen geen antwoord op gestelde vragen. Hij was niet in staat om gehoord te worden. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.3
Met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) op 1 januari 2002, is de rechtsfiguur van toeziend curator vervallen. Dit brengt mee dat het verzoek om verzoeker als toeziend curator te benoemen zal worden afgewezen.
3.4
De belanghebbenden hebben geen bezwaren geuit tegen benoeming van de heer [Belanghebbende 2] tot curator. De benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerder. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.5
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht weken(
uiterlijk op 6 juli 2021)na aanvang van zijn taak als curator een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curator dient voorts
binnen acht maanden(
uiterlijk op 11 januari 2022)na aanvang van zijn taak als curator ter bevestiging van zijn deugdelijkheid een door hem ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.6
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van zijn bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2022.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [Verweerder], geboren op 11 maart 1947 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curator de heer [belanghebbende 2], geboren op [geboortedatum] 1977 in Aruba en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curator binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 11 mei 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.