ECLI:NL:OGEAA:2020:572

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 december 2020
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
AUA202000615 t/m AUA202000621, AUA202000623 t/m AUA202000630 en AUA202000632
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen belastingaanslagen wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen verschillende belastingaanslagen die hem zijn opgelegd voor de jaren 2010 tot en met 2015. De aanslagen zijn op verschillende data opgelegd, en belanghebbende heeft zijn bezwaar op 22 januari 2020 ingediend. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft vastgesteld dat het bezwaar niet binnen de wettelijke termijn van twee maanden na de dagtekening van de aanslagen is ingediend. Belanghebbende heeft zijn bezwaar per post naar het Gemeenschappelijk Hof in Curaçao gestuurd, maar het Gerecht concludeert dat dit niet tijdig was.

Het Gerecht overweegt dat, hoewel belanghebbende bezwaar heeft gemaakt, hij niet heeft gemotiveerd op welke punten de aanslagen onjuist zijn. De Inspecteur heeft herhaaldelijk geprobeerd contact op te nemen met belanghebbende en zijn gemachtigde, maar zij hebben geen argumenten aangedragen die de aanslagen zouden kunnen weerleggen.

Uiteindelijk heeft het Gerecht besloten het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk te verklaren, omdat hij niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een bezwaar. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Jansen op 17 december 2020, en de griffier was M.M.M. Faro MSc. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien om proceskosten of griffierecht te vergoeden.

Uitspraak

Uitspraak van 17 december 2020
BBZ nrs. AUA202000615 t/m AUA202000621, AUA202000623 t/m AUA202000630 en AUA202000632
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN VAN ARUBA,zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 30 november 2015 aanslagen premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2010 opgelegd.
1.2
Aan belanghebbende zijn op 31 oktober 2016 aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2011 opgelegd.
1.3
Aan belanghebbende zijn op 30 april 2018 aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2012 opgelegd.
1.4
Aan belanghebbende zijn op 31 december 2018 aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2013 opgelegd.
1.5
Aan belanghebbende zijn op 30 september 2019 aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2014 opgelegd.
1.6
Aan belanghebbende zijn op 30 september 2019 aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor het jaar 2015 opgelegd.
1.7
Belanghebbende is bij schrijven van 22 januari 2020 in beroep gekomen tegen voorgenoemde aanslagen. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
1.8
De Inspecteur heeft op 11 november 2020 een verweerschrift ingediend.
1.9
Belanghebbende heeft op 16 november 2020 – zonder begeleidend schrijven – drie ordners met administratie van zijn eenmanszaak overgelegd.
1.1
De zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2020 te Oranjestad. Belanghebbende is verschenen, vergezeld van [A]. Namens de Inspecteur is verschenen [B].
1.11
De drie ordners voornoemd zijn op de zitting aan belanghebbende geretourneerd.

2.OVERWEGINGEN

2.1
In artikel 17, lid 1 van de Algemene landsverordening belastingen (hierna: ALB) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
2.2
In artikel 19, lid 1 ALB is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een door de Inspecteur gedane uitspraak op zijn bezwaarschrift, binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak een beroepschrift kan indienen bij het Gerecht.
2.3
In plaats van bezwaar te maken bij de Inspecteur heeft belanghebbende rechtstreeks beroep ingesteld bij het Gerecht. Voordat belanghebbende echter beroep kan instellen, dient hij – gelet op de artikelen 17 en 19 ALB – eerst bezwaar te maken tegen de belastingaanslagen. Dat betekent dat belanghebbende niet-ontvankelijk is in zijn beroep (vgl. GEA Aruba 1 juli 2020, ECLI:NL:OGEAA:2020:276).
2.4
Het Gerecht zou het beroepschrift van belanghebbende eigenlijk moeten doorsturen naar de Inspecteur ter verdere behandeling als bezwaarschrift, maar zal daar in dit geval om redenen van proceseconomie van afzien (vgl. GEA Curaçao 13 juni 2017, ECLI:NL:OGEAC:2017:66). Het Gerecht overweegt daarbij als volgt.
2.5
Belanghebbende heeft bij schrijven van 22 januari 2020 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen. De datum van indiening van het bezwaar (bijvoorbeeld een ontvangststempel) blijkt niet uit het dossier. Hierbij wordt opgemerkt dat belanghebbende zijn bezwaar per post naar het adres (Wilhelminaplein 4) van het Gemeenschappelijk Hof in Curaçao heeft gestuurd. Ook indien 22 januari 2020 als datum van indiening van het bezwaar wordt aangemerkt, kan dit belanghebbende niet baten.
2.6
Gelet op de dagtekeningen van de aanslagen (r.o. 1.1 t/m 1.6) en de datum van binnenkomst van het als bezwaarschrift aan te merken beroepschrift (22 januari 2020) stelt het Gerecht vast dat dit niet is ingediend binnen de termijn van twee maanden na dagtekening van de aanslagen.
2.7
Indien een bezwaar te laat is ingediend dan blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest (artikel 17, lid 5 ALB). Belanghebbende heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan door het Gerecht de termijnoverschrijdingen verschoonbaar zijn te achten. Dat betekent dat de bezwaren niet- ontvankelijk zijn. Doorsturen van het beroepschrift naar de Inspecteur heeft dan geen zin. Daarbij neemt het Gerecht ook in aanmerking dat belanghebbende niet heeft gemotiveerd op welke punten de aanslagen onjuist zijn. De Inspecteur heeft onbetwist aangevoerd dat zij hierover (meerdere malen) contact heeft gehad met belanghebbende en zijn gemachtigde, maar dat zij niet konden motiveren op welke gronden de aanslagen onjuist zijn.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding voor de proceskosten of het griffierecht.

4.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet- ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter, en is uitgesproken op 17 december 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieAUA@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300