ECLI:NL:OGEAA:2020:273
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in arbeidsrechtelijke geschil tussen wetenschappelijk medewerker en Universiteit van Aruba
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 juni 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend door een wetenschappelijk medewerker van de Universiteit van Aruba (UA). De verzoeker, die sinds 1 december 2015 als voltijds wetenschappelijk medewerker werkzaam was, had een verzoek ingediend na een ontslagaanzegging van de waarnemend president-curator van de UA, gedateerd 19 maart 2020, waarbij zijn dienstverband per 1 augustus 2020 zou worden beëindigd. De verzoeker stelde dat de ontslagaanzegging een beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) was, en dat hij recht had op een voorlopige voorziening om deze ontslagaanzegging te schorsen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker niet bij landsbesluit is aangesteld, wat betekent dat de ontslagaanzegging geen beschikking in de zin van de Lar is. De rechter oordeelde dat er sprake was van een civielrechtelijke dienstbetrekking tussen de verzoeker en de UA, en dat de ontslagaanzegging dus niet onder de Lar viel. Hierdoor werd het verzoek van de verzoeker afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De uitspraak benadrukt het belang van de formele regels voor het tot stand brengen van aanstellingsbesluiten in een kleine eilandelijke samenleving, en dat zonder een dergelijk besluit, de ontslagaanzegging niet kan worden beschouwd als een rechtsgeldige beschikking. De rechter heeft de zaak afgesloten met de beslissing om het verzoek af te wijzen, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.