Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift met producties,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 18 februari 2020, waar zijn verschenen, [naam medewerker voogdijraad] namens de Voogdijraad en de ouders in persoon.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tegen de vader van de minderjarige kinderen. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 18 februari 2020, waarbij de Voogdijraad en de ouders in persoon aanwezig waren. De minderjarige kinderen zijn geboren in 2006 en 2012, en de vader heeft hen erkend. Het verzoek van de Voogdijraad is gericht op het veroordelen van de vader tot het betalen van alimentatie voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen, met een bedrag van Afl. 340,-- per maand voor de oudste en Afl. 375,-- per maand voor elk van de jongere kinderen, ingaande op 1 januari 2020.
Tijdens de zitting heeft de vader verklaard in staat te zijn de verzochte bedragen te betalen en heeft hij zijn akkoord gegeven op het verzoek van de moeder. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht. Op basis van de verklaringen van de vader en de wettelijke bepalingen heeft het gerecht besloten het verzoek van de moeder toe te wijzen.
De beschikking, uitgesproken door rechter J.M.J. Keltjens op 3 maart 2020, bepaalt dat de vader maandelijks een bijdrage moet betalen aan de Voogdijraad voor de minderjarige kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de vader onmiddellijk aan de verplichtingen moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.