ECLI:NL:OGEAA:2020:436

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
AUA201902211
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding koopovereenkomst en schadevergoeding wegens non-conformiteit van een diamant

In deze zaak vordert eiseres, wonende in de Verenigde Staten, dat de koopovereenkomst van 7 maart 2017 met de naamloze vennootschap Shivas N.V. rechtsgeldig is ontbonden. Eiseres stelt dat de diamant die zij heeft gekocht niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat deze een laser drill bewerking heeft ondergaan, wat de waarde van de diamant negatief beïnvloedt. Eiseres heeft de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen op grond van artikel 6:265 BW, en vordert onder andere terugbetaling van het betaalde bedrag en teruggave van de ingeruilde ring.

Shivas N.V. voert verweer en stelt dat eiseres niet tijdig heeft geklaagd over de non-conformiteit van de diamant, zoals vereist door artikel 7:23 lid 1 BW. Het gerecht oordeelt dat eiseres het gebrek redelijkerwijs kort na de koop had kunnen ontdekken en dat zij niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft geklaagd. Het gerecht verwerpt het verweer van Shivas dat eiseres de verkeerde partij heeft gedagvaard, omdat Shivas als gedaagde partij is opgetreden en verweer heeft gevoerd.

Uiteindelijk wijst het gerecht de vorderingen van eiseres af, omdat zij niet tijdig heeft geklaagd over het gebrek aan de diamant. Eiseres wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Shivas worden begroot op Afl. 3.000,00 aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op 28 oktober 2020 door mr. J.J. Verhoeven.

Uitspraak

Vonnis van 28 oktober 2020
Behorend bij AUA201902211
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika (New York),
EISERES,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. R.J. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
Shivas N.V.,
gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: Shivas,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie en mr. L.D. Gomez.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift d.d. 2 juli 2019;
- de conclusie van antwoord d.d. 27 november 2019;
- de conclusie van repliek d.d. 5 februari 2020;
- de conclusie van dupliek d.d. 3 juni 2020.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Shiva exploiteert een winkel waarin zij sieraden te koop aanbiedt aan het publiek. Blijkens een door Shivas ten behoeve van [eiseres] opgemaakte factuur (verzoekschrift, prod. 2) heeft zij op 7 maart 2017 een diamant verkocht voor een koopprijs van $ 36.100,00 (hierna te noemen: de diamant), alsmede een ring voor een koopprijs van $ 400,00. Op de aankoop is een diamanten ring ter waarde van $ 31.500,00 ingeruild, zodat een bedrag van $ 5.000,00 is (bij)betaald.
2.2
Op verzoek van [eiseres] heeft het Gemological Institute of America (hierna: GIA) een onderzoek uitgevoerd naar de diamant. Het GIA heeft zijn bevindingen neergelegd in een rapport d.d. 11 maart 2019 (verzoekschrift, prod. 3). Omtrent de eigenschappen van de diamant vermeldt het rapport:
‘Clarity Characteristics: Laser Drill Hole, Crystal’.
2.3
Het Gemological Appraisal Laboratory of America, Inc. (hierna: GAL) heeft in een taxatierapport d.d. 28 mei 2019 (verzoekschrift, prod. 4) de marktwaarde van de diamant getaxeerd op $ 23.500,00.
2.4
Bij brief van 3 juni 2019 (verzoekschrift, prod. 8) heeft de gemachtigde van [eiseres] de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen op grond van artikel 6:265 BW. Daaraan is ten grondslag gelegd dat er ter zake van de verkoop van de diamant sprake is van bedrog dan wel dwaling alsmede van een onrechtmatige daad. In de brief wordt verder aanspraak gemaakt op ongedaanmaking van de nagekomen verbintenissen dan wel (indien ongedaanmaking niet mogelijk is) op betaling van vervangende schadevergoeding.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiseres] vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) voor recht verklaart dat de koopovereenkomst van 7 maart 2017 door [eiseres] rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden;
b) Shivas veroordeelt tot:
- terugbetaling van een bedrag van $ 5.000,00 aan [eiseres]
- teruggave van de ingeruilde ring met diamant;
c)
althans, voor het geval dat Shivas niet langer in het bezit zou zijn van de ingeruilde diamant, Shivas veroordeelt tot betaling van een bedrag van $ 31.500,00 aan [eiseres];
d) Shivas veroordeelt tot betaling van $ 240,00 in verband met de taxatie van de diamant;
e) Shivas veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente vanaf 7 maart 2017 van de bedragen genoemd onder b), c) en d);
f) gedaagde veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2
Aan haar vordering legt [eiseres] het volgende ten grondslag. Uit het taxatierapport van het GIA blijkt dat de diamant een zogenaamde ‘laser drill’ bewerking heeft ondergaan. Laser drill is een procedure die inhoudt dat er kleine gaatjes in een diamant worden geboord om imperfecties te verwijderen, waardoor een diamant kunstmatig wordt verbeterd en waardoor de diamant meer waard lijkt.
3.3
Shivas voert hiertegen verweer. Kort weergegeven luidt dit verweer als volgt:
- [ eiseres] heeft de verkeerde partij als gedaagde gedagvaard;
- niet [eiseres], maar haar moeder was partij bij de koopovereenkomst, zodat een verkeerde persoon de vordering heeft ingesteld;
- ( de moeder van) [eiseres] heeft de diamant ingeruild, ondanks het advies van Shivas om dit niet te doen omdat de diamant van mindere kwaliteit is dan de diamant die werd ingeruild, waarbij tevens is medegedeeld dat de diamant werd geleverd zonder certificaat;
- er is niet binnen bekwame tijd geklaagd in de zin van artikel 7:23 lid 1 BW;
- op grond van artikel 7:23 lid 2 BW is de vordering verjaard;
- de diamant voldoet aan de overeenkomst, de overeenkomst is niet onder invloed van een wilsgebrek tot stand gekomen en Shivas heeft bij de verkoop geen onrechtmatige daad gepleegd.

