Op 10 maart 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige. De verzoekster, de moeder van de minderjarige, heeft op 20 november 2019 een verzoekschrift ingediend. Dit verzoek was gericht op wijziging van de geslachtsnaam van haar kind, zoals bedoeld in artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek. De vader van de minderjarige heeft de minderjarige erkend op 30 januari 2015, maar er is sindsdien geen contact meer tussen de moeder, de minderjarige en de vader geweest, behalve tijdens de erkenning en een DNA-onderzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 februari 2020 was de vader niet aanwezig, terwijl de moeder in persoon verscheen. De ambtenaar van de burgerlijke stand was vertegenwoordigd door mevrouw [naam ambtenaar]. De moeder heeft haar verzoek ingediend bij het Gerecht, maar het gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat het verzoek niet in behandeling kan worden genomen, omdat het niet voldoet aan de vereisten die zijn gesteld in de geldende richtlijnen voor geslachtsnaamwijzigingen in Aruba.
De beslissing van het gerecht is genomen door rechter mr. J.M.J. Keltjens, in aanwezigheid van de griffier. De beschikking is gepubliceerd op 8 april 2020 en is te vinden op Rechtspraak.nl onder ECLI:NL:OGEAA:2020:110.