ECLI:NL:OGEAA:2020:353
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van contact- en straatverbod in kort geding na beëindiging van een relatie met stalking en geweld
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met wie zij een relatie heeft gehad en een minderjarige dochter. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 juni 2020 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 juli 2020. Eiseres vorderde onder andere een contactverbod en een straatverbod voor gedaagde, die haar volgens haar stelselmatig lastig viel na de beëindiging van hun relatie op 11 november 2019. Eiseres heeft in de periode na de relatie in een blijf-van-mijn-lijf huis verbleven en deed op 7 januari 2020 aangifte van stalking tegen gedaagde.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijke feiten zijn die de vordering van eiseres ondersteunen. Eiseres heeft diverse bewijsstukken overgelegd, waaronder een proces-verbaal van aangifte en verklaringen van een psycholoog, die de ernst van de situatie onderbouwen. Gedaagde heeft de beschuldigingen ontkend en beweert dat hij eiseres niet lastigvalt, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiseres gerechtvaardigd zijn. Het Gerecht heeft besloten om de vorderingen van eiseres toe te wijzen, met uitzondering van de vordering die betrekking heeft op de school van de dochter, en heeft gedaagde verboden zich binnen een straal van 500 meter van de woning en het werkadres van eiseres te begeven, alsook contact met haar op te nemen. De verboden zijn opgelegd voor de duur van zes maanden, met een dwangsom voor eventuele overtredingen.