ECLI:NL:OGEAA:2020:5

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 januari 2020
Publicatiedatum
20 januari 2020
Zaaknummer
AUA201901975
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de rechtsgeldigheid daarvan in een arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, werkzaam als trainer bij Cuts & Curves Fitness Center N.V., en zijn werkgever. De verzoeker had op 11 februari 2019 te horen gekregen dat hij op staande voet was ontslagen. De verzoeker verzocht het gerecht om het ontslag nietig te verklaren, zijn salaris door te betalen en hem weer aan het werk te stellen. Hij stelde dat er geen dringende reden voor het ontslag was en dat het ontslag niet onverwijld was gegeven.

De feiten wezen uit dat de verzoeker herhaaldelijk waarschuwingen had ontvangen voor te laat komen en andere gedragingen die niet in lijn waren met de bedrijfsregels. Ondanks deze waarschuwingen en een eerdere schorsing, meldde de verzoeker zich een uur voor aanvang van zijn dienst af, wat de werkgever als de druppel beschouwde die de emmer deed overlopen. Het Gerecht oordeelde dat de werkgever voldoende redenen had om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen, gezien de herhaalde overtredingen van de verzoeker.

Het Gerecht concludeerde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was gegeven en dat de verzoeken van de verzoeker moesten worden afgewezen. Wel werd aan de verzoeker verlof verleend tot kosteloos procederen, omdat hij niet in staat was de proceskosten te dragen. De proceskosten werden toegewezen aan de werkgever, Cuts & Curves.

Uitspraak

Beschikking van 7 januari 2020
Behorend bij EJ nr AUA201901975
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
CUTS & CURVES FITNESS CENTER N.V.,
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Cuts & Curves,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 13 juni 2019;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 1 oktober 2019;
- de producties van partijen, ingediend op 15 oktober 2019;
- de pleitaantekeningen van partijen, overgelegd op 22 oktober 2019;
- de mondelinge behandeling van 22 oktober 2019, waarbij zijn verschenen verzoeker bijgestaan door de gemachtigde mr. D.G. Illes, occuperende voor mr. D.G. Kock en verweerster bij haar gemachtigde voornoemd en vergezeld door de directeur [directeur].
1.2
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoeker] is op 1 januari 2017 als “trainer” in loondienst getreden bij Cuts & Curves, tegen een bruto loon van Afl. 2.300,-- per maand.
2.2 [
verzoeker] heeft op 4 juni 2017, op 22 juni 2017 en op 23 januari 2019 schriftelijke waarschuwingen gekregen voor het te laat arriveren op het werk.
2.3 [
verzoeker] is mondeling gewaarschuwd in mei 2017, op 12 april 2017, op 14 juni 2018 en 21 juni 2018 en op 17 november 2018 voor het verlaten van de sportschool, het te laat arriveren op werk, het niet schoonhouden van de apparaten en het niet correct opvolgen van de open-en-closing procedure.
2.4 [
verzoeker] is op 22 juni 2018 geschorst voor ‘Policy/Procedure violation’, ‘performance transgression’ en ‘absenteeism/tardiness’.
2.5
Op 31 januari 2019 heeft [verzoeker] via een whatsapp bericht aan de directeur meegedeeld dat hij enkele keren laat op werk is gekomen, omdat hij gedurende 4 weken geen auto had, omdat hij in de ochtenden maaltijden bezorgt en omdat er in verband met wegwerkzaamheden enkele wegen gesloten zijn.
2.6
Op 7 februari 2019 is [verzoeker] voor twee dagen geschorst in verband met een onderzoek omtrent een kassatekort van Afl. 100,00 op 4 februari 2019 en van Afl. 50,00 op 5 februari 2019. In de ‘Performance Correction Notice’ van 7 februari 2019 die hem naar aanleiding van de kasssatekorten is verstrekt, staat dat [verzoeker] geen schriftelijke waarschuwing meer zal krijgen na deze waarschuwing.
2.7
Toen [verzoeker] na de schorsing van 7 februari 2019 terug moest komen werken heeft hij zich een uur voor zijn dienst afgemeld voor werk.
2.8
Op 11 februari 2019 is aan [verzoeker] door de manager, de heer [manager], mondeling medegedeeld dat hij op staande voet is ontslagen.

