ECLI:NL:OGEAA:2021:112

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 maart 2021
Publicatiedatum
12 april 2021
Zaaknummer
AUA202002154 en AUA202002155
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen aanslagen inkomstenbelasting en AZV voor het jaar 2016

In deze zaak heeft de belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting en AZV voor het jaar 2016, welke zijn opgelegd op 17 maart 2020. De belanghebbende heeft op 22 april 2020 bezwaar aangetekend en heeft een e-mailbericht van de Inspecteur op 1 juli 2020 als een uitspraak op bezwaar beschouwd. Echter, het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelt dat deze e-mail niet kan worden aangemerkt als een uitspraak op bezwaar, omdat het niet duidelijk maakt dat de Inspecteur op het bezwaarschrift heeft beslist en dat de bezwaarfase is afgesloten. Er ontbreekt een opschrift 'uitspraak op bezwaar' en een rechtsmiddelverwijzing. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan op 5 maart 2021 door rechter D.J. Jansen, in aanwezigheid van griffier M.M.M. Faro MSc. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten of griffierecht. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen twee maanden na verzenddatum.

Uitspraak

Uitspraak van 5 maart 2021
BBZ nrs. AUA202002154 en AUA202002155
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 17 maart 2020 aanslagen inkomstenbelasting en premie AZV voor het jaar 2016 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 135.770 en een premie-inkomen van Afl. 85.000.
1.2
Belanghebbende is op 22 april 2020 in bezwaar gekomen tegen bovengenoemde aanslagen.
1.3
Belanghebbende heeft naar aanleiding van een e-mailbericht van 1 juli 2020 van de Inspecteur, op 31 augustus 2020 beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
1.4
De Inspecteur heeft op 30 oktober 2020 een verweerschrift ingediend.
1.5
Op 9 november 2020 heeft belanghebbende een aanvulling op het beroepschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2020 te Oranjestad. Deze zaken zijn samen behandeld met de zaak van belanghebbende met nummer AUA202002909. Namens belanghebbende is verschenen [A] van het kantoor [X]. Namens de Inspecteur is verschenen [B]. Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd en voorgedragen

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep

2.1
Ingevolge artikel 19 van de Algemene landsverordening belastingen kan de belanghebbende die bezwaar heeft tegen een uitspraak van de Inspecteur, binnen twee maanden na dagtekening de uitspraak beroep instellen.
2.2
Belanghebbende heeft op 22 april 2020 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting en AZV voor het jaar 2016. Belanghebbende heeft het e-mailbericht van 1 juli 2020 van de Inspecteur als een uitspraak op bezwaar beschouwd en heeft daartegen beroep ingesteld. Het Gerecht zal eerst moeten beoordelen of deze schriftelijke mededeling van de Inspecteur als een uitspraak op bezwaar heeft te gelden.
2.3
In het e-mailbericht van 1 juli 2020 met als onderwerp ‘RE: Afkoop pensioen Mayra Thiel’ is voor zover van belang het volgende vermeld:
“Voor wat betreft Mayra Thiel zijn de aanslagen opgelegd met dagtekening 11 juli 2020. Deze zijn waarschijnlijk op weg met de post.
Voor wat betreft FCCA/Jansen is sprake van negatief loon bij terugbetaling.”
2.4
De mededeling in het e-mailbericht kan niet worden aangemerkt als een uitspraak op bezwaar. De mededeling maakt immers niet duidelijk dat de Inspecteur op het bezwaarschrift heeft beslist en dat daardoor een einde is gekomen aan de bezwaarfase (vgl. ECLI:NL:HR: 2019:1574). Zo ontbreekt daarin de mededeling dat het naar aanleiding van het bezwaar van belanghebbende is genomen, ontbreekt een opschrift ‘uitspraak op bezwaar’ en is evenmin een rechtsmiddelverwijzing opgenomen. Verder merkt het Gerecht op dat de Inspecteur op 18 september 2020 uitspraak op bezwaar heeft gedaan waartegen belanghebbende eveneens beroep heeft ingesteld.
2.5
Gelet op het voorgaande is het beroep niet-ontvankelijk.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter, en is uitgesproken op 5 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieAUA@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300