ECLI:NL:OGEAA:2020:417

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
28 oktober 2020
Zaaknummer
AUA202001781
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning na huurachterstand en overlijden van gedaagde

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, wonende in Aruba, een kort geding aangespannen tegen gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2, die beiden ook in Aruba wonen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 juli 2020 werd ingediend, gevolgd door brieven van gedaagde sub 1 en een zitting op 2 oktober 2020. Gedaagde sub 2 overleed op 10 september 2020, wat invloed had op de vordering van eiseres. Eiseres had de huurovereenkomst opgezegd en verzocht om ontruiming van de woning, omdat gedaagden sinds februari 2020 de huur niet meer betaalden. De rechter oordeelde dat de huurovereenkomst niet eindigt door het overlijden van gedaagde sub 2, maar verklaarde eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen tegen gedaagde sub 2. De rechter oordeelde dat gedaagde sub 1 de woning moest ontruimen, omdat er een huurachterstand was van meer dan drie maanden. Eiseres kreeg toestemming om de deurwaarder in te schakelen voor de ontruiming, en gedaagde sub 1 werd veroordeeld in de proceskosten. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op vijf dagen na betekening van het vonnis.

Uitspraak

Vonnis van 14 oktober 2020
Behorend bij K.G. nr. AUA202001781
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
1. [naam gedaagde 1],
wonende in Aruba,
gedaagde sub 1, hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
en
2. [naam gedaagde 2],
gedaagde sub 2, hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 24 juli 2020;
- de brieven met producties van [gedaagde 1], ingediend op 1 oktober 2020;
- de behandeling ter zitting op 2 oktober 2020, waarbij zijn verschenen [eiseres] in persoon (en haar echtgenoot) en [gedaagde 1] in persoon bijgestaan door haar gemachtigde;
- de pleitaantekening van [gedaagde 1];
- de bij die pleitaantekeningen als productie 2 overgelegde akte van overlijden betreffende het overlijden op 10 september 2020 van [gedaagde 2].
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn op 22 april 2019 een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot de woning te [adres woning] (hierna: de woning) voor de duur van één jaar aanvangende op 1 mei 2019 en eindigend op 1 mei 2020. De huurprijs bedroeg Afl. 1.350,- per maand, inclusief kabel- en internetaansluiting.
2.2 [
gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben vanaf februari 2020 de huurprijs niet meer voldaan.
2.3
Bij brief van 20 maart 2020 heeft [eiseres] de huurovereenkomst met ingang van 1 mei 2020 opgezegd en aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verzocht om de woning met ingang van diezelfde datum te ontruimen. Voor verzending van deze brief door Fast Delivery Services heeft [eiseres] een bedrag van Afl. 38.- betaald.
2.4 [
gedaagde 2] is op 10 september 2020 overleden.
2.5 [
gedaagde 1] heeft de woning op 11 september 2020 verlaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] verzoekt het gerecht om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad,:
- Gedaagde(n) te bevelen om de woning binnen een redelijke termijn te ontruimen en te verlaten met (naar het gerecht begrijpt) alle daarin aanwezige personen en goederen en met afgifte van sleutels ter vrije beschikking van [eiseres],
- haar te machtigen om gedaagde(n) zelf te doen ontruimen, indien [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met de ontruiming in gebreke blijven, desnoods met behulp van de sterke arm der justitie en/of politie,
- Gedaagde(n) veroordeelt tot betaling van de proceskosten, inclusief de kosten van Afl. 38,- voor Fast Delivery Services.
3.2 [
eiseres] grondt de vordering erop dat gedaagde(n) toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de uit de huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverbintenis.
3.3 [
gedaagde 1] voert verweer en concludeert dat het gerecht [eiseres] niet-ontvankelijk dient te verklaren althans dat de vordering dient te worden afgewezen, met veroordeling van [eiseres] tot betaling van proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [gedaagde 1] toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.
4.2
