ECLI:NL:OGEAA:2020:93

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 maart 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
AUA201903637
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van vaderschap in Aruba met betrekking tot verzoeker en zijn overleden vader

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 maart 2020 een beschikking gegeven inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de verzoeker, die in Aruba is geboren en niet erkend is door zijn vader. De verzoeker, die in Nederland woont, heeft het verzoek ingediend om het vaderschap van zijn overleden vader, geboren in Dominica, vast te stellen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 augustus 2019 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) op 20 januari 2020 en een mondelinge behandeling op 21 januari 2020.

Het gerecht heeft vastgesteld dat het voldoende rechtsmacht heeft om de zaak te behandelen, gezien de nauwe banden van de verzoeker met Aruba. De verzoeker heeft aangetoond dat hij zijn jeugd in Aruba heeft doorgebracht en dat hij altijd contact heeft gehouden met zijn vader. De rechter heeft ook opgemerkt dat er een wettelijke regeling voor de gerechtelijke vaststelling van vaderschap in Aruba is, maar dat deze nog niet in werking is getreden. Desondanks heeft de rechter geoordeeld dat het gerecht niet buiten zijn rechtsvormende taak kan blijven en dat het recht op respect voor privé- en familieleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM, moet worden gerespecteerd.

Na het overleggen van een DNA-onderzoek, waaruit blijkt dat de overleden vader met een waarschijnlijkheid van 99.999999927% de biologische vader van de verzoeker is, heeft het gerecht besloten het verzoek toe te wijzen. De rechter heeft vastgesteld dat de vader van de verzoeker de man is die hij claimt te zijn en dat deze vaststelling terugwerkt tot de geboorte van de verzoeker. De beschikking zal ook worden doorgegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand voor een latere vermelding in de geboorteakte van de verzoeker.

Uitspraak

Beschikking van 3 maart 2020
Behorend bij EJ nr. AUA201903637
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Nederland,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
Belanghebbenden:
[naam moeder],de moeder,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND (hierna: de ABS).

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 8 augustus 2019;
  • het advies van de ABS, overgelegd op 20 januari 2020;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 21 januari 2020, waar zijn verschenen de verzoeker bij zijn gemachtigde en de ABS bij mevrouw mr. [naam jurist].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit [naam moeder] is op [geboortedatum] in Aruba geboren de verzoeker. Verzoeker is niet erkend.
2.2
De heer [vader], geboren op [geboortedatum] in Dominica (hierna: [vader]), is op [overlijdensdatum] in Aruba overleden.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe om het vaderschap van [vader] ten aanzien van verzoeker vast te stellen. Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat [vader] zijn biologische vader is.

4.DE BEOORDELING

Bevoegdheid gerecht

4.1
Aan de orde is allereerst of het gerecht rechtsmacht heeft in deze zaak. Artikel 429ba van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba bepaalt in dat verband dat aan de rechter geen rechtsmacht toekomt, indien het verzoek onvoldoende aanknoping met de rechtssfeer van Aruba heeft.
4.2
Verzoeker geeft aan genoeg banden met Aruba te hebben en voert het volgende aan. Hij is in Aruba geboren en heeft zijn gehele jeugd in Aruba gewoond en werd door [vader] en de moeder opgevoed. Alhoewel verzoeker sinds 1975 in Nederland woont heeft hij altijd nauw contact gehouden met zijn vader. Hij kwam en komt nog steeds een paar keer per jaar naar Aruba. In 2018 is [vader] onder curatele gesteld met benoeming van verzoeker tot zijn curator. Er is thans een zaak aanhangig bij dit gerecht tussen [vader] en zijn ex vrouw. In deze zaak was een minnelijke regeling bereikt die geformaliseerd diende te worden toen [vader] overleed. De zaak kan alleen worden overgenomen en afgerond door de erfgenamen van [vader], in casu zijn enige zoon verzoeker, nadat ook in rechte wordt vastgesteld dat verzoeker de zoon is van [vader]. Die zaak is thans aangehouden in afwachting van overname door een erfgename.
4.3
Naar het oordeel van het gerecht heeft verzoeker aannemelijk gemaakt dat hij genoeg aanknopingspunten met Aruba heeft. Aldus is het gerecht bevoegd kennis te nemen van dit verzoek.
Gerechtelijke vaststelling vaderschap
4.5
Hoewel een kind zonder juridische vader aan artikel 8 van het EVRM (“right to respect for private and family life”) in beginsel een aanspraak op een gerechtelijke vaststelling van vaderschap kan ontlenen, ontbreekt in de wetgeving van Aruba een regeling ter zake.
4.6
Bij Landsverordening van 23 september 2016 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (AB 1989 no. GT 100) in verband met een aantal onderwerpen die nog een regeling of aanpassing in het Burgerlijk Wetboek van Aruba behoeven (aanvulling Burgerlijk Wetboek van Aruba), AB 216 no. 51, is de wettelijke regeling van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap tot stand gekomen (artikelen 1:207-208). Deze landsverordening is echter nog niet in werking getreden.
4.7
Bij deze nog niet in werking getreden landsverordening is ook ten aanzien van het discriminatoire namenrecht een nieuwe regeling tot stand gekomen. Ingevolge de uitspraak van de Hoge Raad van 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2614, NJ 2018/43 is het geoorloofd te anticiperen op de nieuwe regeling.
4.8
De vraag is of er reden is om ten aanzien van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap anders te oordelen. In navolging van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (uitspraak van 30 juli 2019, ECLI:NL:OGHACMB:2019:147) dient deze vraag ontkennend te worden beantwoord. Dat een in werking zijnde wettelijke regeling ontbreekt, is in strijd met de Staatsregeling van Aruba en de mensenrechtenverdragen. En ook hier heeft de wetgever een keuze gemaakt uit de verschillende stelsels die denkbaar zijn. De Arubaanse rechter zal het dus niet langer buiten zijn rechtsvormende taak moeten achten om een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap uit te spreken. Daarbij moet de gelegenheid tot naamkeuze worden geboden.
4.9
Voor zover hier van belang bepaalt artikel 1:207 lid 1 van de aanvulling Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het vaderschap van een man op verzoek van het kind door de rechter in eerste aanleg kan worden vastgesteld, op de grond dat de vader de verwekker is van het kind. Verzoeker heeft het resultaat van een DNA-onderzoek naar de verwantschap tussen verzoeker en [vader] overgelegd, waarin geconcludeerd wordt dat [vader] met een waarschijnlijkheid van 99.999999927% de biologische vader is van verzoeker. Het vaderschap van [vader] is daarmee komen vast te staan.
4.1
Uit het bovenstaande volgt dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zal worden uitgesproken, met enkele passende voorzieningen in verband met de rechtszekerheid.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt vast dat [vader], geboren op [geboortedatum] in Dominica en overleden op [overlijdensdatum] in Aruba, de vader is van [verzoeker], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
bepaalt dat deze vaststelling terugwerkt tot de geboorte van verzoeker, met dien verstande dat te goeder trouw door derden verkregen rechten daardoor niet worden geschaad en er geen verplichting tot teruggave van vermogensrechtelijke voordelen ontstaat, voor zover degene die hen heeft genoten op de dag van deze beschikking niet was gebaat,
bepaalt dat de griffier van het gerecht, zodra deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van de beschikking doet toekomen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in Aruba, opdat deze een latere vermelding toevoegt aan de geboorteakte van verzoeker.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 3 maart 2020 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.