ECLI:NL:OGEAA:2020:594

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
AUA202000690
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot overneming van een hotel door een deelgenoot in een nalatenschap

In deze zaak hebben eisers, deelgenoten in de nalatenschap van een overleden erflater, een kort geding aangespannen om een machtiging te verkrijgen voor de overname van een hotelgebouw dat tot de nalatenschap behoort. De eisers vorderen dat het gerecht hen machtigt om het hotel, dat in aanbouw is en zich aan de Lagoweg in Aruba bevindt, over te nemen tegen een vergoeding van Awg. 1.228.000, zoals vastgesteld in een taxatierapport. De eisers stellen dat de gedaagden, ook deelgenoten in de nalatenschap, hun medewerking aan de verkoop van het hotel weigeren, wat de verdeling van de nalatenschap belemmert. De eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vordering, omdat het hotel leegstaat en onderhevig is aan verval en waardedaling. De gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat de eisers geen belang hebben bij hun vorderingen, omdat er een bodemprocedure aanhangig is waarin een algehele afwikkeling moet plaatsvinden.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de omstandigheden die door de eisers zijn aangevoerd, zoals de lange duur van de onverdeeldheid en de dreigende intrekking van de bouwvergunning, voldoende spoedeisend belang rechtvaardigen voor de gevraagde machtiging. Het gerecht heeft de vordering van de eisers toegewezen en bepaald dat de gedaagden hun medewerking aan de overname moeten verlenen. Tevens is bepaald dat de kosten van de overname door de eiser moeten worden voldaan en dat het vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming van de gedaagden. De overige vorderingen van de eisers zijn afgewezen, en de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Zaaknummer: AUA202000690KG
Datum vonnis: 30 september 2020
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERS 1 T/M 5],
wonend in Aruba,
eisers in kort geding,
gemachtigde: mr. H.S. Gravenstijn,
tegen:
[GEDAAGDEN 1 T/M 32],
wonend in Aruba en in Nederland,
gedaagden in kort geding,
gemachtigden: mrs. L.D. Gomez en M.G.A. Baiz.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Eisers hebben in februari 2020 een verzoekschrift in kort geding ingediend.
1.2
In het verzoekschrift was vermeld dat gedaagden vertegenwoordigd werden door mr. Baiz. Deze heeft dat vervolgens desgevraagd ontkend, waarna de griffie de deurwaarder opdracht heeft gegeven alle gedaagden bij exploot op te roepen voor de behandeling van het kort geding, hetgeen is geschied. Vervolgens heeft mr. Baiz zich naast mr. Gomez voor gedaagden gesteld.
1.3
Namens gedaagden is een conclusie van antwoord ingediend.
1.4
Het kort geding is behandeld op 7 september 2020 via een videoverbinding (rechter en griffier te Curaçao, vertegenwoordigers en gemachtigden van partijen te Aruba). Namens partijen is daarbij verwezen naar op voorhand overgelegde stukken. De gemachtigden hebben gepleit en hebben pleitnotities overgelegd.
1.5
Nadat de uitspraak was aangehouden in afwachting van een minnelijke regeling, hebben de gemachtigden vonnis gevraagd.

2.De feiten

2.1
Partijen zijn deelgenoten in de nalatenschap van [erflater], overleden te Aruba op […] 2005.
2.2
Tot de nalatenschap van [erflater] behoort een hotelgebouw in aanbouw aan de Lagoweg z/n te Aruba (kadastraal omschreven vierde afdeling, sectie A, nrs 893 (5m2), 896 (6 m2), 898 (31m2), 899 (60m2) en 900 (1013 m2).