3.HET VERZOEK

3.1 [
verzoeker] verzoekt dat het gerecht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) [verzoeker] toelaat kosteloos te mogen procederen;
b) het aan [verzoeker] verleende arbeidsrechtelijke ontslag nietig verklaart;
c) Cuts & Curves beveelt om het salaris van [verzoeker] vanaf de datum van het ontslag te betalen en te blijven doorbetalen zolang het dienstverband rechtsgeldig bestaat, zulks vermeerderd met de vertragingsrente ex artikel 7A:1614q BW;
d) Cuts & Curves veroordeelt om [verzoeker] binnen vijf dagen na betekening van deze uitspraak weer te werk te stellen in zijn gebruikelijke arbeidsrechtelijke functie en werktijden, zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 100,00 per dag of gedeelte van een dag dat Cuts & Curves nalaat om hieraan te voldoen;
e) Cuts & Curves veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Aan dit verzoek heeft [verzoeker] ten grondslag gelegd dat het ontslag op staande voet nietig is, omdat er geen reden aan hem is medegedeeld voor het ontslag, er geen sprake is van een dringende reden en het ontslag ook niet onverwijld is gegeven.
3.3
Cuts & Curves voert verweer dat, voor zover voor de beslissing van belang, hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.
4.2
Cuts & Curves heeft aan haar stelling dat er sprake is van een dringende reden ten grondslag gelegd dat [verzoeker] zich een uur voor aanvang van zijn dienst op 9 februari 2019 heeft afgemeld voor werk, omdat zijn vrouw ernstig ziek was en [verzoeker] om die reden op zijn baby moest oppassen. Gelet op de herhaaldelijke waarschuwingen en schorsingen die Cuts & Curves [verzoeker] reeds had gegeven, was deze gedraging van [verzoeker] voor Cuts & Curves de druppel die de emmer heeft doen overlopen. Door de manager [manager] is tijdens het mondelinge gegeven ontslag op 11 februari 2019 aan [verzoeker] medegedeeld dat hij niet meer terug hoeft te komen, omdat hij veel kansen had gekregen en zijn houding ondanks de vele schriftelijke en verbale waarschuwingen en ondanks de schorsingen onveranderd is gebleven. [verzoeker] doet niet wat van hem verwacht wordt en zijn gedrag kan niet langer geaccepteerd worden, aldus Cuts & Curves.
4.3 [
verzoeker] stelt zich op het standpunt dat voor hem niet duidelijk is geworden wat de reden voor zijn ontslag was op 11 februari 2019, nu deze reden niet aan hem is medegedeeld. Toen hij op 11 februari 2019 op werk verscheen, is door de manager [manager] aan [verzoeker] slechts medegedeeld dat hij is ontslagen, omdat er klachten waren over zijn functioneren. Welke klachten dit zijn is voor hem niet duidelijk en deze leveren bovendien ook geen dringende reden voor ontslag op staande voet op. Voorts heeft [verzoeker] aangevoerd dat Cuts & Curves niet heeft voldaan aan het vereiste dat een ontslag op staande voet onverwijld moet worden gegeven, omdat de druppel die de emmer voor Cuts & Curves heeft doen overlopen kennelijk zijn ziekmelden op 10 februari 2019 was, terwijl hij een dag daarna op 11 februari 2019 is ontslagen.
4.4
Of er sprake is van een dringende reden om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen hangt af van de aard en de ernst van de reden voor ontslag en van de overige omstandigheden van het geval. Bij opzegging van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden dient de reden onverwijld aan de wederpartij te worden meegedeeld (art. 7A:1615o lid 1 BWA). De strekking hiervan is dat voor de wederpartij onmiddellijk duidelijk behoort te zijn welke eigenschappen of gedragingen de ander hebben genoopt tot het beëindigen van de dienstbetrekking. De wederpartij moet zich immers na de mededeling kunnen beraden of hij de opgegeven reden(en) als juist erkent en als dringend aanvaardt.
4.5
