ECLI:NL:OGEAA:2020:569

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2020
Publicatiedatum
30 december 2020
Zaaknummer
443 van 2020
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Invoer van geregistreerde geneesmiddelen zonder vergunning in Aruba

Op 9 november 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 februari 2020 geregistreerde geneesmiddelen, te weten 36 pillen Sildenafil van 100 mg elk, heeft ingevoerd zonder de vereiste vergunning van de inspecteur voor geneesmiddelen. De verdachte verscheen zonder advocaat ter terechtzitting en deed afstand van zijn recht op bijstand. De officier van justitie eiste een geldboete van Afl. 500,-. De verdachte voerde aan dat hij de geneesmiddelen voor eigen gebruik had meegenomen, maar kon dit niet onderbouwen met bewijs. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte de invoerregels had overtreden en dat hij niet had aangetoond dat hij de geneesmiddelen voor eigen gebruik had ingevoerd. De verdachte werd ontslagen van rechtsvervolging voor het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit, maar werd wel veroordeeld voor het tweede cumulatief/alternatief feit tot een geldboete van Afl. 500,-, te betalen in termijnen. Het Gerecht benadrukte het belang van handhaving van de invoerregels voor de volksgezondheid.

Uitspraak

Parketnummer: P-2020/01356
Zaaknummer: 443 van 2020
Uitspraak: 9 november 2020 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteland],
wonende in [woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2020. De verdachte is zonder bijstand van een advocaat ter terechtzitting verschenen en heeft aldaar uitdrukkelijk afstand gedaan van het recht zich te doen bijstaan door een advocaat.
De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een geldboete van Afl. 500,-.
De verdachte heeft verweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat verdachte op of omstreeks 16 februari 2020 in Aruba (geregistreerde) genees-middelen, te weten 36 pillen Sildenafil van 100mg elk, heeft ingevoerd, terwijl deze (geregistreerde) geneesmiddelen niet voor eigen gebruik waren en/of niet waren voorzien van een overgelegde fabrieksfactuur, vermeldende de naam van de importeur en de betreffende registratienummers, en/of daarvoor door de inspecteur voor geneesmiddelen geen schriftelijke vergunning werd verleend.
(artikel 6 Landsbesluit verpakte geneesmiddelen jo artikel 5 en 6 LV genees-middelenvoorziening)
en/of
dat verdachte op of omstreeks 16 februari 2020 in Aruba (geregistreerde) genees-middelen, te weten 36 pillen Sildenafil van 100mg elk, heeft ingevoerd, zonder dat daarvoor – op een aangifte als bedoeld in de Landsverordening in-, uit- en doorvoer – een verklaring werd gegeven door de inspecteur voor geneesmiddelen, inhoudende dat het de invoer van geregistreerde verpakte geneesmiddelen betrof.
(artikel 22 Landsbesluit verpakte geneesmiddelen jo artikel 5 en 6 LV genees-middelenvoorziening)
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
dat verdachte op
of omstreeks16 februari 2020 in Aruba
(geregistreerde
)genees-middelen, te weten 36 pillen Sildenafil van
100 mgelk, heeft ingevoerd, terwijl deze
(geregistreerde
)geneesmiddelen niet voor eigen gebruik waren en
/ofniet waren voorzien van een overgelegde fabrieksfactuur, vermeldende de naam van de importeur en de betreffende registratienummers, en
/ofdaarvoor door de inspecteur voor geneesmiddelen geen schriftelijke vergunning werd verleend
.
en
/of
dat verdachte op
of omstreeks16 februari 2020 in Aruba
(geregistreerde
)genees-middelen, te weten 36 pillen Sildenafil van
100 mgelk, heeft ingevoerd, zonder dat daarvoor – op een aangifte als bedoeld in de Landsverordening in-, uit- en doorvoer – een verklaring werd gegeven door de inspecteur voor geneesmiddelen, inhoudende dat het de invoer van geregistreerde verpakte geneesmiddelen betrof.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
Ter terechtzitting heeft de verdachte aangevoerd de geneesmiddelen vanuit [het buitenland] naar Aruba te hebben meegenomen voor eigen gebruik.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting komen de volgende feiten en omstandigheden naar voren.
Op 16 februari 2020 werd de verdachte bij aankomst op de luchthaven in Aruba door de douane gecontroleerd. De verdachte gaf aan dat hij niets had om aan te geven. Vervolgens werd zijn koffer gevisiteerd, waarbij 36 pillen “Sildenafil” van 100 mg elk werden aangetroffen. Deze pillen zijn door de douane in beslag genomen; de verdachte heeft daarvan afstand gedaan.
