Uitspraak
1.[GEDAAGDE 1],
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.HET VERZOEK EN HET VERWEER
4.DE BEOORDELING
“Aruba Post NV verzoeken over te gaan tot stopzetten van de ontslagprocedure, zodat betrokkenen zo spoedig mogelijk met hun werkzaamheden kunnen hervatten”, geen grondslag voor de betaling van loon aan [gedaagde 1] vanaf de datum van zijn ontslag. Die betaling is gedaan ter uitvoering van de beschikking van het Gerecht van 3 juli 2018. Nog daargelaten welke betekenis toekomt aan een besluit van de ministerraad in een arbeidsgeschil als het onderhavige, is bij dat besluit slechts besloten Post Aruba te verzoeken de beschikking van het Gerecht van 3 juli 2018 na te leven en de ontslagprocedure stop te zetten, derhalve het hoger beroep tegen die beschikking in te trekken. Kennelijk heeft deze beslissing Post Aruba geen aanleiding gegeven het hoger beroep in te trekken. Dat hoger beroep heeft geresulteerd in de beschikking van het Hof van 16 april 2019, waarbij de beschikking van het Gerecht van 3 juli 2018 is vernietigd. Zoals hiervoor onder 4.1 is overwogen, is daarmee de rechtsgrond aan de loondoorbetaling na de datum van het ontslag komen te ontvallen. Voor zover [gedaagde 1] meent dat Post Aruba door het hoger beroep niet in te trekken, jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld, omdat hij er gelet op het besluit van de ministerraad van 7 september 2018 en de uitlatingen van de minister van Sociale Zaken en Arbeid op mocht vertrouwen dat Post Aruba zou berusten in de beschikking van het Gerecht van 3 juli 2018 en deze beschikking zou uitvoeren, staat het hem vrij om ter zake een vordering in te stellen.