4.DE BEOORDELING

Over de persoon van de gedaagde
4.1
In het inleidend verzoekschrift is vermeld dat het verzoekschrift is gericht tegen de naamloze vennootschap Shivani’s World N.V. h.o.d.n. Shiva’s Gold & Gems. Naar aanleiding van het verweer van Shivas dat de verkeerde rechtspersoon is gedagvaard, is tussen partijen komen vast te staan dat de verkoper van de diamant was: de naamloze vennootschap Shivas N.V. h.o.d.n. Shivas Gold & Gems. De naamloze vennootschap Shivani’s World N.V. is een bestaande vennootschap, die op hetzelfde adres staat ingeschreven als Shivas N.V., maar die een andere bestuurder heeft. Omdat beide vennootschappen bestaan, is er volgens Shivas geen sprake van een eenvoudige, voor herstel vatbare, verkeerde partij-aanduiding. Er is een rechtspersoon gedagvaard die geen partij was bij de overeenkomst, zodat [eiseres] in haar vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aldus Shivas.
4.2
Het gerecht verwerpt dit verweer. Hoewel vast staat dat Shivani’s World N.V. geen partij was bij de overeenkomst en dus ten onrechte als verweerder is opgeroepen, staat eveneens vast dat niet Shivani’s World N.V. als gedaagde partij in de procedure is verschenen, maar Shivas. Laatstgenoemde heeft zich als gedaagde gesteld en heeft verweer gevoerd. In de conclusie van antwoord en alle processtukken die daarna zijn gewisseld, staat Shivas als gedaagde partij vermeld. Tussen partijen is dus niet in geschil dat Shivas als gedaagde partij is opgetreden en verweer heeft gevoerd. Daarmee is de fout in het verzoekschrift en het oproepingsexploot hersteld en heeft Shivas ook geen belang bij het door haar gevoerde verweer.
Over de persoon van eiseres
4.3
Volgens Shivas was niet [eiseres], maar haar moeder partij bij de overeenkomst. De moeder van [eiseres] was degene die de diamant heeft uitgekozen en die hem heeft betaald. De moeder heeft tussen 2010 en 2018 op negen verschillende momenten goederen gekocht bij Shivas, aldus Shivas.
[Eiseres] heeft dit verweer betwist. Zij stelt dat de kwitantie haar naam vermeld en dat zij daardoor de gerechtigde is geworden tot de diamant.
4.4
Het gerecht overweegt hieromtrent als volgt. De rechten uit een koopovereenkomst kunnen in beginsel slechts worden uitgeoefend door degene die partij was bij die overeenkomst (daaronder mede begrepen diens rechtsopvolgers en gemachtigden). De stelling van [eiseres] dat zij thans de enige gerechtigde is van de diamant, brengt op zichzelf niet mee dat zij destijds partij was bij de koopovereenkomst en op die grond bevoegd is om de rechten uit de koopovereenkomst uit te oefenen. Het gerecht begrijpt echter de stelling van [eiseres] dat zij de gerechtigde is geworden tot de diamant in samenhang met de stelling dat de factuur op haar naam staat, aldus dat zij daarmee beoogt te stellen dat zij als partij bij de koopovereenkomst is opgetreden.
4.5
Voor de beantwoording van de vraag of [eiseres] dan wel haar moeder partij is geworden bij de koopovereenkomst, is in beginsel doorslaggevend de bedoeling die daaromtrent bij hen beiden voorstond. De enkele omstandigheid dat de moeder de beslissing heeft genomen omtrent de aankoop van de diamant en deze heeft betaald (door de inruil van een haar toebehorende diamant met bijbetaling via haar credit-card), zoals door Shivas is gesteld, brengt niet zonder meer mee dat de moeder partij is geworden bij de koopovereenkomst. Het is immers mogelijk dat de moeder daarbij handelde namens [eiseres]. Indien dat het geval was, is [eiseres] partij bij de overeenkomst geworden.
4.6 [
Eiseres] heeft haar stelling dat zij partij is bij de koopovereenkomst onderbouwd door te verwijzen naar de in verband met de verkoop opgestelde factuur, die op haar naam is gesteld. In het algemeen wordt een factuur opgesteld op naam van degene die als wederpartij bij de overeenkomst optreedt. Shivas heeft er geen verklaring voor gegeven waarom in dit geval de factuur op naam van [eiseres] is gesteld, indien niet zij maar haar moeder partij was bij de overeenkomst. Daarmee heeft Shivas de onderbouwde stelling van [eiseres] dat zij partij is bij de koopovereenkomst onvoldoende betwist, zodat het verweer dienaangaande worden verworpen.
