Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
(hierna: de vaststellingsovereenkomst) luidt – voor zover van belang – als volgt.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van [naam verzoekster] tegen ITC Representations. De procedure betreft een geschil over de ontbinding van een vaststellingsovereenkomst die op 12 april 2018 was gesloten. [naam verzoekster] heeft sinds 12 november 2007 als ticket/ph-agent gewerkt en de arbeidsovereenkomst is met wederzijds goedvinden beëindigd per 31 maart 2018. In de vaststellingsovereenkomst is afgesproken dat partijen afstand doen van het recht op ontbinding.
[naam verzoekster] heeft ITC op 24 april 2019 gewezen op het niet nakomen van de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst en heeft aangegeven dat zij de overeenkomst zou ontbinden indien ITC niet zou voldoen aan de betalingsverplichtingen. ITC heeft echter geen gehoor gegeven aan deze sommatie. [naam verzoekster] verzoekt het gerecht om toestemming om kosteloos te procederen en om te verklaren dat de beëindigingsovereenkomst is ontbonden, en dat ITC haar volledige loon moet doorbetalen.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de ontbinding van de vaststellingsovereenkomst niet kan worden ingeroepen, omdat partijen afstand hebben gedaan van dit recht. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 31 maart 2018 blijft in stand. Het verzoek van [naam verzoekster] is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft toestemming verleend aan [naam verzoekster] om kosteloos te procederen, maar de vorderingen zijn afgewezen.