ECLI:NL:OGEAA:2020:280

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
AUA201903882
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk gezag en omgangsregeling voor minderjarige vastgesteld

In deze beschikking van 7 juli 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige, geboren op 16 augustus 2012. De zaak betreft een verzoek van de vader, vertegenwoordigd door mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, tegen de moeder, vertegenwoordigd door mr. R.L.F. Dijkhoff. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 3 december 2019 en is voortgezet na een rapport van de Voogdijraad van 3 maart 2020 en een mondelinge behandeling op 16 juni 2020. Tijdens deze zitting is vastgesteld dat de ouders in staat zijn om te communiceren over de minderjarige, hoewel zij niet altijd op één lijn zitten. De Voogdijraad heeft geadviseerd om de ouders gezamenlijk gezag te geven over de minderjarige, wat het gerecht heeft overgenomen. Het gerecht heeft geoordeeld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige te verzorgen en op te voeden, en dat zij in staat zijn om onderlinge afspraken te maken. De omgangsregeling is vastgesteld, waarbij de vader de minderjarige op dinsdag- en donderdagmiddag van de kinderopvang haalt en in het weekend van zaterdag tot zondag bij zich heeft. De vader is ook toegelaten om kosteloos te procederen, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 7 juli 2020
behorend bij EJ nr. AUA201903882
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.
Belanghebbende:
[Naam belanghebbende], geboren op 16 augustus 2012 in Aruba,
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 3 december 2019.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 3 maart 2020,
- de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 16 juni 2020, in aanwezigheid van partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd, en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [naam medewerkster].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat de ouders in staat zijn te communiceren over de minderjarige, maar dat zij niet altijd op een lijn zitten. De ontwikkeling van de minderjarige dreigt niet klem te raken indien de ouders met het gezamenlijk gezag belast worden.
De Voogdijraad adviseert om de ouders met het gezamenlijke gezag over de minderjarige te belasten.
2.2
Gelet hierop en op hetgeen ter zitting is besproken, acht het gerecht beide ouders geschikt en in staat de minderjarige naar behoren te verzorgen en op te voeden. Voorts worden de ouders in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de minderjarige kunnen voordoen. Van partijen mag verwacht worden dat zij zich daarvoor zullen inzetten en het gerecht acht hen daartoe in staat. In het belang van de minderjarige zal het gerecht daarom partijen gezamenlijk belasten met het gezag over hem.
Omgang
2.3
De Voogdijraad heeft in zijn rapport een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige voorgesteld. Het gerecht zal, gelet op het verhandelde ter zitting, in het belang van de minderjarige onderstaande omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige bepalen en verwacht van de ouders dat zij zich beiden zullen inzetten zodat de omgangsregeling soepel zal verlopen. Het staat partijen vrij onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling en behoren dat in sommige gevallen zelfs te doen.
2.4
Gelet op het door de vader overgelegde bewijs van onvermogen van 11 juni 2019, zal aan hem toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
2.5
Gelet op de aard van de procedure, zullen de kosten worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de vader toelating om kosteloos te procederen,
bepaalt dat de vader, [naam verzoeker], voortaan gezamenlijk met de moeder, [naam verweerster], het gezag over [naam belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba, zal uitoefenen,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
*voor de komende zes maanden (eerste halfjaar),
  • elke dinsdagmiddag en donderdagmiddag, waarbij de vader de minderjarige van de kinderopvang haalt en om 19.00 uur thuis brengt,
  • om het weekend, op zaterdag, waarbij zowel de tijdstippen als het halen en terugbrengen van de minderjarige in onderling overleg tussen partijen zal plaatsvinden,
*na zes maanden (tweede halfjaar), met eventuele overnachting, in onderling overleg tussen partijen,
  • elke dinsdagmiddag en donderdagmiddag, waarbij de vader de minderjarige van de kinderopvang haalt en om 19.00uur thuis brengt,
  • om het week, op zaterdag van 12.00 uur tot zondag 18.00 uur, waarbij de vader de minderjarige haalt en terugbrengt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 7 juli 2020 door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.