In deze beschikking van 7 juli 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige, geboren op 16 augustus 2012. De zaak betreft een verzoek van de vader, vertegenwoordigd door mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, tegen de moeder, vertegenwoordigd door mr. R.L.F. Dijkhoff. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 3 december 2019 en is voortgezet na een rapport van de Voogdijraad van 3 maart 2020 en een mondelinge behandeling op 16 juni 2020. Tijdens deze zitting is vastgesteld dat de ouders in staat zijn om te communiceren over de minderjarige, hoewel zij niet altijd op één lijn zitten. De Voogdijraad heeft geadviseerd om de ouders gezamenlijk gezag te geven over de minderjarige, wat het gerecht heeft overgenomen. Het gerecht heeft geoordeeld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige te verzorgen en op te voeden, en dat zij in staat zijn om onderlinge afspraken te maken. De omgangsregeling is vastgesteld, waarbij de vader de minderjarige op dinsdag- en donderdagmiddag van de kinderopvang haalt en in het weekend van zaterdag tot zondag bij zich heeft. De vader is ook toegelaten om kosteloos te procederen, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.