3.De vordering

Eisers vorderen bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. om de gedeeltelijke verdeling te gelasten van de nalatenschap van [erflater] overleden op 20 december 2005 te Aruba, onder toebedeling van het in aanbouw zijnde hotel aan mede-erfgenaam [eiser 1], al dan niet onder verrekening met de nog aan hem toekomende overige bestanddelen van de nalatenschap, danwel/of tegen de voldoening van een bedrag gelijk de executiewaarde van. Awg.1.228.000,00 zoals bepaald in het taxatierapport d.d. 16 augustus 2019 van het bouwkundig ingenieursbureau Arcotec N.V. van de hand van ir. […],
danwel
2. de verkoop te gelasten van het in aanbouw zijnde hotel aan mede-erfgenaam [eiser 1], al dan niet/of onder verrekening met de nog aan hem toekomende overige bestanddelen van de nalatenschap danwel tegen voldoening van een koopprijs gelijk aan de executiewaarde zoals bepaald in het taxatierapport d.d. 16 augustus 2019 van Awg. 1.228.000,00;
3. dit alles rekening houdende naar redelijkheid en billijkheid met de belangen van partijen;
4. t.b.v. alle deelgerechtigden/erfgenamen toestemming te verlenen aan mede-erfgenaam [eiser 1] om, indien en zodra de belastingdienst wederom een saneringsbeleid hanteert en de tot de nalatenschap behorende aanzienlijke belastingschuld die per 26 september 2019 bedroeg Awg. 965.527,40, wederom sterk verminderd zal worden, deze schuld, mede namens de erven al dan niet als een voorschot, af te mogen lossen en te mogen verrekenen met ieders aandeel in deze schuld;
5. een termijn vast te stellen, waarbinnen de ondertekening van de notariële akte van de gedeeltelijke verdeling van de nalatenschap door gedaagden, met toebedeling en levering van het in aanbouw zijnde hotel gelegen te Lagoweg z/n, San Nicolaas, Aruba, aan mede-erfgenaam [eiser 1], of bij verkoop de ondertekening van de notariële akte van levering door gedaagden, van het in aanbouw zijnde hotel gelegen te Lagoweg z/n, San Nicolaas, Aruba, aan mede-erfgenaam [eiser 1]; zal dienen plaats te vinden;
6. te bepalen dat de kosten (griffierechten, zegels, oproepingskosten) verband houdende met de onderhavige kort geding procedure alsmede het honorarium van de advocaat, voorlopig beraamt op 22 uur a Awg. 500,00 in deze procedure en de gedingkosten, ten laste van het deel van gedaagden in de te verdelen nalatenschap zullen komen;
7. te bepalen dat, indien gedaagden weigeren of nalaten aan het gevorderde onder 1, 2 of 5 te voldoen, het in dezen te wijzen vonnis waarin het gevorderde onder 1, 2 of 5 toegewezen is, in de plaats treedt van de handtekening van gedaagden en/of eventuele noodzakelijke akten, en
8. te bepalen dat de overeenkomstige cfm. de gevorderde onder 1, 2 of 5 opgemaakte akte(n) rechtsgeldig in de daartoe bestemde registers kunnen worden ingeschreven,
subsidiair;
9. met benoeming van een onzijdig persoon voor gedaagden, om gedaagden te vertegenwoordigen, indien zij in gebreke blijven om op de door de notaris te bepalen tijd en plaats te verschijnen, of verschenen zijnde zouden weigeren om aan de toedeling en levering mee te werken;
10. althans een zodanige beslissing te nemen als het gerecht in goede justitie vermeent te behoren;
11. met veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding.
3.2
Namens gedaagden is gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Eisers leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat gedaagden hun medewerking aan verkoop van het hotelgebouw aan de Lagoweg weigeren, waardoor de verdeling van de nalatenschap wordt belemmerd. Eisers stellen een spoedeisend belang te hebben bij hun vordering tot medewerking aan verkoop. Zij wijzen daarbij in het bijzonder op de volgende omstandigheden:
i) de onverdeeldheid duurt al 15 jaar voort;
ii) het hotel in aanbouw staat leeg en is onderhevig aan verval en waardedaling;
iii) de Dienst Infrastructuur en Planning heeft bij brieven van 18 juni 2019 en 5 juli 2019 aangedrongen op optreden, uit een oogpunt van veiligheid en ten behoeve van het straatbeeld;
iv) de intrekking van de bouwvergunning en een aanzegging tot sloop dreigen;
v) de San Nicolaas Business Association heeft bij brieven van 12 december 2018 en 7 januari 2020 aangedrongen op afbouw van het hotel;
vi) tot de nalatenschap behoort een belastingschuld van Awg. 965.527,40 (met wellicht de mogelijkheid naar vermindering naar Awg. 466.461,77);
vii) eiser [eiser 1] wenst het hotel te kopen voor de getaxeerde executiewaarde van Awg. 1.228.000, vermeerderd met de voldoening van de belastingschuld als bedoeld onder vi).
4.2
Ter onderbouwing van de koopsom verwijzen eisers naar een taxatierapport van Bouwkundig Ingenieursbureau Arcotec N.V. van 16 augustus 2019, waarin de marktwaarde is getaxeerd op Awg. 1.729.000 en de executiewaarde op Awg. 1.228.000.
4.3
Gedaagden stellen zich op het standpunt dat eisers geen belang hebben bij hun vorderingen in dit kort geding. Zij stellen zich op het standpunt dat er in de tussen partijen aanhangige bodemprocedure of in een nog aanhangig te maken bodemprocedure tot een algehele afwikkeling moet worden gekomen en dat het niet aangaat dat eisers thans het hotel voor een appel en een ei aan de boedel willen onttrekken. Gedaagden stellen zelf de markt te gaan verkennen om te zien welke ontwikkelaars belangstelling voor het hotel hebben en tegen welke prijs. De stellingen van eisers over de belastingschuld en de vermindering die eisers stellen te kunnen bewerkstelligen achten gedaagden niet relevant: eisers kunnen die schuld sowieso betalen (en regres nemen op gedaagden), daarvoor is verkoop van het hotel of enig bevel tot medewerking aan gedaagden niet nodig.
4.4
Artikel 3:174 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarop eisers hun vordering met betrekking tot het hotel baseren, luidt als volgt:
“De rechter die ter zake van een vordering tot verdeling bevoegd zou zijn of voor wie een zodanige vordering reeds aanhangig is, kan een deelgenoot op diens verzoek ten behoeve van de voldoening van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld of om andere gewichtige redenen machtigen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed. Indien een deelgenoot voor wie een te verkopen goed een bijzondere waarde heeft, bereid is het goed tegen vergoeding van de geschatte waarde over te nemen, kan de voormelde rechter deze overneming bevelen.”
4.5
De door eisers naar voren gebrachte omstandigheden zoals hiervoor onder 4.1 opgesomd zijn door gedaagden - in ieder geval wat betreft 1), ii) en iii), niet gemotiveerd betwist. Niet gebleken is dat er zicht is op een spoedige afwikkeling van de nalatenschap of dat anderszins kan worden voorkomen dat het hotel in aanbouw verder in waarde achteruitgaat. Daarmee hebben eisers reeds voldoende spoedeisend belang bij de door hen nagestreefde spoedige tegeldemaking van dit boedelbestanddeel en is sprake van een gewichtige reden voor tegeldemaking of overneming als bedoeld in art. 3:174 BW. Het belang van eisers correspondeert met de belangen van gedaagden op die punten. Met het betalen van de belastingschuld en de mogelijke afbouw van het hotel is bovendien ook het algemeen belang gediend.
4.6
De door eisers gestelde waarde van het hotel is door gedaagden niet gemotiveerd betwist. Mede gezien het tijdsverloop sinds de indiening van dit kort geding, voldoende gelegenheid gehad zelf met een onderbouwde waardebepaling van het hotel te komen. Hun verwijzing naar een taxatie uit 2012 is, acht jaar later, geen onderbouwde waardebepaling. Bij gebreke daarvan dient in dit kort geding van het door eisers overgelegde taxatierapport uit 2019 te worden uitgegaan. Gelet op de daarin getaxeerde waardes en de door eisers voorgestelde verkoopprijs (Awg. 1.228.000 plus voldoening door [eiser 1] van de tot de nalatenschap behorende belastingschuld als bedoeld onder 4.1 vi), is de voorgestelde verkoop passend. Daartoe zal machtiging worden gegeven ex artikel 3:174 lid 1 BW. Aan de machtiging zal mede met het oog op het belang van gedaagden niet te lang in onzekerheid te verkeren over het al dan niet doorgaan van de overneming een termijn worden verbonden. De koopsom zal ter verdeling onder de gerechtigden onder de notaris moeten blijven.
4.7
Op grond van het voorgaande is de vordering ten aanzien van het hotelgebouw toewijsbaar als hierna in het dictum van dit vonnis omschreven. De stellingen van partijen, noch de overgelegde stukken bieden aanwijzingen te veronderstellen dat daarmee op enigerlei wijze wordt ingegaan tegen hetgeen in de aanhangige bodemprocedure is geoordeeld of beslist. Daarbij komt dat artikel 3:174 lid 1 BW uitdrukkelijk de mogelijkheid noemt dat de machtiging tot tegeldemaking wordt verleend indien een verdelingszaak reeds aanhangig is. Dat deze machtiging ook in kort geding kan worden verleend volgt reeds uit Hoge Raad 21 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4380.
4.8
De overneming door [eiser 1] is volgens art. 3:182 BW als een verdeling aan te merken, waarvoor de medewerking van de overige deelgenoten is vereist. De overige deelgenoten zijn gehouden om hun medewerking te verlenen aan de akte tot overneming. Het gerecht zal, zoals door eisers gevorderd, op de voet van art. 3:300 BW bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van die medewerking.
4.9
Nu de overneming een verdeling betreft, zullen de kosten van de overneming (notariskosten) uit de door [eiser 1] te betalen vergoeding moeten worden voldaan.
4.1
De overige vorderingen van eisers zullen worden afgewezen. Daarbij hebben zij bij de huidige stand van zaken onvoldoende spoedeisend belang.
4.11
Gedaagden zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

