In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 8 september 2020 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de moeder en de vader van een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.R. Martinus, heeft de vader verzocht om een maandelijkse bijdrage van Afl. 685,83 voor de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, geboren in Aruba. De vader heeft nagelaten om inzicht te geven in zijn financiële situatie door geen draagkrachtoverzicht of specificaties van zijn uitgaven te overleggen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder geen draagkracht heeft om de kosten van de minderjarige te dekken, terwijl de vader, ondanks zijn verplichting, ook niet de benodigde informatie heeft verstrekt. Het gerecht heeft daarom besloten dat de vader een bijdrage van Afl. 685,83 per maand moet betalen, met ingang van 1 september 2020. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.