Over de non-conformiteit en de grondslag van het gevorderde
4.7
Volgens [eiseres] beantwoordt de diamant niet aan de overeenkomst. Daartoe stelt zij dat de diamant een laser drill bewerking heeft ondergaan teneinde de helderheid van de diamant te verhogen. De waarde van een diamant die een laser drill bewerking heeft ondergaan is in het algemeen lager dan de waarde van een soortgelijke diamant die zonder een laser drill bewerking dezelfde mate van helderheid heeft, aldus [eiseres]. In casu is de waarde van de diamant door GAL getaxeerd op $ 23.500,00, terwijl [eiseres] er $ 36.100,00 voor heeft betaald. [Eiseres] heeft op die grond buitengerechtelijk de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen en de in deze procedure ingestelde vorderingen zijn gebaseerd op die buitengerechtelijke ontbinding. Nu de grondslag voor een buitengerechtelijke ontbinding en de daarop gebaseerde vordering blijkens artikel 6:265 lid 1 BW de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst is, is al hetgeen van de zijde van [eiseres] is gesteld omtrent bedrog en een onrechtmatige daad van de zijde van Shivas alsmede hetgeen is gesteld omtrent de wederzijdse dwaling, niet van belang voor de beoordeling van het geschil. Het gerecht zal dan ook niet ingaan op het partijdebat over deze punten.
4.8
Volgens Shivas rechtvaardigt het feit dat de diamant een laser drill bewerking heeft ondergaan, niet de conclusie dat er sprake is van non-conformiteit. Daartoe stelt zij allereerst dat de diamant de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn (cva, 34). Shivas heeft geen garantie gegeven omtrent de afwezigheid van een laser drill bewerking en de diamant werd ook niet geleverd met een GIA-certificaat, hetgeen uitdrukkelijk is medegedeeld (cva, 35). De diamant is van goede kwaliteit, hetgeen ook blijkt uit het door het GIA in opdracht van [eiseres] opgestelde rapport (cva, 29). De taxatiewaarde die het GIA in de Verenigde Staten heeft gegeven, geeft niet noodzakelijkerwijs de waarde van de diamant weer in Aruba. De waarde hier in Aruba wordt mede bepaald door de bedrijfskosten van Shivas in Aruba, de hoogte van de Arubaanse belastingen en de winst die Shivas wenst te maken (cva, 38 en 39). Op grond van de contractsvrijheid en het feit dat de leer van de
iustum pretiumin het Arubaanse recht niet geldt, kan een eventueel verschil tussen de taxatiewaarde en de koopprijs geen reden zijn om te oordelen dat de diamant niet aan de overeenkomst beantwoordt.
4.9
Het gerecht volgt Shivas niet in haar verweer dat de, op basis van contractsvrijheid, overeengekomen verkoopprijs nimmer medebepalend kan zijn voor de beantwoording van de vraag of de geleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt. Daartoe geldt het volgende.
Voor de beantwoording van de vraag of een geleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt, is niet alleen beslissend of de zaak voor haar normale gebruik geschikt is. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat ook de afwezigheid van bijzondere eigenschappen die de koper wel had mogen verwachten, mee kunnen brengen dat een geleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt (TM, Parl. Gesch. Inv., p. 118), ook al doet de afwezigheid van die eigenschappen niet af aan haar geschiktheid voor het normale gebruik. Ook al is in casu de geleverde diamant geschikt voor haar normaal gebruik, te weten: het dragen als sieraad, dan nog kan het zich voordoen dat zij niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien [eiseres] er vanuit mocht gaan dat de diamant zuiver was en dat de uiterlijke kenmerken van de diamant van nature aanwezig waren en niet het gevolg waren van een laser-drill bewerking. Bij de beantwoording van de vraag of [eiseres] mocht verwachten dat de helderheid van de diamant natuurlijk was zonder dat zij een laser-drill bewerking had ondergaan, kan de overeengekomen koopprijs medebepalend zijn. Immers, indien de daadwerkelijke waarde van de diamant, doordat zij een laser drill bewerking heeft ondergaan, significant lager ligt dan de overeengekomen verkoopprijs, terwijl die overeengekomen verkoopprijs gelijk is aan de waarde van een soortgelijke diamant die geen laser-drill bewerking heeft ondergaan, dan kan de overeengekomen verkoopprijs meebrengen dat [eiseres] mocht verwachten dat zij een diamant had gekocht die geen laser-drill bewerking had ondergaan.
