ECLI:NL:OGEAA:2020:407
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een kort geding met betrekking tot een straat- en contactverbod in een gezinsconflict
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde met het verzoek om een straat- en contactverbod op te leggen. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. C.H. Lejuez, vorderde dat gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.L. Griffith, zich voor de duur van 12 maanden niet binnen een straal van 500 meter van haar en hun zoon zou bevinden. De aanleiding voor deze vordering was een incident op 11 juli 2020, waarbij gedaagde zijn ex-partner met een mes heeft bedreigd in de bijzijn van hun zoon. Eiseres stelde dat zij en haar zoon zich onveilig voelden door het gedrag van gedaagde en dat er een gegronde vrees bestond voor hun veiligheid.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 augustus 2020 heeft het Gerecht de standpunten van beide partijen gehoord. Eiseres heeft haar vordering onderbouwd met het argument dat gedaagde in het verleden fysiek en verbaal geweld heeft gebruikt. Gedaagde heeft de beschuldigingen betwist en verklaard dat hij sinds het incident op 11 juli 2020 geen contact meer heeft gehad met eiseres of hun zoon. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat gedaagde een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiseres en hun zoon had gemaakt die een straat- en contactverbod rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van eiseres afgewezen, met de overweging dat de enkele vermoedens van eiseres niet voldoende waren om de gevorderde verboden te rechtvaardigen. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat gedaagde niet als vrijbrief moest worden opgevat om eiseres en hun zoon te benaderen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 9 september 2020.