In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 8 december 2020, wordt het verzoek behandeld van verzoekster, die in haar hoedanigheid als bewindvoerder van de betrokkene, om ontslag van de huidige bewindvoerster en benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 21 juli 2020 is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 oktober 2020. Tijdens deze zitting waren verzoekster, de betrokkene bijgestaan door haar gemachtigde, en de zoon van de betrokkene aanwezig.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 8 januari 2019 werd er een bewind ingesteld over de goederen van de betrokkene vanwege haar lichamelijke toestand, waarbij de broer van de betrokkene als bewindvoerder werd benoemd. Op 11 februari 2020 werd deze broer ontslagen en werd verzoekster benoemd tot nieuwe bewindvoerster. Nu verzoekster niet langer bereid is om deze rol te vervullen, heeft de zoon van de betrokkene, [zoon 1], zich bereid verklaard om als opvolgend bewindvoerder te worden benoemd.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen bezwaren zijn tegen de benoeming van de zoon als opvolgend bewindvoerder. De rechter heeft ook bepaald dat de opvolgende bewindvoerder jaarlijks en aan het einde van het bewind rekening en verantwoording moet afleggen aan de rechthebbende. De beslissing van de rechter houdt in dat verzoekster met ingang van heden wordt ontslagen als bewindvoerster en dat [zoon 1] wordt benoemd tot nieuwe bewindvoerder. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en moet binnen tien dagen na uitvoering worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de lokale dagbladen.