De Inspecteur voor Geneesmiddelen (hierna: de Inspecteur) heeft op verzoek van de Douane advies uitgebracht ter zake van de aangetroffen pillen. Uit dit advies volgt dat het geneesmiddel met de merknaam “[merknaam]” 100 mg tabletten, waarvan “Sildenafil” de werkzame stof is, bij Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 25 oktober 2006 (AB 2006 no. 69) [1] is aangewezen als een geneesmiddel dat uitsluitend op recept mag worden afgeleverd. Voorts komt uit voormeld advies naar voren dat dit geneesmiddel geregistreerd is voor een tweetal indicaties (erectiestoornissen bij mannen en pulmonale arteriële hypertensie bij kinderen tot zestien jaar oud).
Het Gerecht concludeert, op grond van het vorenstaande, dat ook de “Sildenafil”-pillen verpakte geneesmiddelen zijn en dat zij uitsluitend op recept afgeleverd mogen worden. Voorts concludeert het Gerecht, gelet op voormelde geregistreerde indicaties, dat die indicaties aanprijzingen zijn van het geregistreerde geneesmiddel met “Sildenafil” als werkzame stof en dat de “Sildenafil”-pillen tevens geregistreerde geneesmiddelen zijn. Voor het overige bevat het dossier geen bewijs dat het Gerecht tot een andere gevolgtrekking zou nopen.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat het geneesmiddel in kwestie hem door een arts in [het buitenland] werd voorgeschreven en dat hij die voor eigen gebruik naar Aruba heeft meegenomen. Ofschoon de verdachte tijdens de behandeling van de zaak in de gelegenheid werd gesteld het door hem aangevoerde medisch voorschrift te overleggen, heeft hij dit achterwege gelaten. In het dossier zijn ook geen concrete aanwijzingen ter ondersteuning van verdachtes stelling.
Voor het Gerecht is derhalve niet vast komen te staan dat de verdachte de genees-middelen voor eigen gebruik heeft ingevoerd. Evenmin heeft het Gerecht in het dossier aanknopingspunten kunnen vinden dat de verdachte het, ingevolge artikel 6 van het Landsbesluit verpakte geneesmiddelen (LbVG), voor de invoer van geregistreerde geneesmiddelen benodigde document aan de douane – ten tijde van de constatering – heeft overgelegd. Ook uit het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken dat de verdachte ten tijde van de constatering over dit document beschikte en dat aan de douane heeft getoond.
Het Gerecht is van oordeel dat de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, redengevend worden geacht voor het bewijs van het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit. Het verweer van de verdachte wordt derhalve verworpen.
Artikel 22 LbVG bepaalt dat verpakte geneesmiddelen (ongeacht of die nu geregistreerd of niet geregistreerd zijn) niet worden ingevoerd dan nadat de inspecteur voor geneesmiddelen op een aangifte ter invoer (conform de Landsverordening in-, uit- en doorvoer [hierna: LIUD]) heeft verklaard dat de invoer geregistreerde verpakte geneesmiddelen betreft.
In het onderhavige geval heeft de verdachte geen aangifte gedaan van de door hem ingevoerde geneesmiddelen, zodat hij ook geen aangifte heeft kunnen indienen bij de inspecteur voor geneesmiddelen ter verkrijging van vermelde verklaring.
Naar het oordeel van het Gerecht heeft de verdachte het voorschrift van artikel 22 LbVG overtreden.
Verweren ten aanzien van de strafbaarheid
Strafbaarheid ter zake van het feit
In het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit wordt de verdachte onder meer verweten geregistreerde geneesmiddelen te hebben ingevoerd, terwijl daarvoor geen schriftelijke vergunning door de inspecteur voor geneesmiddelen werd verleend.
In artikel 6 LbVG wordt onder meer het invoeren van geregistreerde verpakte geneesmiddelen zonder het verlenen van ‘een schriftelijke vergunning welke de inspecteur voor geneesmiddelen (…) uitsluitend aan ingeschreven apothekers verleent’, strafbaar gesteld. Nu het bestanddeel ‘uitsluitend aan ingeschreven apothekers’ niet in de tenlastelegging is opgenomen kan het bewezenverklaarde niet worden gekwalificeerd als een strafbaar feit en zal de verdachte voor dit feit worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Strafbaarheid ten aanzien van de verdachte