De stelling van [verzoeker] dat de dringende reden hem bij de aanzegging van het ontslag niet is medegedeeld en dat het ontslag om die reden niet geldig is, wordt verworpen. Uit de eigen stellingen van [verzoeker] volgt dat bij de aanzegging van het ontslag aan hem (in ieder geval) is medegedeeld dat er klachten waren over zijn functioneren. Het Gerecht is van oordeel dat het voor [verzoeker] daarmee aanstonds voldoende duidelijk was, welke van zijn daden, eigenschappen of gedragingen Cuts & Curves aanleiding hebben gegeven tot de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Vast staat dat [verzoeker] herhaaldelijk is gewaarschuwd en geschorst in verband met zijn houding en gedrag. Op de ‘Performance Correction Notice’ naar aanleiding van de schorsing van 22 juni 2018 is door de supervisor onder meer opgenomen dat het dienstverband met [verzoeker] zal worden beëindigd als hij voortaan de open-en-closing procedure niet volgt. Voorts is op de ‘Performance Correction Notice’ van 7 februari 2019, die voorafgaand aan de laatste schorsing van 7 februari 2019 aan [verzoeker] is gegeven, door de supervisor onder meer opgenomen dat [verzoeker] bij een volgende misdraging geen schriftelijke waarschuwing meer zal ontvangen. Uit de whatsapp berichten die [verzoeker] op 31 januari 2019 naar de directeur heeft verstuurd, blijkt overigens ook dat [verzoeker] zich ervan bewust was dat hij bij herhaling laat op het werk arriveerde.
Gelet op dit alles moest het voor [verzoeker] duidelijk zijn geweest dat het Cuts & Curves al langere tijd ernst was en dat zijn overtredingen van de bedrijfsregels niet langer acceptabel werd bevonden en waarop de klachten omtrent zijn functioneren betrekking hadden.
4.6
Ondanks herhaaldelijk te zijn gewaarschuwd en geschorst, onder meer vanwege het ongeoorloofd te laat op het werk verschijnen, heeft [verzoeker] zijn gedrag niet aangepast. Hoewel niet is komen vast te staan dat de kastekorten op 4 en 5 februari 2019 door malversaties van [verzoeker] zijn ontstaan, acht het Gerecht die kastekorten wel verwijtbaar aan [verzoeker], nu hij onvoldoende heeft betwist dat deze zijn ontstaan door het niet opvolgen van de voorgeschreven procedures. Vervolgens is [verzoeker] na afloop van zijn schorsing zonder geldige reden wederom de gehele dag niet op het werk verschenen. Door [verzoeker] is onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de ziekte van zijn vrouw noodzakelijkerwijs met zich bracht dat hij de gehele dag niet op het werk kon verschijnen. In het licht van de eerdere overtredingen van de bedrijfsregels en de waarschuwingen die daarvoor aan [verzoeker] waren gegeven (zodat het voor [verzoeker] ook duidelijk was dat de overtredingen niet langer werden getolereerd), was het incident na zijn schorsing voldoende voor het aannemen van een dringende reden die de verstrekkende maatregel van ontslag op staande voet kan dragen. Derhalve is het ontslag op staande voet op zichzelf gerechtvaardigd.
4.7
De stelling van [verzoeker] dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, wordt eveneens verworpen. In het onderhavige geval is het gerecht van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven nu [verzoeker] meteen, toen hij op 11 februari 2019 na zijn afwezigheid op het werk verscheen, is ontslagen. Hiermee voldoet het tijdsverloop aan het vereiste dat niet overhaast maar wel voortvarend dient te worden gehandeld door de werkgever.
4.8
Het bovenstaande leidt tot het oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en dat de verzoeken van [verzoeker] moeten worden afgewezen. [verzoeker] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4.9
Uit het door [verzoeker] overgelegde door de daartoe bevoegde instantie verstrekte bewijs van onvermogen blijkt dat hij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [verzoeker] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
verleent [verzoeker] verlof tot kosteloos procederen;
wijst af het door [verzoeker] verzochte;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Cuts & Curves, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.