Of daarvan in casu sprake was, behoeft geen beantwoording. Het gerecht is van oordeel dat, ook indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat de diamant niet aan de overeenkomst beantwoordt, de vordering moet worden afgewezen. Daartoe geldt het navolgende.
De klachttermijn
4.1
Op grond van artikel 7:23 lid 1 BW kan de koper er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet kennis heeft gegeven binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Volgens Shivas heeft [eiseres] niet tijdig geklaagd, nu zij voor het eerst bij brief van 15 april 2019 aan Shivas heeft medegedeeld dat volgens haar de diamant niet aan de overeenkomst beantwoordt, terwijl zij het (door haar gestelde) mankement redelijkerwijs binnen een paar maanden had kunnen ontdekken.
4.11
Het gerecht begrijpt uit de stellingen van partijen dat de omstandigheid dat de diamant een laser-drill bewerking heeft ondergaan, slechts door onderzoek aan het licht kan worden gebracht. [Eiseres] heeft kennis gekregen van de laser-drill bewerking door het rapport van het GIA 11 maart 2019. De vraag is dus of van [eiseres] had mogen worden verwacht dat zij al in een eerder stadium de diamant had laten onderzoeken, waardoor het door haar gestelde gebrek eerder was ontdekt en zij Shivas ook eerder daarvan kennis had kunnen geven. Die vraag beantwoordt het gerecht bevestigend.
4.12
Kennelijk was voor [eiseres] niet alleen de uiterlijke verschijningsvorm van de diamant van belang en de omstandigheid dat deze als sieraad kon worden gedragen. Gezien haar stellingen in deze procedure was het voor haar blijkbaar ook van belang dat de diamant zodanige eigenschappen had dat de marktwaarde ervan overeenkwam met de door haar betaalde koopprijs. Zoals door Shivas onbetwist is gesteld en ook volgt uit de door [eiseres] overgelegde factuur (verzoekschirft, prod. II), is de diamant geleverd zonder een certificaat van het GIA, terwijl de ter gelegenheid van de koopovereenkomst door (de moeder van) [eiseres] ingeruilde diamant wel van een dergelijk certificaat was voorzien. [Eiseres] was zich er dus van bewust, of had dat althans behoren te zijn, dat door onderzoek door een erkend instituut duidelijkheid kon worden verkregen omtrent diverse eigenschappen van de diamant (zoals helderheid, kleur, omvang, symmetrie en polish) en daarmee omtrent de uiteindelijke kwaliteit ervan en de daarmee corresponderende (markt)waarde. Een dergelijk onderzoek heeft zij twee jaar na de koop laten uitvoeren. Zonder toelichting, die door haar niet is gegeven, is niet duidelijk waarom [eiseres] dit onderzoek pas na twee jaar en niet reeds direct na de koop heeft laten uitvoeren. Nu zij daarvoor aldus geen goede verklaring heeft gegeven, gaat het gerecht er vanuit dat zij dit onderzoek, zoals door Shivas gesteld, ook direct na de koop had kunnen laten uitvoeren. Dat betekent dat [eiseres] het gebrek al kort na de koop redelijkerwijs had kunnen ontdekken en vervolgens binnen bekwame tijd daarna Shivas van de gestelde non-conformiteit kennis had kunnen geven. Nu [eiseres] dit niet heeft gedaan, heeft [eiseres] niet binnen de door artikel 7:23 lid 1 BW bepaalde termijn geklaagd omtrent het gebrek. Het gevolg hiervan is dat zij op het gebrek, indien daarvan sprake zou zijn, geen beroep meer kan doen. Nu de door haar ingestelde vorderingen zijn gegrond op het door haar gestelde gebrek, dienen zij dan ook te worden afgewezen.
4.13
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Shivas worden begroot op Afl. 3.000,00 aan salaris van gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 6)

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst de vorderingen af;
5.2
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Shivas worden begroot op Afl. 3.000,00 aan salaris van de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 dagen na de betekening van dit vonnis;
5.3
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 oktober 2020 in aanwezigheid van de griffier.