ECLI:NL:OGEAA:2020:8

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 januari 2020
Publicatiedatum
31 januari 2020
Zaaknummer
AUA201900700
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor kosteloos procederen en veroordeling tot afdracht van ingehouden pensioenpremies

In deze zaak heeft [verzoekster] een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap Searuba Fly’n Dive, hierna Searuba, met betrekking tot ingehouden pensioenpremies. [verzoekster] was in loondienst bij Searuba en heeft in de jaren 2016, 2017 en 2018 pensioenpremies ingehouden op haar loon. Na de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst op 13 augustus 2018 heeft zij geconstateerd dat Searuba de ingehouden premies niet heeft afgedragen aan de Guardian Group, de pensioeninstelling. Ondanks herhaalde verzoeken heeft Searuba geen actie ondernomen om de verschuldigde premies te betalen.

[verzoekster] heeft de rechter verzocht om toestemming om kosteloos te procederen en om Searuba te veroordelen tot betaling van de ingehouden pensioenpremies ter hoogte van Afl. 5.250,--, alsook tot vergoeding van de geleden vermogensschade. De rechter heeft vastgesteld dat Searuba in gebreke is gebleven met de afdracht van de pensioenpremies en heeft geoordeeld dat [verzoekster] recht heeft op kosteloze rechtsbijstand.

De rechter heeft Searuba veroordeeld om de ingehouden pensioenpremies af te dragen aan de Guardian Group en om de schadevergoeding te betalen. Tevens is Searuba veroordeeld in de proceskosten van [verzoekster]. De beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven en is uitgesproken op 21 januari 2020.