Ter terechtzitting heeft de verdachte aangevoerd dat hij niet wist dat hij de geneesmiddelen in kwestie niet in Aruba mocht invoeren.
Voor zover de verdachte heeft bedoeld te stellen dat hem geen schuld treft, omdat hij niet op de hoogte was van de hier te lande geldende regels in verband met de invoer van geneesmiddelen, overweegt het Gerecht als volgt.
Voorop wordt gesteld dat voor strafbaarheid van een verdachte geen plaats is, indien de gedraging wordt verontschuldigd door een verkeerd inzicht (onbewustheid) van die verdachte in het verboden zijn – de ongeoorloofdheid – van de hem verweten gedraging naar Arubaans recht. Verontschuldigbare rechtsdwaling veronderstelt het doen van inspanningen om van de geldende normen op de hoogte te zijn.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat de verdachte (met zijn gezin) in Aruba woonachtig is. Dit brengt met zich dat de verdachte als Arubaans burger een zelfstandige verplichting heeft om zich omtrent de lokale geldende wet- en regelgeving te informeren én om aan die wet- en regelgeving te voldoen. [2] Ter terechtzitting is echter niet gebleken noch aannemelijk geworden dat de verdachte vóór zijn terugreis naar Aruba zich de moeite heeft getroost om de bevoegde Arubaanse overheidsinstantie(s) – de Douane of de Inspectie voor Geneesmiddelen – te raadplegen om zodoende zichzelf tijdig en adequaat op de hoogte te stellen van de in Aruba geldende wet- en regelgeving en de daarbij te volgen procedure voor de invoer van de geneesmiddelen in kwestie. Dat zijn gebrek aan inspanning om zich op de hoogte te stellen van de desbetreffende vigerende normen is uitgemond in een verboden gedraging heeft de verdachte aan zichzelf te wijten.
Naar het oordeel van het Gerecht is geen sprake van een verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht. Verdachtes verweer wordt derhalve verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van artikel 22 van het Landsbesluit verpakte geneesmiddelen,
strafbaar gesteld bij artikel 49, eerste lid, aanhef en onder c van de Landsverordening op de geneesmiddelenvoorziening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van het verbod op invoer van geregistreerde geneesmiddelen. Hij beschikte niet over de verklaring van de inspecteur voor geneesmiddelen dat de invoer geregistreerde geneesmiddelen be-treft.
Handhaving van dit verbod is van uiterst belang. Het vertrouwen in de deugdelijkheid van geneesmiddelen is immers één van de kernwaarden van de volksgezondheid. Aan die waarde wordt afgedaan indien geneesmiddelen vrij worden ingevoerd en ongecontroleerd in het vrije verkeer worden gebracht. De vrije invoer vergroot het gevaar dat een geneesmiddel in een verkeerde dosering kan worden gebruikt en fatale gevolgen kan hebben.
Het Gerecht houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die zijn aangevoerd ter terechtzitting.
De verdachte is, zo blijkt uit het uittreksel uit het justitieel documentatieregister, nooit eerder onherroepelijk veroordeeld voor enig strafbaar feit.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een geldboete van de hoogte zoals door de officier van justitie gevorderd, passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Voorts zal het Gerecht, gelet op de financiële draagkracht van de verdachte, bepalen dat hij de op te leggen geldboete in termijnen kan voldoen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:54, 1:55, 1:56, 1:58 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde niet strafbaar;
ontslaat de verdachte ter zake van het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde van alle rechtsvervolging;
kwalificeert het tweede cumulatief/alternatief bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het tweede cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
Afl. 500,- (zegge: vijfhonderd florin), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
tien (10) dagen hechtenis;
bepaalt dat de geldboete in
tien (10)maandelijkse termijnen van elk
Afl. 50,- (zegge: vijftig florin)mag worden voldaan.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D.J. Jansen, bijgestaan door mr. E.M.J. Jandroep, (zittingsgriffier), en op 9 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.

Voetnoten

1.Dit landsbesluit wordt aangehaald als Landsbesluit geneesmiddelen uitsluitend op recept afgeleverd
2.HR 31 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8322