5.Beslissing

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding;
5.1
machtigt eisers te bewerkstelligen dat de onroerende zaken aan Lagoweg z/n te Aruba, kadastraal omschreven vierde afdeling, sectie A, nrs 893 (5m2), 896 (6 m2), 898 (31m2), 899 (60m2) en 900 (1013 m2) door eiser [eiser 1] worden overgenomen tegen vergoeding door hem aan de nalatenschap van [erflater] van Awg. 1.228.000, vermeerderd met de voldoening door [eiser 1] - via de notaris - van de tot de nalatenschap behorende belastingschuld als bedoeld onder 4.1 vi);
5.2
bepaalt dat deze machtiging vervalt indien eisers daarvan niet uiterlijk op 1 april 2021 gebruik hebben gemaakt;
5.3
bepaalt dat genoemd bedrag van Awg. 1.228.000 bij een notaris in Aruba in depot dient te worden geplaatst, nadat de kosten van de overneming daarop in mindering zijn gebracht, ter verdere afrekening en verdeling onder de deelgenoten;
5.4
bepaalt dat dit vonnis in de plaats komt van de voor de overneming op te maken akte, voor zover het de daartoe noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring van alle deelgenoten betreft;
5.5
veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, aan de zijde van eisers begroot op Awg. 450 aan griffierecht, Awg. 3.100 aan oproepingskosten en Awg 1.500 voor salaris gemachtigde;
5.6
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in voormeld Gerecht, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 30 september 2020.