De spoedeisendheid van de gevraagde voorziening volgt uit de aard van de vordering.
4.3
Hoewel een huurovereenkomst op grond van artikel 7A:1592 BW niet teniet gaat door het overlijden van de huurder of de verhuurder, is het gerecht van oordeel dat [eiseres] geen belang heeft bij het ontruimingsverzoek jegens [gedaagde 2], nu zij reeds op 10 september 2020 is overleden en thans om die reden niet meer in de woning verblijft. [eiseres] zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen jegens [gedaagde 2].
4.4
Het ontvankelijkheidsverweer van [gedaagde 1] dat [eiseres] niet bevoegd is de ontruiming te vorderen, omdat de huurovereenkomst niet met [eiseres] maar met New Odyssey Realtoy & Rental Consultancy Aruba (hierna: de makelaar) is aangegaan, wordt verworpen. [eiseres] is eigenaar van de woning en heeft in die hoedanigheid de huurovereenkomst ondertekend. De makelaar is door [eiseres] in de arm genomen om de inhoud van de huurovereenkomst te bepalen, om op grond van artikel 3 van de huurovereenkomst de huur voor [eiseres] te innen en op grond van artikel 17 van de huurovereenkomst de woning te beheren.
4.5
De vraag die voorligt is of vooruitlopend op het oordeel van de bodemrechter voldoende aannemelijk is dat deze de huurovereenkomst zal ontbinden wegens wanprestatie en dat [gedaagde 1] de woning dient te ontruimen.
4.6
Vaste rechtspraak is dat een huurovereenkomst ontbonden kan worden bij een huurachterstand van tenminste drie maanden. De door [gedaagde 1] erkende huurachterstand bedraagt in dit geval meer dan drie maanden. In een eventuele bodemprocedure zal de ontbinding van de huurovereenkomst dan ook te verwachten zijn.
4.7
Vast staat dat [gedaagde 1] de woning reeds heeft verlaten. [eiseres] heeft ter onderbouwing van haar vordering onweersproken gesteld dat [gedaagde 1] de sleutels niet heeft ingeleverd en daardoor de woning niet heeft kunnen betreden om te kijken in welke staat de woning is achtergelaten. Op [gedaagde 1] rust de plicht als huurder om bij einde van de huurovereenkomst de sleutels van de woning in te leveren en om de woning op grond van artikel 4 van de huurovereenkomst in goede staat van onderhoud aan [eiseres] op te leveren. Nu de oplevering van de woning nog niet is geschied heeft de ontruiming niet conform de huurovereenkomst en de wet plaatsgevonden. De vordering van [eiseres] om [gedaagde 1] te bevelen om de woning te ontruimen, zal daarom worden toegewezen.
4.8
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat [eiseres] de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. [eiseres] heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als [gedaagde 1] niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan moet de vordering om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, worden afgewezen. De deurwaarder behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien [gedaagde 1] medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. [gedaagde 1] heeft ter zitting medegedeeld dat zij vijf dagen de tijd nodig heeft om de woning in goede staat op te leveren en om de sleutels in te leveren bij [eiseres]. Het gerecht zal de ontruimingstermijn om die reden bepalen op vijf dagen.
4.9 [
gedaagde 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aan de zijde van [eiseres] begroot op Afl. 450,- aan griffierechten en Afl. 218,64 aan oproepingskosten. De vordering tot betaling door [gedaagde 1] van de kosten van Fast Delivery Services van Afl. 38,- zal, op grond van artikel 6:96 lid 2 sub c BW, worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- verleent [gedaagde 1] toestemming om kosteloos te mogen procederen;
- verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde 2];
- beveelt [gedaagde 1] om binnen vijf (5) dagen na betekening van dit vonnis de woning te [adres woning], te Aruba, te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen tenzij deze goederen van [eiseres] zijn, met afgifte van de sleutels van de woning aan [eiseres] en de woning in goede staat van onderhoud achter te laten,
- veroordeelt [gedaagde 1] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierechten, Afl. 218,64 aan oproepingskosten en Afl. 38,- aan kosten van Fast Delivery Services;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 oktober 2020 in aanwezigheid van de griffier.