Uitspraak

Beschikking van 21 januari 2020
Behorend bij AUA201900700
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. S.M. Paesch,
tegen:
de naamloze vennootschap
SPORT 88 N.V.,
h.o.d.n. Searuba Fly’n Dive,
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Searuba,
gemachtigde: de heer [directeur].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling van 18 juni 2019;
- de akte uitlating zijdens partijen.
1.2
Partijen zijn ter zitting verschenen bij hun gemachtigde voornoemd. Partijen hebben het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
De datum van de uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoekster] is op 1 november 2015 in loondienst getreden van Searuba.
2.2
Op het loon van [verzoekster] is in het jaar 2016, 2017 en 2018 pensioenpremie ingehouden.
2.3
Op 13 augustus 2018 heeft Searuba de arbeidsovereenkomst per direct beëindigd.
2.4
Op 16 oktober 2018 heeft [verzoekster] een brief ontvangen van de Guardian Group met betrekking tot haar pensioen. In de brief staat voor zover van belang het volgende.
“We hereby inform you that your (former) employer Searuba Fly N Dive has failed to pay Fatum Life Aruba N.V. (doing business as Guardian Group Fatum Aruba) the premiums for the collective pension scheme under contract number [contract nummer].
(…)
In accordance with the current regulations, we have notified your (former) employer Searuba Fly N Dive of the arrears that have occurred and of the consequences of failure to pay. Despite repeated requests, your (former) employer has failed to pay the premiumsdue up to and including June 2018.”
2.5 [
verzoekster] heeft Searuba bij brief van 9 november 2018, die op 14 november 2018 aan haar is betekend, gesommeerd om onder meer de pensioenpremies af te dragen aan de bijbehorende instelling, in dit geval de Guardian Group.
2.6 [
verzoekster] heeft tot de datum van indiening van het verzoekschrift geen reactie op haar sommatiebrief ontvangen en evenmin is de (totale) schuld met betrekking tot het pensioen van [verzoekster] aan de Guardian Group betaald.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt ertoe – naar het gerecht begrijpt - om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a [verzoekster] toestemming te verlenen om kosteloos te procederen;
b Searuba te veroordelen om de ingehouden pensioenpremie (werknemersbijdrage) en de werkgeversbijdrage ten hoogte van Afl. 5.250,-- af te dragen aan de Guardian Group;
c Searuba te veroordelen om de geleden vermogensschade bestaande uit misgelopen premierente te betalen aan de Guardian Group;
d enig andere beslissing te nemen die het Gerecht in goede justitie geraden acht;
e Searuba te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2
Aan dit verzoek heeft [verzoekster] ten grondslag gelegd dat Searuba onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, nu Searuba haar wettelijke verplichting tot afdracht van verschuldigde pensioenpremies niet is nagekomen.
3.3
Searuba heeft verweer gevoerd dat voor zover voor de beslissing van belang, bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [verzoekster] toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
4.2
Het verzoek is gebaseerd op artikel 10 van de Landsverordening algemeen pensioen. Ingevolge dit artikel houdt de werkgever het voor rekening van de werknemer komende deel van de verschuldigde premie in op diens loon en draagt dit tezamen met het voor zijn rekening komende gedeelte van de premie af aan de instelling waarmee de werkgever een premieovereenkomst heeft, of aan het ondernemingsfonds waaraan zijn onderneming is verbonden.
4.3 [
verzoekster] heeft gesteld dat Searuba, in strijd met de wet, de pensioenpremies ten behoeve van haar pensioenopbouw niet heeft afgedragen aan de Guardian Group. Dit terwijl voor wat betreft het werknemersgedeelte Searuba op het salaris van [verzoekster] pensioengelden heeft ingehouden, aldus [verzoekster]. Voorts heeft [verzoekster] gesteld dat niet is gebleken dat Searuba niet tot betaling van de premies in staat was. Ter onderbouwing van haar stelling dat de pensioenpremies niet zijn afgedragen, heeft [verzoekster] verwezen naar de door haar overgelegde brief van de Guardian Group, zoals vermeld in punt 2.4
4.4
Searuba heeft erkend dat zij de verschuldigde pensioenpremies ten behoeve van [verzoekster] niet heeft afgedragen en heeft daarbij gesteld bereid te zijn het verschuldigde bedrag alsnog volledig te voldoen. In dat verband heeft Searuba verder gesteld voor [verzoekster] een betalingsregeling te hebben getroffen met de Guardian Group en dat zij in het kader daarvan al enkele betalingen heeft verricht. Voorts heeft Searuba ter zitting gesteld dat de gehele schuld met betrekking tot [verzoekster] in de maand september 2019 zal zijn afgelost.
4.5
Gelet op de stellingen van Searuba, is zij tijdens de behandeling van de zaak in de gelegenheid gesteld om de verschuldigde bedragen alsnog te voldoen. De zaak is vervolgens verwezen naar de zitting van 24 september 2019 ter overlegging van stukken waaruit blijkt dat het totale bedrag aan verschuldigde pensioenpremies is betaald. Searuba diende deze stukken over te leggen, maar dit heeft zij nagelaten.
4.6
Gelet op het bovenstaande komt naar het oordeel van het gerecht vast te staan dat Searuba niet voldaan heeft aan haar wettelijke verplichting tot afdracht van de verschuldigde pensioenpremies, zodat zij tot betaling daarvan veroordeeld zal worden.
4.7
Volgens [verzoekster] bedraagt de verschuldigde pensioenpremie in totaal Afl. 5.250,--, terwijl Searuba heeft gesteld dat zij in de periode november 2018 t/m april 2019 ten behoeve van [verzoekster] vier betalingen heeft verricht van Afl. 503,16 per keer. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Searuba bankafschriften en een betalingsoverzicht van de Guardian Group in de procedure gebracht. Naar het oordeel van het gerecht blijkt uit de door Searuba overgelegde stukken voldoende duidelijk dat er betalingen zijn verricht, hetgeen overigens door [verzoekster] niet wordt betwist, maar anders dan Searuba heeft gesteld kan uit de stukken niet worden afgeleid dat de betalingen ten behoeve van [verzoekster] zijn gedaan, dan wel volgt uit de stukken niet welk deel van de betaalde bedragen bestemd zijn voor de schuld betreffende het pensioen van [verzoekster]. Op de bankafschriften is immers als omschrijving vermeld: G001050 Pension Payment. Dit nummer is het contractnummer van de pensioenregeling die is afgesloten ten behoeve van het personeel van Searuba, en dus niet alleen ten behoeve van [verzoekster]. Nu gebleken is dat Searuba ook voor een collega van [verzoekster] betalingen heeft verricht en nu Searuba verder de verrichte betalingen niet heeft gespecificeerd, kan het gerecht niet vaststellen of de betaalde bedragen bedoeld waren voor de schuld aan [verzoekster]. Gelet hierop zal het verzochte onder b worden toegewezen.
4.8
Voor zover mocht blijken dat de door Searuba verrichte betalingen ten behoeve van [verzoekster] zijn gedaan, dan wel indien duidelijk mocht worden welke bedragen in het kader van de verschuldigde pensioenpremies ten behoeve van [verzoekster] zijn betaald, dan geldt dat deze in mindering dient te worden gebracht op het bedrag dat wordt toegewezen.
4.9
Nu [verzoekster] onbetwist heeft gesteld dat zij door het handelen van Searuba premierente heeft misgelopen, zal het gevorderde onder c eveneens worden toegewezen.
4.1
Searuba zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent aan [verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
veroordeelt Searuba om de ingehouden pensioenpremie (werknemersbijdrage) en de werkgeversbijdrage ten hoogte van Afl. 5.250,-- af te dragen aan de Guardian Group;
veroordeelt Searuba om de geleden vermogensschade bestaande uit misgelopen premierente te betalen aan de Guardian Group;
veroordeelt Searuba in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoekster] worden begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.