ECLI:NL:OGEAA:2020:290
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een incidentele vordering tot voeging in een civiele procedure
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 1 juli 2020 een vonnis gewezen in een incident tot voeging. De zaak betreft een vordering van New India c.s. om zich als gevoegde partij aan de zijde van de gedaagde te voegen in een rechtsgeding dat door de eiser was aangespannen. De procedure is gestart met een incidentele vordering tot voeging, ingediend op 22 januari 2020, gevolgd door een conclusie van repliek op 19 februari 2020 en een conclusie van antwoord op 20 mei 2020. De eiser heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voeging, en het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde voldoende gelegenheid heeft gehad om te reageren op de vordering tot voeging, maar dit niet heeft gedaan. Het Gerecht heeft geoordeeld dat New India c.s. voldoende belang heeft bij de voeging, aangezien zij op grond van de wet gehouden is de aansprakelijkheid van de gedaagde te dekken. Het Gerecht heeft de incidentele vordering tot voeging toegewezen en New India c.s. toegestaan zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van de gedaagde. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol van 23 september 2020 voor het nemen van conclusie van dupliek aan de zijde van de gedaagde en New India c.s.